Home Populisme in de echokamers

Populisme in de echokamers

Door Natascha Rietdijk op 15 juni 2020

Populisme in de echokamers
Cover van 02-2020
02-2020 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Populistische leiders in Italië flirten openlijk met antivax-ideeën. Volgens Natascha Rietdijk dragen zij daarmee bij aan de creatie van een echokamer, die zich kenmerkt door dogmatisme en wantrouwen jegens buitenstaanders.

Italië heeft een vaccinatieprobleem. Het scoort al jaren hoog op lijstjes van landen met de laagste vaccinatiegraad en de meeste gevallen van mazelen en rodehond. Tegelijkertijd had het tot voor kort de eerste volledig populistische regering van West-Europa, nadat in 2018 maar liefst 64% van de Italiaanse kiezers op een populistische partij stemde. De populariteit van het populisme en de vaccinatiescepsis staan niet helemaal los van elkaar. Beide vloeien voort uit wantrouwen in autoriteiten. Bij antivaxers richt dat wantrouwen zich vooral op de medische wetenschap en de farmaceutische industrie. Populisten hebben het hoofdzakelijk voorzien op de gevestigde politieke orde. Maar vermoedelijk is er meer aan de hand dan deze gedeelde oorsprong. De Italiaanse populistische leiders hebben namelijk, in een poging om stemmen te winnen, openlijk geflirt met antivax-ideeën. Hoewel ze daarmee succes hadden, had deze strategie ook onbedoelde gevolgen.

De casus van de Italiaanse antivaccinatiebeweging laat namelijk zien hoe populistische politici meehielpen aan de creatie van een echokamer. Vaak wordt gedacht dat echokamers ontstaan door algoritmes op sociale media, en dat ze bestaan uit een afwezigheid van tegenspraak. Sommige wetenschappers stellen dat ze in feite heel zeldzaam en dus ook relatief onschadelijk zijn. Ik betoog dat echokamers wel degelijk een reëel gevaar vormen. Ze danken hun bestaan namelijk aan diepgeworteld wantrouwen – wantrouwen dat kan worden aangewakkerd door manipulatie en retoriek.

Het woord echokamer stamt uit de muziekindustrie. Het gaat om een holle, afgesloten ruimte die geluid goed weerkaatst. Dit geeft een natuurlijke echo bij geluidsopnames. De sociale echokamer is een situatie waarin jij je eigen mening steeds herhaald en bevestigd hoort. Dat echo-effect zorgt ervoor dat je nog overtuigder raakt van je eigen standpunt, waardoor ideeën snel kunnen radicaliseren. Het is precies dit versterkende effect dat echokamers politiek en filosofisch interessant maakt. Mensen die zichzelf opsluiten in hun eigen informatiecocons zijn vatbaar voor extremisme en polarisatie.

Toch zijn er mediawetenschappers die hebben geconcludeerd dat echokamers in feite helemaal niet zo’n gevaar vormen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat echte isolatie van informatie heel zeldzaam is. De meeste mensen hebben een behoorlijk gevarieerd mediadieet. Hoewel mensen door sociale media de mogelijkheid hebben om zichzelf te omringen met gelijkgestemden, is er ook altijd onvermijdelijk een confrontatie met tegengestelde meningen. Wat dat betreft kunnen we dan ook moeilijk het internet of Facebook de schuld geven van maatschappelijke polarisatie.

Echte isolatie van informatie is heel zeldzaam

Je zou kunnen denken dat de kous daarmee af is en dat echte echokamers niet bestaan. Maar de Amerikaanse filosoof Thi Nguyen biedt een alternatieve verklaring voor de onderzoeksresultaten van de mediawetenschappers. Deze wetenschappers gaan er namelijk allemaal vanuit dat een echokamer bestaat uit de absolute afwezigheid van tegengestelde ideeën. Die mate van isolatie is inderdaad zeldzaam en filosofisch niet zo interessant. Nguyen kiest ervoor om dit soort informatieruimte niet een echokamer, maar een epistemische- of kennisbubbel te noemen. Binnen zo’n bubbel kom je niet of nauwelijks in aanraking met meningen die anders zijn dan de jouwe. Dit kan komen door algoritmes maar ook, zoals tijdens de verzuiling, door een vorm van sociale selectie. Mensen hebben nu eenmaal de neiging vooral om te gaan met personen die hun waarden delen. Maar zelfs als ik een klimaatscepticus ben, kan ik niet om het nieuws over Greta Thunberg heen. En zelfs als ik overtuigd socialist ben, zit ik nog naast mijn conservatieve vader aan het kerstdiner. Een epistemische bubbel is dus relatief ongevaarlijk, want hij is makkelijk te doorbreken.

