Home Theorie

Theorie

Door René Gude op 11 juli 2000

06-2000 Filosofie magazine Lees het magazine

Griekse polissen lieten met enige regelmaat afgezanten naar toneelvoorstellingen in andere steden gaan. Dat was niet bedoeld als declarabel uitstapje voor hoogwaardigheidsbekleders. Het was de uitdrukkelijke bedoeling dat die volksvertegenwoordigers niet ziende blind waren en dat zij er wat van mee naar huis zouden nemen. Het was hun taak om ‘een kijk’ op de zaken in – laten we zeggen – Athene mee terug te nemen naar Sparta als ijkpunt voor de dagelijkse praktijk thuis.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Het Oudgriekse woord voor ’toneelvoorstelling’ is ’theoria’. Acteurs voeren door liefde, haat, list en goede bedoelingen gedreven handelingen op en het publiek ziet naar dat schouwtoneel zonder directe betrokkenheid, maar door de herkenbaarheid wel ter lering en vermaak. Je kijkt, zonder direct belanghebbend te zijn, met eigen ogen naar de beslommeringen van anderen. Dat stelt je vervolgens in staat om met andere ogen naar je eigen beslommeringen te kijken. Je kunt daarna zelfgenoegzaam blijven, gematigd verbeteringsgezind worden of zelfs radicale veranderingen entameren, maar dan zitten we alweer tot over onze oren in de praktische kwesties. Het kan helemaal geen kwaad om het theoretiseren, het belangeloze schouwen een wijle vol te houden. De praktijk eist haar rechten toch altijd weer op.

In onze moderne tijd hoeven wij niet eens meer naar een andere stad te reizen om naar kunstmatig gestommel op losliggende planken te koekeloeren. Wij hebben de techniek om het dagelijks leven van anderen, onbemiddeld door acteurs, thuis gepresenteerd te krijgen. Voor fotograaf Wim Oskam is ‘wachten’ een belangrijk werkwoord. Hij wacht met zijn camera tot zijn eigen drijfveren weggeëbd zijn en tot alleen de opzet, de bedoeling van de beschouwde mensen en objecten overblijft. In het gunstigste geval ontbreekt de regie volledig en wordt de voorstelling volledig bepaald door het gefotografeerde. Dat stelt de toeschouwers in staat tot contemplatio, speculatio en consideratio of in een alleraardigste Nederlandse uitdrukking: dat stemt tot nadenken. Dit soort theoretiseren is balsem op de ziel voor iedere rechtgeaarde pragmaticus.

Duiding van het begrip ‘Theorie’ is mooi uitgewerkt in het Historisches Wörterbuch der Philosophie, Schwabe & Co, Basel, Band 10, 1998.