Home Niet consuminderen, maar consumeren

Niet consuminderen, maar consumeren

Door Elselien Dijkstra op 21 maart 2005

03-2005 Filosofie magazine Lees het magazine

We hebben steeds meer, maar we waarderen het steeds minder. Waar komt dit onbehagen vandaan? Een overzicht van recente publicaties over het thema van de maand van de filosofie: 'overvloed en onbehagen'.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ad Verbrugge ziet het somber in. Zijn boek heeft niet voor niets de titel Tijd van onbehagen. Filosofische essays over een cultuur op drift. Hij stelt in deze bundel dat de markteconomie de oorzaak van de huidige ontevredenheid en het onbehagen is. Door overheersing van het economische nutsdenken en het wegvallen van religie ontstaat er een gebrek aan zingeving. Zinloos geweld en doorgeslagen individualisme zijn gevolgen hiervan. Verbrugge pleit voor herwaardering van hogere doelen dan het economische; gemeenschap en religie moeten de overschatting van het individualisme beperken.

Ook Arjo Klamer wijst, als econoom, op het gevaar dat economie de hoogste waarde van onze samenleving wordt. In zijn boek In hemelsnaam! Over de economie van overvloed en onbehagen vraagt hij zich af ‘waar het nou eigenlijk om gaat’. Waar het volgens Klamer om gaat is de gemeenschap, en niet de economie op zich. Daarom pleit hij voor ‘neotraditionalisme’. Wat dat begrip precies inhoudt is nog niet duidelijk: bij het ter perse gaan van dit nummer van Filosofie Magazine waren nog maar een paar hoofdstukken van Klamers boek beschikbaar.

Ook Rutger Claassen ziet in zijn boek Het eeuwig tekort de dominantie van economische activiteiten als bron van ons onbehagen. Hoewel Claassen in het kielzog van Hannah Arendt de dominantie van werk en consumptie wil doorbreken, is hij zeker geen neotraditionalist. Met oog voor het leven in de moderniteit – waarin werk zo belangrijk is, en waarin de man niet meer de enige kostwinner is – tracht hij te komen tot een ontwerp voor een leven en een politiek die toch ruimte laten voor bijvoorbeeld zorg, persoonlijke ontwikkeling etcetera.

Eigenliefde
De moderne ontevredenheid is het gevolg van een gebrek aan (eigen)liefde, schrijft Alain de Botton in Statusangst, een boek dat opvalt door anekdotes, informatieve grafieken en troostende teksten van filosofen. We baseren onze eigenliefde te veel op oordelen van anderen. Daarom hebben we constant de behoefte om nieuwe statussymbolen aan te schaffen die op de lange termijn geen voldoening geven. Een remedie geeft De Botton ook, namelijk een gezonde vorm van misantropie. Wat zijn de oordelen van anderen eigenlijk waard?

Optimistischer is Peter Sloterdijk in Im Weltinnenraum des Kapitals. Het kapitalisme, dat alle levensverhoudingen zal bepalen in de geglobaliseerde samenleving, wordt vaak als een bedreiging gezien, maar Sloterdijk beschouwt het juist als een positieve ontwikkeling. Onze wereld zal ‘één groot gebouw van comfort’ zijn waarin eeuwige vrede en ontspanning heersen: een ‘broeikas voor ontwikkeling van de mens’. Sloterdijks enthousiasme kwam hem op het verwijt te staan dat hij er te weinig van doordrongen is dat slechts een klein deel van de wereldbevolking van de overvloed kan profiteren.

Karim Benammar, ook een uitgesproken optimist, legt in zijn boek Overvloed onze schaarstelogica bloot. Ons uitgangspunt is volgens hem dat er niet genoeg ijzer en olie is, en dat er daarom niet genoeg auto’s kunnen worden geproduceerd voor iedereen. We zien de toekomst somber in wat betreft het milieu. We voelen ons schuldig en besluiten te gaan consuminderen. Volgens Benammar is dat helemaal niet nodig. Niet consuminderen is zijn devies, maar ‘beter consumeren’. Dat betekent niet per se méér consumeren, maar wel bewuster. De overvloed van de natuur (zoals zonne-energie) zou meer benut moeten worden.

Overvloed, door Karim Benammar, uitg. Veen Magazines, Amsterdam 2005, 128 blz., € 14,95

Statusangst, door Alain de Botton, uitg. Atlas, Amsterdam 2004, 335 blz., € 22,50

Het eeuwig tekort, door Rutger Claassen, uitg. Ambo, Amsterdam 2004, 275 blz., € 19,95

In hemelsnaam! Over de economie van overvloed en onbehagen, door Arjo Klamer, uitg. Ten Have, Kampen 2005, 176 blz., €14,95  

Weltinnenraum, door Peter Sloterdijk, uitg. Suhrkamp, Frankfurt am Main 2005, 400 blz., € 25,50

Tijd van onbehagen. Filosofische essays over een cultuur op drift, door Ad Verbrugge, uitg. Sun, Amsterdam 2004, 285 blz., € 19,90