Arrogantie en wantrouwen

In echokamers, waar mensen sterk overtuigd zijn van hun eigen gelijk, is het probleem niet zozeer dat zij nooit tegengestelde meningen horen. Wat zo problematisch is, zegt Nguyen, is dat mensen in echokamers buitenstaanders niet vertrouwen. Onderling vinden echokamerleden elkaar juist extra geloofwaardig. Maar van iedereen die het met hen oneens is, geloven kamerleden dat ze ongeïnformeerd of kwaadwillend zijn. Het is deze asymmetrie in vertrouwen die de leden isoleert van de buitenwereld. Epistemische bubbels en echokamers zijn dus weliswaar allebei gesloten netwerken, maar de manier waarop ze gesloten zijn verschilt. In epistemische bubbels komen andere meningen simpelweg niet aan bod. In echokamers daarentegen worden andere meningen actief ondermijnd. Ze ontstaan door manipulatie van vertrouwen. Lidmaatschap van de echokamer draait om een paar centrale overtuigingen. Een deel van die overtuigingen bestaat precies uit redenen om buitenstaanders niet te vertrouwen. Veel echokamers zijn dan ook gebouwd op samenzweringstheorieën.

Centraal in echokamers staat dus een epistemische houding van extreem dogmatisme over de eigen overtuigingen tegenover een extreem scepticisme over de argumenten van buitenstaanders. Er is sprake van een zekere kleingeestigheid, terwijl de mensen in de echokamer zichzelf juist als vrijdenkers zien. Ze zijn ook inconsistent, want hoewel insiders totaal onvatbaar zijn voor tegenbewijs van buiten, zijn ze juist erg goedgelovig naar elkaar toe. Dit zijn allemaal voorbeelden van wat Brits-Keniaans filosoof Quassim Cassam epistemische ondeugden noemt: karaktertrekken, houdingen of denkwijzen die het vergaren en delen van kennis systematisch in de weg zitten. Zoals ethische deugden een goed handelend mens beschrijven, beschrijven epistemische deugden een goed denkend mens, en epistemische ondeugden de verschillende manieren waarop we de fout in kunnen gaan. Een belangrijke ondeugd in de echokamer is arrogantie: een overschot aan zelfvertrouwen dat het negeren van tegenspraak schijnbaar legitimeert. De Amerikaanse denker Michael Lynch waarschuwt dat arrogantie de bereidheid om naar elkaar te luisteren sterk ondermijnt, terwijl die bereidheid cruciaal is voor democratie.

Het feit dat alles in echokamers draait om wantrouwen maakt ze een stuk gevaarlijker dan epistemische bubbels. Ze zijn bijna niet te doorbreken omdat ze immuun zijn voor tegenbewijs. Als een buitenstaander met goede argumenten tegen jouw denkbeeld komt, is dat alleen maar extra reden om hem of haar niet te vertrouwen. Waar een epistemische bubbel dus spontaan zou breken bij de confrontatie met tegenbewijs, kan dit een echokamer juist verder versterken. Het ultieme voorbeeld van een echokamer is Pizzagate, een groep die op kanalen zoals 4chan en 8chan claims verspreidde over Hillary Clinton. Zij zou volgens deze groep samen met andere hooggeplaatste Democraten een mensensmokkel- en pedofilienetwerk runnen vanuit een pizzarestaurant in Washington DC. Een 28-jarige Amerikaan besloot daarop, gewapend met een geweer, zelf het restaurant te onderzoeken om de kinderen te redden. Hij loste drie schoten en werd opgepakt. Hoewel hij niets had aangetroffen in het restaurant en zei spijt te hebben van hoe hij dit had aangepakt, gaf hij zijn geloof in de samenzweringstheorie niet op.

