Home Weekendlijstje: Socrates, Plato en Aristoteles

Weekendlijstje: Socrates, Plato en Aristoteles

Door René Haerkens van den Brand op 28 oktober 2016

Weekendlijstje: Socrates, Plato en Aristoteles

Als drie van de invloedrijkste filosofen uit de westerse geschiedenis – zo staan Socrates, Plato en Aristoteles wijdverbreid bekend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze op meesterlijke wijze op het doek zijn vereeuwigd. Dit weekendlijstje: drie kunstwerken met een complexiteit en gedetailleerdheid die de roem van deze Griekse filosofen eer aandoen.

1. Rafaël: De school van Athene (±1510)

Rafaëls fresco De school van Athene is waarschijnlijk de bekendste schildering met een filosofisch onderwerp uit de westerse geschiedenis. Het kunstwerk, geschilderd op een paleismuur van het Vaticaan, toont een geïdealiseerde filosofenschool met beroemde Griekse filosofen en geleerden. Ze zijn druk aan het debatteren, onderwijzen, converseren en nadenken.

Hoewel de identiteit van veel personen niet met zekerheid te achterhalen is, staat vast dat in het midden Plato (links) en zijn leerling Aristoteles (rechts) afgebeeld zijn. Plato wijst naar boven, naar het spirituele en bovennatuurlijke: een symbool voor zijn speculatieve filosofie. Aristoteles heeft zijn handpalm juist naar de aarde gericht, met uitgestrekte arm: een symbool voor wetenschappelijke, ‘aardse’ kennis. Beiden hebben tevens een belangrijk werk vast. Plato’s Timaeus, een verhandeling over onder meer zijn natuurfilosofie en kosmogonie, is wel te beschouwen als een ‘theorie over alles’ – van het ontstaan van het universum tot de menselijke anatomie. Aristoteles’ Ethica Nichomachea is een verhandeling over zijn deugdenethiek, het menselijk karakter, en hun rol bij het vinden van geluk. Het werk wordt wel beschouwd als het begin van de deugdethische traditie.

Socrates kan natuurlijk niet op het tafereel ontbreken. Hij spreekt voor de aanschouwer links van Plato en Aristoteles een groepje luisteraars aan, gekleed in een bruin gewaad. Socrates houdt vier vingers op: een symbool voor de vier stadia die je moet doorlopen om een filosofisch gesprek te voeren. Deze stadia zijn geometrie, astronomie, aritmetica en stereometrie. De vier treden van de trap verwijzen hier ook naar.

2. Anselm Feuerbach: Plato’s symposium (1869)

Plato’s Symposium (±380 v.Chr.) is een dialoog met twee hoofdthema’s: enerzijds de oorsprong, de aard en het doel van de liefde, en anderzijds het menselijk kenvermogen. De titel van het werk – dat ‘drinkgelag’ of ‘feestmaal’ betekent – zet al duidelijk de toon: de dialoog wordt gevoerd door meerdere gesprekspartners die het nuttige met het aangename weten te verenigen.

Feuerbachs schilderij Plato’s symposium laat duidelijk zien dat  het gesprek plaatsvindt in het huis van de tragediedichter Agathon, in het centrum afgebeeld. Voor de aanschouwer rechts achter hem zit Socrates, vermoedelijk de opmerkingen overdenkend van de man tegenover hem. In Plato’s Symposium presenteert iedereen een toespraak over de liefde, elk aan de hand van de kunst die hij zelf beoefent. Zo vertelt Eryximachus over de geneeskunde, Aristophanes over de komedie en Agathon over de tragedie. Plato, bij monde van Socrates, deelt zijn passie voor de filosofie. Volgens hem is de romantische liefde slechts een opstapje naar het ideaalbeeld van de liefde: een allesomvattende passie voor wijsheid en schoonheid. Het hoogste doel van de liefde, zo besluit Socrates zijn toespraak, is de liefde voor wijsheid – oftewel: het worden van filosoof.

Intrigerend is de rol die de vrouw Diotima in het Symposium speelt. Volgens Socrates heeft zij hem alles geleerd over de liefde. Diotima stelt dat het slechts door geleidelijke, trage en zorgvuldige opgang mogelijk is om de waarheid te achterhalen. Dat proces zien we ook terug in de opbouw van Plato’s boek: elke toespraak brengt de lezer steeds dichter bij de waarheid.

3. Jacques-Louis David: De dood van Socrates (1787)

Jacques-Louis Davids De dood van Socrates toont een van de laatste momenten van Socrates, duidelijk geliefd onder zijn leerlingen. Plato zit voor de aanschouwer links voor Socrates’ bed. David heeft hem veel te oud afgebeeld: ten tijde van Socrates’ dood was Plato nog een jonge man.

Socrates had een kritische houding ten opzichte van de Atheense democratievorm en brak vaak de gevestigde opvattingen van de elite tot de grond toe af. In tijden van veel onrecht en overheersing door kleine groepen machthebbers lag Socrates’ doen en laten dan ook erg gevoelig. Hij werd aangeklaagd door machthebbers in Athene. Hem werd verweten dat hij de goden van de stad niet zou vereren, en dat zijn handelingen en gedachtegoed een slechte invloed uitoefenden op de Atheense jeugd. De geëiste straf: zijn terdoodveroordeling. 

In Plato’s Phaedo (±360 v.Chr.) lezen we dat Socrates zijn dood zonder zorgen of vrees tegemoet ging. De ware filosoof, aldus Plato, weet dat het leven slechts een voorbereiding is op de dood. Hij laat zich niet afleiden door aardse zaken, zoals bezit of lichamelijk genot. Zaken zoals het schone en het rechtvaardige nemen we niet waar met onze zintuigen, maar met onze ziel. Het ideaal van de filosofen is dan ook om ‘met de ziel zelf de dingen zelf te aanschouwen’. De dood is de scheiding van lichaam en ziel, de bevrijding van de ziel. Pas in de dood zullen we kennen wat zuiver is. Socrates kan bewapend met deze wijsheid zijn dood verwelkomen en gaat zijn onsterfelijkheid tegemoet.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.