Home Tegen de christelijke arrogantie

Tegen de christelijke arrogantie

Door Mels-Werner Dees op 06 januari 2020

Cover van 01-2020
01-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Met scherpe ideeën over uitbuiting van de aarde en de multiculturele samenleving maakte Etienne Vermeersch vrienden, maar zeker ook vijanden. 

Begin dit jaar overleed de Belgische hoogleraar Etienne Vermeersch, door het Vlaamse tijdschrift Knack uitgeroepen tot invloedrijkste filosoof van Vlaanderen. Onlangs verscheen de bundel Nagelaten geschriften, die een goed beeld geeft van de brede interesse van deze denker.

De artikelen in het boek gaan over een breed scala aan onderwerpen: van de religie van Kierkegaard tot het recht op euthanasie, van de multiculturele samenleving tot milieuscepticisme. 

Vermeersch schuwde de controverse niet en maakte met zijn standpunten vrienden en vijanden. Zo wekte hij irritatie op bij de katholieke kerk vanwege een niet-aflatende strijd voor het recht op euthanasie en hadden conservatieven weinig op met de zorg over het milieu en het klimaat die Vermeersch decennialang uitdroeg.

Geld voor sterilisatie

Een constante is Vermeersch’ zorg om het milieu. Vaak haalt hij het boek Silent Spring aan, van Rachel Carson uit 1962. Dat behandelt de milieueffecten van het gebruik van pesticiden. Reflectie op de observaties van Carson vinden we terug in een aantal teksten in Nagelaten geschriften

In een interview uit 2018 uitte Vermeersch zich somber over het feit dat de mens ‘zijn eigen leefwereld om zeep helpt’. Hij kon niet aanvaarden dat inzichten die zich met een ijzeren logica aandienden niet doordrongen tot beleidsmakers. De filosoof, overtuigd atheïst, citeerde het Bijbelboek Prediker: ‘In wijsheid is veel verdriet.’

Zijn pleidooi mondde soms uit in goedkoop scoren

Het ging bij Vermeersch niet alleen over pesticiden, de zure regen of de opwarming van de aarde; hij oefende ook kritiek uit op het uitbuiten van de aarde, de grote vraag naar consumptiegoederen en de uitbreiding van het technisch productiepotentieel. 
Vermeersch verweet de westerse mens dat hij ‘met christelijke arrogantie tegenover de natuur’ meende zijn omgeving te mogen overheersen. Dat combineerde hij met de eurocentrische stelling dat ontwikkelingslanden ‘geen recht’ hadden op een inhaalslag. Het feit dat westerse landen de aarde konden uitbuiten en decennialang met hun uitstoot het klimaat beïnvloedden, betekende voor Vermeersch niet dat ontwikkelingslanden die fout ook mochten maken, of gecompenseerd moesten worden door rijke landen. 
Om het milieuprobleem op te lossen pleitte Vermeersch voor geboortebeperking. Daarom vond hij het onbegrijpelijk dat overheden het krijgen van kinderen subsidieerden. En hij ging verder, waarbij zijn pleidooi soms uitmondde in goedkoop scoren.

Zo stelde hij voor om in geval van een ramp in de derde wereld geen dekens te sturen, maar geld te geven aan vrouwen die zich lieten steriliseren. Ook beweerde Vermeersch bijvoorbeeld dat China’s eenkindpolitiek goede gevolgen had voor de positie van meisjes: ‘Als je maar één kind hebt en het is een meisje, ga je uiteraard alles investeren in haar opvoeding.’ Met die opmerking ging Vermeersch voorbij aan het feit dat in China wel heel veel meer meisjes stierven dan jongens en dat in kindertehuizen vooral meisjes woonden. En dan was er natuurlijk nog het leed dat ouders werd aangedaan doordat ze zich tot één kind moesten beperken.

Hoofddoekjes

Vermeersch schreef bovendien veel over de multiculturele samenleving, en ook op dat terrein was hij niet geheel vrij van eurocentrisme. Zo was hij voorstander van een verbod op hoofddoekjes in publieke functies, omdat Vlaamse christenen zich ook niet meer duidelijk herkenbaar kleedden: ‘In (…) alledaagse contacten confronteert men anderen niet ongevraagd [meer] met de eigen wereldbeschouwelijke inzichten. Zelfs de priesters (…) hebben afstand genomen van opvallende kledij.’ De discussie over hoofddoekjes ging volgens Vermeersch niet over godsdienstvrijheid. ‘Het publiek opdringen van markante godsdienstige symbolen in een maatschappij die daarvan afscheid had genomen is de eigenlijke bron van het conflict, niet een plotse reactie van onverdraagzaamheid of islamofobie.’

Weliswaar benadrukte de filosoof zijn afkeer van racisme, maar hij maakte ook regelmatig bezwaar tegen wat hij ‘rootisme’ noemde: de houding van mensen die in West-Europa zijn geboren, maar zichzelf toch beschouwen als bijvoorbeeld Turk of Marokkaan. Zoals racisten anderen op basis van hun afstamming in hokjes plaatsen, zo doen ‘rootisten’ dat volgens Vermeersch met zichzelf.

Vermeersch geloofde niet in een leven na de dood. En mocht hij na zijn dood toch voor God staan, dan zou hij zeggen: ‘Je hebt gelogen dat je zwart ziet.’ Wel hoopte de denker voort te leven in zijn werk. De caleidoscoop aan teksten die hun weg vonden naar Nagelaten geschriften biedt in elk geval een toegang tot het oeuvre van Etienne Vermeersch. 

Boekinformatie:
Nagelaten geschriften 
Etienne Vermeersch
Houtekiet
488 blz.
€ 24,99

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.