Echokamers zijn bijna niet te doorbreken omdat ze immuun zijn voor tegenbewijs

Nguyens onderscheid verklaart waarom mediawetenschappers het probleem met echokamers niet zien. Zij zoeken namelijk alleen naar symptomen van epistemische bubbels, niet naar het wantrouwen dat echokamers karakteriseert. Dat is namelijk ook heel moeilijk te meten. Hoewel deze wetenschappers gelijk hebben dat kennisbubbels zeldzaam en redelijk ongevaarlijk zijn, geldt dit niet voor echokamers. Leden van echokamers komen wel degelijk in aanraking met tegengestelde meningen, maar zij nemen deze helemaal niet serieus. Sommige leden gaan misschien zelfs actief op zoek naar informatie die strijdig is met hun eigen denkbeelden, alleen om deze te ontkrachten. Het is goed te begrijpen hoe dat soort gedrag en extreem wantrouwen een belangrijke factor kan zijn in radicalisering en polarisatie. Communicatiewetenschappers Jamieson en Capella hebben bijvoorbeeld laten zien dat de conservatieve media in de Verenigde Staten vanaf de jaren ‘80 bij hebben gedragen aan zo’n echokamer. Rechtse presentatoren en journalisten citeerden selectief, schermden hun publiek af van ongewenste informatie, brachten politieke tegenstanders in diskrediet en trokken de geloofwaardigheid van de mainstream media in twijfel. Zo creëerden ze een sterke groepsidentiteit met asymmetrische vertrouwensrelaties.

Er zijn verschillende verklaringen voor het ontstaan van echokamers. Zoals gezegd zijn mensen van nature geneigd gelijkgestemden op te zoeken. En tot op zekere hoogte is het best rationeel om eerder die mensen te vertrouwen met wie je het op andere vlakken al eens bent. Dit soort gedrag vertonen we allemaal. Het probleem ontstaat pas als we de bevestiging van die gelijkgestemden weer gaan beschouwen als reden om te denken dat we zelf gelijk hebben. Dit is een cirkelredenering, want we hebben die mensen in de eerste plaats uitgekozen omdat ze het met ons eens zijn. Zo ontstaat dus een feedbackspiraal van zelfvertrouwen en bevestiging. Aangezien echokamers bestaan uit epistemische ondeugden zou je ook kunnen denken dat ze vooral te wijten zijn aan slechte karaktertrekken, zoals koppigheid en arrogantie, die sommige mensen nu eenmaal meer hebben dan anderen. Maar echokamers kunnen, zoals Nguyen aangeeft, ook gecreëerd worden door actieve manipulaties van vertrouwen. Dat is hoe volgens Jamieson en Capella de conservatieve echokamer in de Verenigde Staten werd gevormd, en ik denk dat het een grote rol heeft gespeeld in de popularisering van de antivaccinatiebeweging in Italië.

Antivax in Italië

Tegenstanders van vaccinatie bestaan al zolang er vaccins zijn. Van het begin af aan waren er twijfels over de effectiviteit en zorgen over bijwerkingen. Toch was gedurende het grootste deel van de 20e eeuw gewetensbezwaar de belangrijkste reden om niet te vaccineren. Het ging dan vooral om gelovigen die vonden dat vaccinatie in strijd is met de goddelijke wil. In mindere mate speelden ook angsten over veiligheid, holistische overtuigingen over gezondheid en zorgen over interventie van de overheid in persoonlijke aangelegenheden een rol. Een belangrijk keerpunt was een berucht artikel over het verband tussen het BMR-vaccin (tegen de besmettelijke kinderziekten bof, mazelen en rodehond) en autisme, dat in 1998 gepubliceerd werd in The Lancet. Veel andere studies spraken dit resultaat tegen en in 2010 werd het stuk teruggetrokken door het medische tijdschrift. Maar tegen die tijd was het al te laat om de stroom van misinformatie over vaccinatie en antivaccinatie-activisme te stoppen.

