Home Machiavelli, wijs en zonder genade

Machiavelli, wijs en zonder genade

Door Leon Heuts op 04 december 2006

10-2006 Filosofie magazine Lees het magazine

De nieuwe vertaling van Machiavelli’s politieke geschriften laat nog eens zien dat hij niet de denker is voor wie het doel de middelen heiligt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Interessante politieke denkers worden vaak verketterd, of hun werk wordt misbruikt. Het overkwam bijvoorbeeld Hannah Arendt, wier radicale nadruk op pluriformiteit in populaire lezingen is verwaterd tot een humanistisch-pastorale ‘omarm de wereld’-boodschap, en Carl Schmitt, die de grondslag van het politieke definieert als het onderscheid tussen vriend en vijand en gewetenloos opportunisme werd verweten. Toegegeven: die laatste denker liet zich in met het naziregime, en had het er dus naar gemaakt. Maar daarnaast speelt bij hem, en anderen, nog iets mee. Namelijk een ongemak met, of zelfs een afschuw over, de genadeloze analyse van politiek. Genadeloos moet hier letterlijk worden genomen. Deze denkers zijn controversieel omdat volgens hen politiek niet kan leiden tot heil of genade. In tegendeel: heilsverwachtingen binnen politiek leidt meestal tot onheil. Daarom ook dat moraal, of ‘het goede’, écht iets anders is dan politiek. Het is een ongemakkelijke visie, omdat voor politiek ogenschijnlijk weinig verheffends overblijft. Het is een oneindig spel om macht, waarbij de handeling belangrijker is dan het (morele) doel. Dat er bij dit spel niettemin veel op het spel staat, is dan allang vergeten.  

De archetype denker van deze Realpolitik is Niccolò Machiavelli, de Florentijnse renaissanceman wiens naam synoniem is geworden met gewetenloosheid. Met name het boek Il Principe – doorgaans vertaald met De Vorst of De Heerser – geldt als immoreel. Immers, hierin stelt Machiavelli dat christelijke waarden als naastenliefde en vergevingsgezindheid weinig van doen hebben met succesvol besturen; gebruik ze als het kan, maar verwerp ze vooral als het moet. Machtsbehoud gaat vóór ‘het goede doen’.

Dergelijke gespierde teksten leiden snel tot de conclusie dat voor Machiavelli ‘het doel de middelen heiligt’. Dat dit berust op een misverstand is vanaf de jaren zeventig overtuigend  gedemonstreerd door de erudiete studie The Machiavellian Moment van John Pocock. Daarnaast laat Cambridge-hoogleraar Quentin Skinner zien hoe de republikeinse traditie, waarbinnen Machiavelli een voorbeeldige rol speelt, een eigen plaats mag claimen naast de dominante tradities van het liberalisme en het socialisme. Het verschijnen van een nieuwe Nederlandse vertaling van Il Principe mag daarom niet onopgemerkt voorbijgaan. Te meer omdat de nieuwe editie, uitstekend vertaald, becommentarieerd en met gevoel voor historie ingeleid door de Leidse letterkundige Paul van Heck, ook een vijftiental korte politieke geschriften telt – waarvan een aantal voor het eerst vertaald – en  briefcorrespondenties.

Grillig
Het belang van Machiavelli is dus vooral dat bij hem politieke wetenschappen – de scienza politica – zich definitief losmaken van moraal of een transcendente, goddelijke, orde. Door deze boedelscheiding is politiek definitief overgeleverd aan de grillige spelingen van het lot (fortuna). Politiek biedt zekerheid noch een welomschreven toekomst – hoe politiek te handelen is bij Machiavelli definitief contingent geworden, werelds, gebonden aan tijd en ruimte. Desalniettemin weet een bekwaam bestuurder door doortastend optreden, dat van situatie tot situatie kan verschillen, het lot zo veel als mogelijk naar zijn hand te zetten. Daarbij gaat het weliswaar om machtsbehoud, maar een bestuurder die dat meent te bereiken door uitsluitend wreed optreden, verliest de welwillendheid van het volk – en daarmee uiteindelijk zijn positie. Een wijs bestuurder handelt dus wel degelijk prudent (virtù), maar deze deugden zijn vooral politieke deugden, en geen uitdrukking van christelijke waarden. Ze staan niet in dienst van een hogere orde, maar dienen uitsluitend het voortbestaan van de politieke orde hier-en-nu.

De belangrijkste les van Machiavelli luidt dat prudent handelen een zekere mate van onafhankelijkheid ten overstaan van het lot oplevert. Machiavelli bepleit bovenal een non dependere da nessuno – hij is bepaald afkerig van afhankelijkheid of servitude. Het is ook nu nog een cruciaal inzicht, omdat in Nederland onafhankelijkheid nogal eens wordt verward met fixatie op de ‘eigen’ nationaliteit en waarden. Het laatste heeft echter meer te maken met angst voor verandering, en zorgt juist voor een toenemende moralisering van politiek. Deze behoudzucht is alleszins begrijpelijk, gezien de talloze ‘noodzakelijke’ hervormingen die de Nederlandse burger kreeg te slikken terwijl de noodzaak nooit écht duidelijk werd. Maar een bekwaam en assertief bestuurder weet dat behoudzucht eveneens betekent dat het initiatief, en daarmee onafhankelijkheid, uit handen wordt gegeven. De belangrijkste politieke deugd van dit moment is niet de morele zelfgerichtheid, maar virtuoos kunnen inspelen op een veranderende wereld, zonder de interesse van de burger te verspelen.