Home Waarom filosofiestudenten de meeste drugs gebruiken

Waarom filosofiestudenten de meeste drugs gebruiken

Door Roel Boorsma op 27 mei 2013

Waarom filosofiestudenten de meeste drugs gebruiken

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Zevenentachtig procent van de Britse filosofiestudenten heeft wel eens drugs gebruikt. Dat blijkt uit een poll van het Engelse studentenblad Tab. Van alle studies heeft filosofie hiermee het hoogste percentage gebruikers. Filosofen Yoram Stein en Govert Derix, beiden auteurs van boeken over drugs geven hun verklaringen. Derix: ‘Ik ken een moleculair bioloog die onder invloed van LSD achter zijn microscoop ging zitten. Hij beweert dat hij in een oogopslag processen doorzag en dingen kon opschrijven die hij anders nooit gezien zou hebben.’

Volgens Stein is er wel sprake van een overlap tussen filosofie en drugsgebruik: ‘Het doel van filosofie is om mensen te leren de wereld vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Zo dacht Descartes bijvoorbeeld na over hoe het zou zijn als al je zintuigen gemanipuleerd worden door een boze geest. Wat kan je dan nog zeker weten? Dat soort gedachte-experimenten leren je op een andere manier naar de wereld kijken. Het doel van drugsgebruik is hetzelfde. Het laat je de wereld op een andere manier ervaren.’

In de lijst van Tab staan studenten kunstgeschiedenis en kunstenaars respectievelijk op de tweede en derde plek. Kan het zijn dat de dichters, schrijvers, schilders, etc., toch de over het algemeen genomen wat meer excentrieken, meer de neiging hebben om naar de middelen te grijpen dan bijvoorbeeld wiskundigen?

Stein: ‘Je hebt werkelijkheidsmensen en mogelijkheidsmensen. De eerste nemen de wereld aan zoals hij is. Filosofen zitten in de tweede categorie. Die kijken naar hoe dingen anders kunnen. Of de ene groep nu sneller geneigd is om te gebruiken dan de andere blijft giswerk. Daar zal goed empirisch onderzoek naar gedaan moeten worden.’

Volgens Govert Derix moet de verklaring daar dan ook niet gezocht worden: ‘Ik ken een moleculair bioloog die onder invloed van LSD achter zijn microscoop ging zitten. Hij beweert dat hij in een oogopslag processen doorzag en dingen kon opschrijven die hij anders nooit gezien zou hebben. Ik denk dat het eerder te maken heeft met opvoeding en of je voor dingen open staat of niet.’

GEESTVERRUIMEND

Derix publiceerde in 2004 het boek Ayahuasca- een kritiek van de psychedelische rede over de werking van de psychedelische drug Ayahuasca. Hij schrijft dat de drug mensen een completer perspectief op hun situatie geeft. Het laat mensen inzien wat echt belangrijk voor ze is.

Drugs geven dus niet alleen een goed gevoel, ze kunnen volgens Derix inderdaad geestverruimend werken. Zijn filosofen die de wereld anders willen bekijken daarom meer dan andere mensen aangetrokken tot drugs? Bieden drugs een perspectief dat op geen andere manier verkregen kan worden?

Derix: ‘De filosofische vraag is: Kan je iemand die bijvoorbeeld nooit suiker heeft geproefd uitleggen hoe suiker smaakt? Met poëzie kan je een eind komen, maar wil die persoon het echt weten zal hij toch een keer suiker moeten proeven. De provo McKenna zei dat ieder mens het aan zichzelf verplicht is om in zijn leven minstens één psychedelische ervaring te ondergaan.’

KRITISCH

Beide filosofen erkennen de overlap tussen filosofie en drugs. Evengoed blijven ze kritisch.

Derix: ‘Ik gebruik zelf geen drugs en ik wil niemand aanraden om eraan te beginnen, maar ik moet erkennen dat drugs een positief effect kunnen hebben.’

Stein: ‘Vanaf de jaren 60 is het idee gaan domineren dat er een romantiek hangt om drugsgebruik. Het idee dat filosofen, dichters, activisten, iedereen die niet burgerlijk is, drugs moet gebruiken. Dat geeft een bevrijdende ervaring. Iedereen die niet gebruikt is bourgeois. Een veel te romantisch perspectief.’