Tegen die tijd was het te laat om de stroom van misinformatie over vaccinatie te stoppen

Ook in Italië was de impact van het artikel groot. Al vanaf de jaren ‘30 zijn enkele vaccins daar verplicht gesteld. Aangezien weigering om te vaccineren echter vrijwel nooit bestraft werd, waren vaccins gedurende lange tijd geen thema op de publieke agenda. Uitgesproken antivaxers waren er wel, maar zij vormden een marginale beweging, te klein en te ideologisch versnipperd om politieke aandacht aan te schenken. Toch begon vanaf 2010 de vaccinatiegraad steeds verder terug te lopen. In 2012 en 2014 kregen twee Italiaanse kinderen financiële compensatie vanwege wat de rechtbank beoordeelde als door vaccins veroorzaakt autisme.

De rechters baseerden hun uitspraak op het toen al enkele jaren teruggetrokken artikel uit The Lancet. Zeer waarschijnlijk hebben deze uitspraken verder bijgedragen aan twijfel onder de Italiaanse bevolking over de veiligheid van vaccins. Vooral tegen het BMR-vaccin bestaat veel weerstand. Kinderen horen dit vaccin twee keer toegediend te krijgen, maar vooral de tweede prik wordt vaak uitgesteld of helemaal niet gehaald. De terughoudendheid ten aanzien van vaccins groeide in deze periode sterk. Het aantal kanalen op sociale media voor ouders met deze twijfels nam toe. De immunisatiegraad daalde intussen verder, tot ver onder de benodigde 95% voor groepsimmuniteit. Dit leidde al gauw tot meer mazelenuitbraken met voor enkelen een dodelijke afloop.

Onvrede leidde tot succes bij populistische partijen

De Italiaanse minister van Gezondheid, Beatrice Lorenzin, besloot hierop in 2017 om de wetgeving aan te scherpen en nog meer vaccins verplicht te stellen. Ongevaccineerde kinderen onder de zes zouden geweigerd worden op de opvang en op school; ouders van ongevaccineerde kinderen tussen de zes en de zestien kregen een boete tot vijfhonderd euro. Deze maatregel maakte het ineens een stuk lastiger voor ouders om ongestraft vaccinaties uit te stellen of te weigeren. Politici van coalitie- en oppositiepartijen verdedigden het besluit. Voormalig premier Silvio Berlusconi noemde de wet op Facebook ‘in het levensbelang van kinderen.’ Bij een groot deel van de toch al vaccinatieterughoudende Italianen schoot het besluit echter in het verkeerde keelgat. Het was hun onvrede die een jaar later tot het overweldigende verkiezingssucces van de populistische partijen leidde.

 

Flirtend populisme

Ouders met twijfels over vaccinatie hadden lange tijd geen politieke vertegenwoordiger die hun zorg aankaartte. Antivaccinatie was daarmee een grotendeels apolitiek standpunt. Alleen randfiguren, waaronder de cabaretier Beppe Grillo, waren openlijk sceptisch over het nut en de veiligheid van vaccins. Maar gedurende de periode dat de vaccinatiegraad terugliep en het Lancetartikel stof deed opwaaien was dezelfde Grillo bezig met zijn entree in de politieke arena. In 2009 begon hij de Movimento 5 Stelle, M5S, oftewel de Vijfsterrenbeweging. Daarvoor was zijn vaccinatiescepsis vooral een deel van zijn stand-up routine. Maar vanaf de oprichting van zijn partij begon hij serieuze blogposts met titels als ‘Vaccins kunnen doden’. Hij legde daarin verbanden tussen de dood van een kind en economische prikkels in de gezondheidszorg. In een ander stuk suggereerde hij dat de bijwerkingen van vaccins even ernstig kunnen zijn als de ziekte waartegen ze zouden moeten beschermen. In 2013 was de Vijfsterrenbeweging voor het eerst verkiesbaar en haalde zij meteen 25% van de stemmen. De overwinning in 2018, na de impopulaire introductie van de Lorenzinwet, was nog overweldigender voor deze nieuwe populistische partij.

