Home ‘Typisch romantisch. Dat hebben ze van ons geleerd’

‘Typisch romantisch. Dat hebben ze van ons geleerd’

Door Bas Belleman op 19 maart 2013

05-2004 Filosofie magazine Lees het magazine
De Romantiek heeft een belangrijk stempel gedrukt op de multiculturele samenleving, signaleert Maarten Doorman. ‘Neem bijvoorbeeld AEL-leider Abou Jahjah, die zich beroept op typisch romantische noties als het pan-arabisme.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Veel jonge Marokkanen benadrukken de eigen cultuur, verheerlijken hun land van herkomst en voelen zich verbonden met het Arabische broedervolk. ‘Typisch romantisch’, zegt filosoof en dichter Maarten Doorman. ‘Dat hebben ze van ons geleerd. Je ziet dat de voorvechters van zulke ideeën hun ideologie altijd ontwikkelen in dialoog met het Westen en dat ze zich baseren op het westerse, romantische idee van wat een cultuur is. Hun culturele elite heeft vaak in het Westen gestudeerd. Maar wat is nu de oplossing voor de problemen die daaraan vastzitten? Moeten zij meer Nederlander worden of moeten wij hen gewoon accepteren? Ook dat is een typisch romantische vraag.’Doormans nieuwste boek, De romantische orde, is met opzet een overmoedig boek. Doorman schrijft over uiteenlopende onderwerpen als identiteit, kunst, wetenschap, geschiedenis, politiek, de multiculturele samenleving, muziek, Woodstock, liefde en meer. Al die gebieden blijken doordrongen van een onderliggende romantische dynamiek. De beschrijving van die dynamiek maakt De romantische orde tot een actueel, zelfs verontrustend boek met onder meer een politieke betekenis – maar welke?

‘Mijn boek is een diagnose’, zegt Doorman, ‘geen therapie. Ik wil niet vertellen hoe het verder moet met de multiculturele samenleving. De opzet van het boek is al ambitieus genoeg.’
Maar toch, in een interview wil hij er graag over nadenken.

Met het begrip ‘orde’ bedoelt Doorman iets als Foucaults epistèmè. De orde verwijst naar de onderliggende structuur van ons denken, die volgens Doorman (‘Iedere breuk is kunstmatig, ik weet het’) met de komst van de Romantiek radicaal veranderd is. Doorman laat zien hoe de romantische orde telkens naar tegenpolen zoekt. Zo verheerlijkt de Romantiek het eenzame genie, maar tegelijk ook de gemeenschap, het volk, het platteland. Romantici hebben een hang naar het verleden, maar tegelijkertijd streven ze naar vooruitgang. Ze zoeken de diepgang en de mystiek, maar tegelijk de eenvoud en het boerenleven. Die slingerbeweging zien we op alle mogelijke terreinen, zoals Doormans boek aantoont. Met alle gevolgen van dien.

Gedode dieren

Soms is de romantische orde tamelijk onschuldig. Het is bijvoorbeeld niet erg – misschien zelf prettig – dat we alleen nog maar met romantische ideeën naar de natuur kunnen kijken. ‘Wie door een bos loopt’, schrijft Doorman in de inleiding, ‘gaat op in de natuur, heeft een onbestemd gevoel van verheffing of geestelijke rust, van zuivere lucht en gezondheid. Waar in andere culturen of tijden de mens eerder loopt, zwoegt of sluipt, daar wandelt de westerse mens sinds de Romantiek. (¼) Wie door een bos loopt sleept geen hout, vruchten of gedode dieren met zich mee, maar Rousseau, Schubert, Wackenroder, Wordsworth en Casper David Friedrich.’
Ook romantisch gekleurde kunstopvattingen lijken nog tamelijk onschadelijk. Denk aan het eenzame genie, de vonk van inspiratie, de cultus van de kunstenaar, de zelfexpressie, de originaliteit, de authenticiteit, en vooral: de kracht van de verbeelding. Was verbeelding ten tijde van de Verlichting nog verwerpelijk (want irrationeel en grenzend aan waanzin), na 1800 vindt men de verbeelding juist goddelijk, verheven, fascinerend, diepzinnig. ‘What the imagination seizes as Beauty must be truth’, schreef John Keats bijvoorbeeld. Het heeft schitterende literatuur en schilderijen voortgebracht.In de kunst komt echter het gevaar van de Romantiek al om de hoek kijken. Denk aan de vermenging van kunst en leven, het drugsgebruik, het narcisme en een vroege dood door oorlog of zelfmoord.
Maar pas werkelijk verontrustend wordt de Romantiek in het nationalisme, zoals dat in de negentiende eeuw opkwam en zich tot de dag van vandaag uitstrekt. We kennen allemaal de gevolgen van ideeën als het Duitse ‘Blut und Boden’, de superioriteit van het Duitse volk, de verheerlijking van het geweld, de idealisering van de grote leider en de bedreiging van de cultuur en het zuivere ras door de jood.

