Home Sitegeist (I): filosofische naklikwerken

Sitegeist (I): filosofische naklikwerken

Door Erno Eskens op 13 augustus 2000

07-2000 Filosofie magazine Lees het magazine

Het web is een goudmijn voor filosofen. Je vindt er de persoonlijke homepage van een denker als Daniel Dennett, oude teksten, filosofische quizzen en programmatuur om contradicties in uw redenering op te sporen. In een zoektocht naar de Sitegeist van het wereldwijde web deze keer: de filosofische naklikwerken.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De Franse Verlichtingsdenker Denis Diderot is vooral bekend geworden door zijn Encyclopédie ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers, par une Société de Gens de lettres. Het is dat beroemde geïllustreerde naslagwerk dat erin slaagde een aardig overzicht te geven van de stand van zaken in de wetenschap. Diderot wilde de enorme vooruitgang in de rationaliteit laten zien. Vol vuur kon hij spreken over de nieuwste uitvindingen en theorieën. En wat had hij graag een uurtje achter uw pc gezeten. Al die kennis binnen handbereik, al die sites die bit by bit beter worden. Wat een vooruitgang: een alomvattende naklikwerk, dat minder dan een plank in beslag neemt.
Alleen al op filosofiegebied zijn er duizenden goede sites te vinden op het web, waarvan er enige tientallen in de geest van Diderots Encyclopedie verder werken. Neemde Internet Encyclopedia of Philosophy, een inmiddels gangbaar overzichtswerk dat dagelijks wordt aangevuld door mensen met kennis van zaken. Het bevat niet alleen een overzicht van termen en stromingen, maar ook van de grote denkers. ‘Denis Diderot was the most prominent of the French Encyclopedists’, lezen we onder de ‘D’. Klik je door op de link naar het lemma ‘encyclopedist’ dan lees je dat dit een groep was van geleerde Fransen die in de achttiende eeuw de Encyclopedie in elkaar zetten. Diderot zou grinniken om de zin: ‘He attacked the conventional morality of the day, with the result (to which possibly an allusion to the mistress of a minister contributed) that he was imprisoned at Vincennes for three months.’ En schrikken van de opmerking: ‘He is said to have been more effective as a talker than as a writer; and his mental qualifications were rather those of a stimulating force than of a reasoned philosopher.’ Wat een onderwaardering van zijn werk en zijn gave om grootse projecten op de rails te zetten. Maar goed, de encyclopedie was ook niet helemaal Diderots uitvinding. De Encyclopédie borduurde voort op een eerder werk van Ephraim Chambers, dat Diderot in 1745 begon te vertalen.
De Encyclopedia Britannica, tegenwoordig integraal op het net te vinden en deels gratis te raadplegen, meldt hierover: ‘Diderot undertook the task with the distinguished mathematician Jean Le Rond d’Alembert as coeditor but soon profoundly changed the nature of the publication, broadening its scope and turning it into an important organ of radical and revolutionary opinion’. De Britannica meldt verder: ‘As a dictionnaire raisonné (“rational dictionary”), the Encyclopédie was to bring out the essential principles and applications of every art and science. The underlying philosophy was rationalism and a qualified faith in the progress of the human mind.’