Populisme is een omstreden term, niet in de laatste plaats omdat deze negatieve connotaties heeft. Ik ga hier uit van de veelgebruikte definitie van politiek wetenschapper Cas Mudde. Hij noemt populisme een ‘dunne ideologie’ die de samenleving verdeelt in twee kampen: het ‘zuivere volk’ en ‘de corrupte elite’, waarbij politiek een uitdrukking zou moeten zijn van de wil van het volk. Een ‘dunne ideologie’ houdt in dat populisme nooit alleen op zichzelf bestaat, maar zich altijd aansluit bij een bestaande ideologie zoals nationalisme of socialisme. Dit betekent ook dat populisten evengoed links als rechts kunnen zijn, en alles ertussenin.

Door antivaxers politiek te mobiliseren, kun je stemmen winnen

De Vijfsterrenbeweging voldoet volledig aan deze definitie. Ze presenteerde zich van het begin af aan als anti-establishment en zette zich af tegen traditionele partijen en tegen de mainstream media. Beppe Grillo beloofde het parlement ‘open te breken als een blikje tonijn’, en corruptie aan te pakken. De Vijfsterrenbeweging zou meer directe democratie mogelijk gaan maken door gebruik van een internetplatform, en zo de traditionele media omzeilen. Ze noemde zichzelf met opzet ook geen partij maar een beweging, onconventioneel, die zich niet zou laten labelen als links of rechts. Ze combineerde conservatieve standpunten over immigratie met progressieve ideeën over economie en klimaat. De beweging is expliciet populistisch: ze beroept zich op de stem van het echte volk tegen een zittende elite.

Al in 2015 diende de Vijfsterrenbeweging een wetsvoorstel in tegen verplicht vaccineren. Ze beriep zich hierbij op ‘de link tussen vaccinaties en specifieke ziekten zoals leukemie, vergiftiging, ontstekingen, immunodepressie, erfelijke genetische mutaties, kanker, autisme en allergieën.’ De partij voerde campagne op antivaccinatieplatformen en had zo haar eigen verklaring voor de toename in mazelenuitbraken. Deze toename had volgens haar te maken met de driejaarlijkse cyclus van de ziekte, waar altijd een terugkerende piek in te verwachten was. En sommigen, zoals de regionale Vijfsterrenpoliticus Andrea Liberati, hintten op een samenzwering: ‘Er speelt duidelijk [ook] een commercieel element hier, een noodzaak voor grote farmaceutische bedrijven om geld te verdienen.’ In de verkiezingscampagne van 2017 en 2018, nadat de wetgeving was aangescherpt, werd antivaccinatie een nog centraler partijpunt. Vaccinatieterughoudendheid was op z’n hoogst en Grillo zag zijn kans schoon. Door de antivaxers politiek te mobiliseren zou hij veel stemmen kunnen winnen. Met succes. In 2018 zou de beweging bijna één derde van alle stemmen krijgen en gaan regeren met een andere mediagenieke populistische partij: de Lega Nord van Matteo Salvini.

Ook Lega, opgericht in 1991, identificeert zichzelf als anti-establishment, anti-globalistisch en anti-immigratie. Maar in tegenstelling tot de Vijfsterrenbeweging is de Lega meer uitgesproken rechts en meer traditioneel populistisch. De oplossing voor de kloof tussen elite en volk ligt volgens Lega in sterk leiderschap en bekrachtiging van de nationale identiteit. De Lega zet zich af tegen bestaande partijen en tegen de macht van de EU. Salvini’s persoonlijke Facebook is en was een belangrijk instrument voor communicatie met de achterban. Dit werd dan ook de plek waar hij, toen hij het succes opmerkte van zijn Vijfsterrencollega’s, steeds meer vaccinatiesceptische berichten ging plaatsen. Salvini benadrukte naar buiten altijd dat hij op zich niet tegen vaccinatie was, maar alleen tegen een wettelijke verplichting om te vaccineren. Toch postte hij in april 2017 het suggestieve Facebookbericht: ‘De eerste Italiaanse arts die nee zei tegen vaccins is ontslagen. Wat denken jullie?’ Zelfs na het verkiezingssucces noemde Salvini, toen minister van Binnenlandse Zaken, de tien verplichte Lorenzin-vaccins ‘nutteloos en in veel gevallen gevaarlijk.’

