Home Schaduwspel

Schaduwspel

Door Patrick van IJzendoorn op 13 december 2012

Cover van 03-2002
03-2002 Filosofie magazine Lees het magazine

Wat zou er eigenlijk gebeurd zijn met de ijsberg die de Titanic heeft doen zinken? Jean Baudrillard (1929) vraagt het zich af in Dual Principle. Single Principle. Antagonistic principle, één van de dertien essays in de bundel Impossible Exchange.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Hierin begeeft de Franse filosoof zich in de wereld van het Object, van het Niets, van het Kwaad dat er op geheimzinnige wijze voor zorgt dat elk menselijk project tot mislukken is gedoemd, of op zijn best aan z’n eigen succes ten onder gaat. Meestal is het kwade genie onaanwijsbaar, onvindbaar, maar soms krijgt het vorm, bijvoorbeeld als ijsberg. Slechts het, voor ons zichtbare, topje dat boven de zee uitsteekt, vormt het Goede, zo stelt Baudrillard. De wereld van het menselijke subject heeft hij dan allang achter zich gelaten. Daar ligt zijn interesse niet. Het fanatisme waarmee de mens al het negatieve, zijn schaduwkant, probeert uit te roeien – dood, pijn, onzekerheid, onduidelijkheid, geheimzinnigheid, duisternis, absentie, pech – is een zelfmoord in slow-motion.

Dat de mens het slachtoffer van zijn eigen wil wordt, is een geheime strategie van het verleidelijke Object, vermoedt Baudrillard, die zijn bijnaam notre seul penseur radical-fatal eer aan doet. Niet wij denken de wereld, schrijft hij, nee, de wereld denkt ons. Even refereert Baudrillard in dit opzicht aan het godsbeeld van Spinoza. Nu de werkelijkheid door de verleidingskunst is verdwenen in het virtuele, de gebeurtenissen in de informatie, de mens in zijn DNA, het denken in kunstmatige intelligentie en morele waarden of ideologieën in de wereldhandel, rest een grote, betekenisloze leegte, een Niets. Dat is precies het enige waartegen onze unieke wereld, een singulariteit, inwisselbaar is, luidt kort gezegd Baudrillards voornaamste redenering. Buiten zichzelf heeft de wereld geen betekenis. Er is geen controlegroep aanwezig. Juist dat Niets – het ‘Niets-an-Sich’ –  fascineert de object-metafysicus. Het Niets nietst niet, zoals bij Martin Heidegger, het Niets (het ‘Niet-in-de-wereld-zijn’) bezegelt het lot van de mensen, reduceert wat ten onrechte is opgeblazen. Tijdens zijn excursie door deze onbekende wereld – een ‘testorde’ – houdt Baudrillard halt bij kloonfanatici, de schaakwedstrijd tussen Gary Kasparov en de schaakcomputer Deep Blue, het licht in de schilderijen van Johannes Vermeer, fotografie en de dood van Lady Diana in zijn eigen woonplaats. Via deze weg probeert Baudrillard te geraken tot het antwoord op zijn centrale vraag: waarom is er Niets, eerder dan Iets?
 
Impossible Exchange, door Jean Baudrillard, Vertaald door Chris Turner. Uitg. Verso 2001, 152 pagina’s, 152 pagina’s, € 26