Home Ongelezen boeken: Georg Simmel – Philosophie des Geldes (1900)

Ongelezen boeken: Georg Simmel – Philosophie des Geldes (1900)

Door René Gude op 22 januari 2013

05-2002 Filosofie magazine Lees het magazine

In korte tijd verzamel je meer boeken dan je kunt lezen. Hoe kom je aan een motief om één van die boeken ook echt van kaft tot kaft te lezen? De beste ongelezen boeken aan de hand van de inhoudsopgave, de eerste en de laatste zin. Deze keer: het geld van Simmel. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Als we nou eerst even rustig rekenen, dan hoeven we misschien niet eens na te denken. De Filosofie van het geld van Georg Simmel kost € 46,- bij www.bol.com en daar komen € 5,- verzendkosten bij voor de zwaar gebonden band die 585 dichtbedrukte pagina’s bevat. Bij deze € 51,- moeten we dan volgens de Eerste Hoofdwet van de Monetaire Dynamica, ‘Tijd is geld’, de twee werkweken optellen, die de nodig zijn om het werk van kaft tot kaft door te nemen. Dan komen we op zo’n € 1200,- (netto). Eindtotaal van uitgaven en inkomstenderving: €1251,-. Deze kostenanalyse is waterdicht. Als we dit rekenmodel automatiseren in een excellsheet – in de ‘computer’ dus, het woord zegt het al – dan kunnen we het standaard inzetten bij al onze boekenaankopen. Er gloort weer hoop voor de Nieuwe Economie: niet meer denken èn niet meer rekenen. Maar we zijn er nog niet.

De batenanalyse is een stuk ingewikkelder, omdat daar de winstverwachting en andere ideële projecties in het spel komen, maar daar kunnen we in dit specifieke geval heel kort over zijn. Als homo economicus bedenken wij nu koelbloedig dat €1251,- overeenkomt met de downpayment voor een MBA-opleiding in Nijenrode. Onze werkgever vindt het bovendien goed dat wij die opleiding – all expenses paid – in werktijd volgen. Dat betekent dat wij het anders gederfde salaris nu in feite op de koop toe krijgen en wij beschikking houden over de auto van de zaak. Omdat wij nu eenmaal geen dief zijn van de eigen portemonnee, is de beslissing gauw genomen: dit boek blijft ongelezen.
 

Tweede Wereldoorlog

Toch even in het voorwoord kijken wat we missen. Simmel knalt er meteen lekker in. Het doel van zijn onderzoek is ‘slechts’ om van de oppervlakte van de economische gang van zaken door te dringen tot de laatste waarden en betekenissen van al het menselijke. En dat lukt volgens Simmel nooit als je alleen maar blijft spelen met theorieën over vraag en aanbod, ruil en ruilmiddelen, productievormen en vermogenswaarden. De wetenschappelijke economie levert maar één van de perspectieven. Je hebt voor een volledig verhaal tenminste ook nog de psychologie – “misschien zelfs de pathologie”, grapt Simmel – de algemene geschiedenis en de sociologie nodig. De taak van de filosofie toont zich aan de buitengrenzen van de speciale wetenschappen als de tastbare resultaten loskomen. Volgens Simmel moet er een filosofische bewerking van het materiaal plaatsvinden “als we de gefragmenteerde bevindingen van de positieve wetenschappen tot een samenhangend wereldbeeld willen verenigen, zodat we de resultaten weloverwogen kunnen toepassen op het geheel van het leven.”
 
Je kunt wel zien dat Simmel van voor de Tweede Wereldoorlog is, want een dergelijke pragmatische taakstelling voor de filosofie hebben wij reeds lang achter ons gelaten. In ons stormachtige tijdsgewricht zijn de afzonderlijke wetenschappen zélf pragmatisch. Het is op het ogenblik heel onbeleefd om naar vooronderstellingen van wetenschappen te vragen. Die zijn een privé-aangelegenheid van de individuele wetenschapper. Wij nemen genoegen met de cash value van de eindproducten die door burgers, politici, bedrijven en NGO’s in de praktijk ingezet kunnen worden voor de concrete doelen, bijvoorbeeld het voorspellen van een economische crisis of het kostenefficiënt genezen van kanker. Ook de taak om “abschliessende Begriffe zu einem Weltbild zu ergänzen und auf die Ganzheit des Lebens zu beziehen” ligt bij de individuele burgers en hun vertegenwoordigers in het parlement, die contact houden via referenda en brede maatschappelijke discussies.
 

Haute cuisine

Maar terzake. Waarom heeft Simmel het een boek lang over ‘geld’? In zijn ogen is het een uitmuntend onderwerp om de betrekkingen te illustreren tussen de meest uiterlijke, direct werkzame en toevallige verschijnselen enerzijds en de meest ideële mogelijkheden, de diepste beweegredenen in het privé-leven en onze gezamenlijke geschiedenis anderzijds. Geld toont namelijk niet slechts de principiële waardevrijheid (indifferentie) in de zuivere economische praktijk, maar is zogezegd de waardevrijheid (indifferentie) zèlf. Zo’n mantra klinkt altijd een beetje hermetisch, maar het doet wel recht aan de empirische constatering dat de economische praktijk nooit waardevrij is, terwijl geld zelf dat altijd wel is. Geld is een wonderbaarlijk goedje. Geld is een substantieloze abstractie, het is pure mogelijkheid en heeft daarom de sterkst denkbare betrekking op ALLES (niets in het bijzonder dus) wat het leven belangrijk maakt. Dankzij geld kan iemand zich tijdelijk losmaken van de moordende causale afwisseling van drift en directe bevrediging. Geld maakt het mogelijk om blinde drift te verrijken met een doelgerichte affectie: “Wir empfinden uns hier gleichsam nicht von hinten getrieben, sondern von vorn gezogen.” Hongergevoelens, sekslust en territoriumdrift zullen nooit verdwijnen, maar dankzij geld kun je er een aardige uitwerking aan geven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan haute cuisine, liefde voor je partner en het harken van je tuin. In de financiële ruimte tussen behoefte en bevrediging speelt zich alles af wat wij ‘cultuur en beschaving’ noemen.

Let wel: ook de zwarte kanten. Je kunt met geld ook heel akelige doelstellingen bekostigen. Waarom zou je bijvoorbeeld niet je peperdure kanonnen juist op de zwakste bevolkingsgroepen richten, om zeker te zijn van die uiterst aantrekkelijke overwinning?  Dat is financieel gesproken veruit de beste strategie. De Tweede Hoofdwet van de Monetaire Dynamica luidt daarom in al zijn volledigheid: Geld is de wortel van alle wensen, die op hun beurt de vader zijn van alle gedachten die goed en kwaad maken tot wat zij zijn.

Een andere zwarte kant is dat je helemaal geen concrete doelen meer stelt, maar genoegen neemt met geld als abstract doel in zichzelf. Causa sui, zeg maar. Dat is hemels, maar het heeft ook staalharde consequenties, omdat geld zoals gezegd onverschillig is. Door geld tot doel op zichzelf te maken kun je blijvend van de hele wereld abstraheren, onverschillig voor wat er om je heen gebeurt. De Derde Hoofdwet van de Monetaire Dynamica luidt: Iedere geldwolf is van de wereld los. Dit is geen moraal, dit is wetenschap.