Het nationalisme had een voedingsbodem in het werk van Johann Gottfried Herder (1744-1803). De natie, vond Herder, was een unieke gemeenschap, met eigen kenmerken.
Doorman: ‘De romantici hechtten een groot belang aan taal en cultuur, waaraan ze kracht en bezieling toeschreven. Ze verzonnen een nationaal verleden. Want dat verleden lag natuurlijk niet voor het oprapen. Naties zijn imagined communities. Frankrijk was in 1800 nog helemaal geen eenheid, maar tot aan de Eerste Wereldoorlog een lappendeken van regio’s.’
Maar let op: het idee van de natiestaat heeft ook zijn goede kanten. ‘Iedereen wijst altijd op het Duitsland van Hitler. Maar tegelijkertijd kon juist de democratie alleen tot stand komen in zulke natiestaten. Het parlement ontleent zijn gezag aan de verbondenheid die we met elkaar voelen. Of we willen of niet, we kunnen niet zonder de natiestaat.’

Water en olie

En zo komen we terug bij de multiculturele samenleving. In deze tijd lijkt de nationale eenheid in gevaar. Volk, cultuur en natie vallen tegenwoordig niet meer naadloos samen. ‘Nederlanders voelen zich bedreigd door de islam. Moslims zijn immers hele andere mensen dan zij. De twee culturen zijn volgens velen als water en olie: ze mengen niet. Moslims moeten inburgeren en Nederlands leren of anders opdonderen.’
Ook die angstige gedachten hebben een typisch romantische tegenpool. ‘Tien, twintig jaar geleden vonden we nog dat je migranten in hun waarde moest laten, dat je hun cultuur moest respecteren, dat je hun eigenheid niet moest aantasten, dat ze onderwijs moesten krijgen in de eigen taal, enzovoorts. Eerst gingen we de ene kant op, nu radicaal de andere kant. De romantische orde is een gevangenis. We breken er maar moeilijk uit.’

 

In het ergste geval kan de romantische orde tot geweld leiden. Het Palestijns-Israëlische conflict is bijvoorbeeld doordrongen van westerse romantische percepties. ‘Naties in wording legitimeren zich vaak met geweld. Geweld schept een band en om die band is het allemaal begonnen. Het joodse volk heeft een eigen geschiedenis, eigen geloof en een eigen cultuur, dus waarom geen eigen staat? Maar de zelfmoordaanslagen van de onderdrukte Palestijnen, hoewel volkomen verwerpelijk, zijn ook begrijpelijk. Er zou namelijk een Palestijnse staat moeten komen, nietwaar? Zo laat de orde ons denken. Het Palestijnse nationalisme is pas deze eeuw opgekomen, en het zionisme stamt uit de negentiende eeuw. Waarom kunnen ze niet samen in één staat? Hun ‘naties’ zijn toch verzinsels? Maar zo werkt het niet. De romantische orde is taai.’Terug naar Nederland. Volgens Doorman kon de democratie alleen in de romantische orde tot stand komen. Daarom kun je je afvragen of het alleen maar negatief is dat migranten romantische ideeën over de eigen cultuur hebben. Kunnen ze zich op grond van een gezonde dosis Romantiek niet emanciperen? Dat zou kunnen, beaamt Doorman.

‘Neem bijvoorbeeld AEL-leider Abou Jahjah, die zich beroept op typisch romantische noties als het pan-arabisme en het “recht op de eigen culturele identiteit”. Wat mij erg belangrijk lijkt, is dat hij moslims een stem geeft. De groep die zich nu buitengesloten voelt, wil hij incorporeren. Het is jammer dat hij af en toe zulke vreselijke dingen roept over Israël. Laat ik het zo zeggen: ik begrijp niet dat de politiek hem niet met open armen ontvangt om hem dan met woord en argument te tuchtigen.’

