Home Weekendlijstje: 6 drogredenen

Weekendlijstje: 6 drogredenen

Door Maaike Korpershoek op 12 augustus 2016

Weekendlijstje: 6 drogredenen

Drogredenen: de aartsvijand van iedere filosoof. Aristoteles rekent  in zijn Sophistikoi elenchoi (sofistische weerleggingen) af met de drogreden. Toch is het niet gemakkelijk  ze te voorkomen in een gesprek. Maakt u zich wel eens schuldig aan een van de volgende foutieve argumenten? 

1. Tu quoque
Wellicht herkent u deze drogreden niet in het Latijn, maar in het Nederlands zal het zeker een belletje doen rinkelen: het gaat namelijk om de typische ‘jij-bak’. Het argument van de tegenstander wordt verworpen omdat hij zelf niet consequent naar zijn eigen argumenten handelt. Wanneer een roker bijvoorbeeld verkondigt dat roken verboden moet worden, is er een aanzienlijke kans dat de roker op zijn eigen (rook)gedrag wordt gewezen. Wanneer dit gebeurt wordt er een drogreden toegepast.  

2. ad hominem
oftewel: op de man spelen. Wanneer in een discussie de tegenstander, en niet het argument van de tegenstander aangevallen wordt, is dit een typische drogreden. Wanneer u bijvoorbeeld stelt dat de tegenstander ongelijk heeft omdat hij veel liegt/schijnheilig is/een affaire heeft, is dit argument – zelfs als uw aantijgingen waar zijn – niet langer geldig.

3. ad ignorantiam
Bij het argument van de onwetendheid wordt uitgegaan van het principe dat niet te bewijzen zaken noodzakelijk waar of onwaar zijn. De beroemdste vorm van deze drogreden gaat over het bestaan dan wel niet bestaan van een God. Het argument werkt beide kanten op: ‘God bestaat, want er kan niet bewezen worden dat hij niet bestaat’, ‘God bestaat niet, want er kan niet bewezen worden dat hij bestaat’.  Deze drogreden gaat in de rechtbank niet op: verdachten zijn onschuldig tot het tegendeel bewezen wordt.

4. ad populum
Deze populistische drogreden beroept zich op de mening van de grootste groep. Een typisch gebruik van deze drogreden gaat als volgt: ‘het is waar, want iedereen zegt het’. Wanneer niet het argument maar de groep die achter dit argument staat doorslaggevend is, is het een ongeldig argument.  

5. post hoc ergo propter hoc
Een letterlijke vertaling geeft: na dit, dus vanwege dit. Deze drogreden rust op een valse gevolgtrekking. Wanneer het vaak het geval is dat mensen na het eten de televisie aanzetten, kan niet gesteld worden dat het kijken van televisie het gevolg is van het eten. Het is namelijk mogelijk dat het kijken van televisie na het eten compleet op toeval berust.

6. secundum quid
De overhaaste generalisatie: een veel voorkomende drogreden. Wanneer er gesteld wordt dat alle zwanen zwart zijn omdat er één zwaan is gezien met deze kleur, is dit een typisch geval overhaaste generalisatie. De kleur van zwanen hangt niet af van één specifiek geval. 
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.