De Engelsman Francis Bacon had trouwens al veel eerder gedroomd van een boek dat de stand van zaken in de wetenschappen zou beschrijven aan de hand van allerlei korte lemma’s. Maar Diderot was de man die het plan met succes op de rails zette. En met zijn ‘mental qualifications’ was, wat de Internet Encyclopedia of Philosophy er ook over zegt, niets mis. Natuurlijk is het makkelijk om in retrospectief te zeggen dat Diderot in zijn lemma’s de plank soms behoorlijk missloeg. Maar dat is onvermijdelijk omdat veel wetenschappen nog in de kinderschoenen stonden. Zijn missers getuigen eerder van de progressie in het weten dan van enige onkunde. Diderot bemerkte trouwens zelf ook al dat zijn eerste lemma’s alweer waren verouderd toen hij de laatste nog op papier moest zetten. Zo hard kan het gaan met de vooruitgang.
Tot op de dag van vandaag liggen de antiquariaten vol met verouderde deeltjes van veel te duur aangeschafte encyclopedieën. Het is onvermijdelijk als je papieren encyclopedieën verkiest (al blijft de tiendelige Routledge Encyclopedia of Philosophy of het ik-weet-niet-hoeveel-delige Historisches Wörterbuch der Philosophie niet te versmaden). Het web is eigenlijk een geschikter medium om de voortgang van het denken te vatten. Naarmate de kennis vordert kunnen zinnen worden herschreven zonder het hele boekwerk steeds opnieuw naar de drukker te brengen. Een naklikwerk verschilt daarin wezenlijk van het naslagwerk. Goede elektronische teksten worden continu bijgewerkt door wakkere redacteuren en zijn daarmee veel beter in staat de Zeitgeist te vatten.
Het zou te ver gaan om te zeggen dat niets vastligt in de digitale wereld. Het web heeft wel degelijk een geheugen. Je vindt er allerlei oude geschriften, waaronder Diderots oorspronkelijke Encyclopédie. Maar als Diderot ‘vanitas, vanitas’ mompelend zijn eigen naam zou intikken in het zoekformulier van ‘zijn’ site, gebaseerd op zijn oorspronkelijke encyclopedie, zou hij ontdekken dat hij geen toegang heeft tot het naslagwerk. ‘Access restricted to ARTFL subscribing Institutions’. Hoe komt het toch dat dit soort wetenschappelijk onderzoek wordt afgeschermd voor het publiek? Wie zou daar nou baat bij hebben?
Dan maar verder klikken naar de Blupete.com waar e-teksten en biografieën van denkers zijn te vinden. Het ziet er op het eerste gezicht goed geordend uit. Ze kennen in ieder geval het alfabet. Maar de D van Diderot blijkt met name erg leeg te zijn. ‘Not found.’ En dat geldt voor wel meer grote denkers. Zo ook voor het filosofische Personen- und sachregister van de zelfstandig werkende schrijver Michael Podiwinsky. Het bevat weinig lemma’s en de omschrijvingen zijn te mager. Diderot en de encyclopedie komen in het overzicht niet voor. Podiwinsky is een dapper man, maar het schrijven van een encyclopedie vereist meer dan de begaafdheid om letters alfabetisch te ordenen. Je moet een uitgebreid netwerk van mensen hebben die de letters de nodige invulling geven. De eveneens dappere Garth Kemerling ontbreekt het ook aan zo’n netwerk. Zijn niet onaardige Dictionary of Philosophical terms and names geeft daardoor vaak een eenzijdig beeld. De Encyclopédie wordt door hem in een bijzinnetje genoemd, waarna hij ingaat op de kennistheorie, klaarblijkelijk een onderwerp dat hem beter ligt. ‘Diderot promoted Locke’s thought in France through his Pensées sur l’interprétation de la nature (1746) and Lettre sur le aveugles (Essay on Blindness) (1749). In his later years, Diderot wrote essays and plays expressing favored Enlightenment themes, including atheism and social contract theory.’ Hier wordt Diderot voorgesteld als iemand die met name de gedachten van anderen doorgaf. Waarschijnlijk weet Kemerling meer van Locke dan van Diderot. Het bewijst eens te meer het gelijk van de duistere Franse filosoof Henri Mensonge die ooit op een congres in Amerika zei: ‘An Encyclopedia is a giant leap for mankind, but one step too far for a single man.’
Als er een instantie in de wereld is met een uitgebreid netwerk, dan is het wel de katholieke kerk. Dit collectief produceert The Catholic Encyclopedia, een officieel rooms naslagwerkje voor ‘what the Church teaches and has taught’ met ruime aandacht voor filosofie. Er staat een lang en zeer gedegen essay in over de encyclopedisten. ‘It is not possible to mention here all the contributors (about 160) to the work. Diderot himself wrote 990 articles on almost every subject, philosophical, religious, and moral, but especially on the arts and trades. Great care was taken in the treatment of the mechanical arts.’ De kerkelijke encyclopedie neemt Diderot, auteur van La Religieuse, een roman over een lesbische non, in bescherming. En dat terwijl de Verlichte Diderot toch tamelijk expliciet was: ‘Met de darmen van de laatste priester wurgen we de laatste koning.’
Een van de betere encyclopedieën is de Stanford Encyclopedia of Philosophy, althans als je erop komt. Vaak krijg je de mededeling dat de server onvindbaar is, of dat er iets niet helemaal proxy is. Maar het fijne aan de encyclopedie is dat er een heel team van experts aan werkt. De lemma’s over Diderot en de encyclopedie zijn helaas nog niet geschreven, maar dat komt nog wel. In het Duitse taalgebied wordt op soortgelijke wijze hard gewerkt aan een Philosophinnen Lexicon, die uiteraard geen aandacht besteed aan de Diderot (M). Maar dit werk heeft een onzijdige en een masculiene tegenhanger: de Philosophie- en de PhilosophenLexicon. Dat laatste staat stil bij Diderots belangrijkste werken en signaleert, in tegenstelling tot de Dictionary of Philosophical terms and names, dat hij juist bijzonder origineel was in zijn kentheorie: ‘Von Diderot stammt die Idee, daß die Empfindung möglicherweise eine allgemeine Eigenschaft der Materie ist. Die Atome sind Träger von Empfindungen, aus denen das Denken entsteht. Aus der Berührung der Atome entsteht das für die Menschen und das All einheitliche Bewußtsein.’ Weer wat geleerd.
Wie geen zin heeft om alle encyclopedieën afzonderlijk door te klikken, kan terecht bij de Meta-Encyclopedia of Philosophy. Een simpel zoekprogramma dat in een zestal encyclopedieën tegelijk doorzoekt en keurig aangeeft waar wat te halen is. Er is altijd wel een encyclopedie on line die wat zinnigs te melden heeft. Dat is pas vooruitgang, zou Diderot zeggen.