Na de vorming van de coalitie werd het standpunt over vaccinatie ietwat genuanceerd. De eerste volledig populistische regering van West-Europa is inmiddels gevallen en de Lorenzin-wet is, na een korte onderbreking, weer volledig van kracht. Lega zit niet meer in het kabinet, maar staat er wel bijzonder goed voor in de peilingen. De Vijfsterrenbeweging is wat teruggezakt, maar doet het niet slecht en regeert nog altijd. De flirt met antivaccinatieretoriek heeft de beide partijen duidelijk geen windeieren gelegd. Maar waar zij zich misschien niet bewust van zijn is de invloed die zij omgekeerd gehad hebben op de Italiaanse antivaccinatiebeweging.

 

Populistische retoriek in de echokamer

Voordat antivaccinatie salonfähig werd in Italië, was het geen grote beweging. Veel ouders waren wel laks of terughoudend met de vaccins, maar weinig van hen hadden fundamentele bezwaren. Voor zover die er wel waren, waren ze vooral levensbeschouwelijk van aard. De groep van vaccinatieweigeraars was ideologisch en politiek verdeeld. Omdat ze geen gedeelde redenen hadden om buitenstaanders te wantrouwen, was er hier niet of nauwelijks sprake van een echokamer. De groep van radicale antivaxers was bovendien te gering om enig gevaar te vormen.

Recentelijk is onderzocht welke redenen Italianen tegenwoordig geven om te twijfelen over vaccinatie. De meesten noemden bezwaren tegen het toedienen van vaccins, zorgen over bijwerkingen en angst voor het effect van de vaccinatie op hun kinderen. In een andere studie, waar gevraagd werd naar argumenten tegen verplichte vaccinatie, gaven mensen vooral aan dat deze verplichting in het belang van farmaceutische bedrijven is, tegen keuze- en gewetensvrijheid, dat de vaccins te sterk zijn voor kinderen en dat ze schadelijk zijn omdat ze zware metalen kunnen bevatten en tot autisme kunnen leiden. Veel van deze redenen zijn verbonden aan wantrouwen, sommige zelfs aan samenzweringsdenken. Dat is extra opvallend, omdat de ondervraagden mensen waren die twijfelden aan vaccinatie of over de wettelijke verplichting tot vaccinatie. Die laatste categorie is veel breder dan radicale antivaxers die ronduit tegen toediening van vaccins zijn. Je zou verwachten dat hun redenen dan ook meer om vrijheid dan om veiligheid zouden draaien.

De groep van vaccinatieweigeraars was aanvankelijk ideologisch en politiek verdeeld

Naast deze verschuivingen in de motivatie achter vaccinatiescepsis is het algehele vertrouwen van de Italiaanse bevolking in vaccins sterk afgenomen vanaf 2010, met alle gevolgen van dien. Dat kan voor een deel verklaard worden door het Lancet-artikel en de rechtbankuitspraken, en door de mogelijkheid om gelijkgestemden te vinden op internet. Maar uiteraard heeft de politieke mobilisering van de anti-vaccinatiebeweging ook een grote impact gehad. Doordat invloedrijke politici zoals Grillo en Salvini openlijk twijfelden aan de veiligheid van vaccins, hebben zij bijgedragen aan de normalisering van vaccinatiescepsis. De scepsis veranderde van het stokpaardje van een excentrieke minderheid in een legitiem politiek standpunt. Door te focussen op zorgen over de veiligheid wisten zij bovendien de twijfelaars meer te verenigen.

Zo heeft het populisme de echokamer zowel vergroot als versterkt. Het waren niet de gelovigen of de holisten die bevestiging kregen, maar de aanhangers van complottheorieën. Salvini, wiens officiële standpunt alleen te maken had met de verplichting tot vaccineren, hintte op de (wetenschappelijk weerlegde) link met autisme. Bovendien insinueerde hij dat het ontslag van een antivax arts gemotiveerd was door andere belangen dan de volksgezondheid. De Vijfsterrenbeweging verwees zelfs naar perverse economische belangen van de farmaceutische industrie en een heel scala aan vaccin-gerelateerde ziektes.