Tegelijk is het de vraag of de migranten inderdaad zo romantisch zijn als nu lijkt. Misschien is er één groot verschil. Volgens de ‘gebroken dialectiek’ van de romantische orde zou tegenover het groepsgevoel en de eigen cultuur vanzelf een tegenpool moeten komen te staan: het individu, de zelfontplooiing, het eenzame genie dat zijn eigen regels volgt. Maar zulk individualisme lijkt bij de migranten veel minder een rol te spelen dan bij West-Europeanen.

Doorman weet dat niet zeker. ‘Het is de vraag of bijvoorbeeld Marokkanen inderdaad minder individuen in hun groep hebben. Wij zien geen individuen, omdat we de ander tot ‘ander’ maken. Ik bedoel, in Shanghai zien we alleen maar ‘Chinezen’, en geen individuen. Marokkanen zijn voor velen van ons ‘allochtonen’. Misschien zien zij vooral ‘blanken’.

‘Popsterren en voetbalhelden hebben ze wel degelijk. Iedere cultuur heeft zijn eigen helden, daar is de Romantiek niet voor nodig. Maar er is een verschil tussen een romantische held en een traditionele held. De romantische held is creatief, oorspronkelijk, heeft een grote verbeeldingskracht. Ik weet het niet, maar het lijkt er inderdaad op dat binnen de moslimcultuur niet zozeer de romantische held, als wel de traditionele held vereerd wordt. Het equivalent van de volkszanger. Iemand die misschien wel origineel is, maar niet vanwege die originaliteit een held is.’

Wat dat betreft zou je kunnen zeggen dat de grote migrantengroepen slechts de halve Romantiek hebben overgenomen: wel de eigenheid, het groepsgevoel en het verzonnen verleden, maar niet het geniale individu. Je zou kunnen denken: om goed in de democratie te functioneren zouden ze de hele Romantiek moeten overnemen, inclusief het ideaal van de originaliteit.
‘Dat is een verleidelijke gedachte. Maar je kunt daar twee vragen bij stellen. Ten eerste: moeten ze dezelfde fouten maken als wij? Ten tweede: moeten ze per se dezelfde ontwikkeling doormaken als wij, liefst versneld? Ik ben geneigd om op beide vragen ‘nee’ te zeggen. Je kunt het ook omdraaien en je afvragen of wij niet iets van de moslims kunnen leren. Kijk eens naar SBS6, de softporno, de smakeloze, op goedkoop varkensvlees gebaseerde keuken. Daar willen migranten zich niet mee identificeren. Terecht, zou ik zeggen.’

Green card

Doorman trekt liever de vergelijking met Amerika, waar je een ander soort nationalisme en een ander soort eenheid ziet. Amerika heeft zijn wortels meer in de verlichtingstraditie. ‘Kijk maar naar Bush: die wil in Irak typische verlichtingswaarden als vrijheid, mensenrechten en democratie verspreiden. Begrijp me goed, het is heel verstandig kritiek te hebben op die retoriek. Het gaat in de eerste plaats om olie en macht. Dat is een gezonde analyse, maar je loopt dan wel tegen het probleem aan dat intelligente intellectuelen in Amerika meer in die retoriek geloven dan wij. Hoe kan dat?’

‘De Verenigde Staten voelen zich meer verbonden met verlichtingsideeën als de volonté generale en het sociale contract van Rousseau. Als je als immigrant binnenkwam, dan moest je trouw zweren aan de grondwet. Een inburgeringscursus was heel gewoon, en als je het examen eenmaal had gehaald, kreeg je je green card. Daar kon je trots op zijn. Je was Amerikaans staatsburger. Ook jij viel dan onder het sociale contract. Zulke ideeën waren bij ons ondenkbaar.’

Doorman vindt die niet-romantische grondslag van de Amerikaanse politiek interessant, al verafschuwt hij het gevaarlijke streven naar hegemonie van de huidige conservatieven. ‘Het universalisme is jong. Internationaal gezien kreeg het pas na de Eerste Wereldoorlog voor het eerst gestalte in de Volkerenbond. Dat is nog geen negentig jaar geleden. De Verlichting moet nog groeien. Het zal enige tijd duren voordat het werkelijk wortel schiet. Maar verlichting maakt geen kans als je niet ziet hoe krachtig het discours van de Romantiek is. Vandaar mijn boek.’

De romantische orde, door Maarten Doorman, uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2004, 283 blz., € 17,95