Voor de opkomst van deze populistische partijen waren de vaccinatiesceptici in Italië nauwelijks verenigd. Maar nieuwe politieke autoriteiten gaven de Italianen heldere redenen om provaxers te wantrouwen; een echokamer verrees. Op antivax Facebookpagina’s worden links gedeeld over het ontslag van wetenschappers die een link met autisme hebben aangetoond. Samenzweringstheorieën sterken de epistemische arrogantie van de leden. Er wordt dogmatisch omgegaan met mogelijk tegenbewijs: uitbraken van de mazelen worden afgeschreven als fake news of als direct resultaat van het overenthousiaste vaccinatiebeleid – een gemuteerd virus. Vaccinatiesceptische politici en artsen worden niet-kritisch geciteerd of zelfs verwelkomd als ‘een van ons’. Opponenten worden vergeleken met tirannen en nazi’s, die niet-gevaccineerde kinderen van scholen weigeren en gevaarlijke experimenten uitvoeren op kwetsbare mensen. Onder de hashtag #Vaccinazismo wordt het wantrouwen tegen buitenstaanders online en op billboards verspreid. De vertrouwensasymmetrie maakt dit een echokamer bij uitstek. Het is niet te ontkennen dat de populistische retoriek van de Vijfsterrenbeweging en Lega Nord hiervoor gedeeltelijk verantwoordelijk is.

 

Verre van onschuldig

Misschien lijkt de manier waarop vaccinatie en populistische partijprogramma’s met elkaar verweven zijn, onontkoombaar. Het populistische wantrouwen tegen autoriteit past immers perfect bij antivaccinatiesentimenten. Toch is dit te voorbarig. Wie precies tot het establishment gerekend wordt is tenslotte allesbepalend. De Vijfsterrenbeweging had haar kritiek op de macht van de farmaceutische industrie ook kunnen uiten zonder expliciet vaccinaties af te keuren en toch nog enkele antivax stemmen kunnen winnen. In plaats daarvan koos ze om de veiligheid van vaccins zelf te betwijfelen en daarmee een gevaarlijk denkbeeld te verspreiden en te normaliseren.

De consequenties hiervan zijn breder dan de terugkeer van dodelijke kinderziektes. Met het bevragen van de veiligheid van vaccins wordt ook de betrouwbaarheid van alle instituten achter het vaccin in twijfel getrokken. Het systeem van zorgverleners en wetenschappers dat de veiligheid van medicijnen en andere medische ingrepen zou moeten waarborgen, heeft dan namelijk gefaald. En dat kan bijna geen toeval zijn. Vaccinatiescepsis leidt al snel tot een algemene afkeer van feiten en expertise. Dat is zeer problematisch voor een democratie, die moet steunen op een minimale consensus en wederzijds vertrouwen.

Populisme heeft de echokamer zowel vergroot als versterkt

De Italiaanse populisten hebben de antivax echokamer gelegitimeerd en extra ammunitie gegeven. Ze hebben bijgedragen aan wantrouwen in mainstream media, politiek en experts. Hun flirt met antivaccinatie heeft hen stemmen opgeleverd en was uiteindelijk, door de creatie van een echokamer en de bevordering van polarisatie, verre van onschuldig.

Natascha Rietdijk is promovendus aan Tilburg University bij het departement Filosofie. Ze onderzoekt zogenaamde ‘post-truth-politiek’: een vorm van retoriek waarbij waarheid er niet toe lijkt te doen. Haar onderzoek is gericht op de vraag wat deze stijl van politiek bedrijven betekent voor het vergaren en delen van kennis.


Literatuur

Cassam, Q. (2018), Vices of the mind: From the intellectual to the political. Oxford: Oxford University Press.

Jamieson, K.H. en J.N. Capella (2008), Echo chamber: Rush Limbaugh and the conservative media establishment. New York: Oxford University Press.

Lynch, M.P. (2018), Arrogance, truth and public discourse. Episteme, 15: 283-296.

Nguyen, C.T. (2018), Escape the echo chamber. Aeon. Online via https://aeon.co/essays/why-its-as-hard-to-escape-an-echo-chamber-as-it-is-to-flee-a-cult.