Home Lord of the Rings

Lord of the Rings

Door Anke Snoek en Ivo Slangen op 13 maart 2013

10-2003 Filosofie magazine Lees het magazine
Ook de derde, visueel overdonderende Lord of the Rings, wemelt van de verwijzingen naar de filosofie. Geen wonder, want de schrijver Tolkien baseerde zich op Plato en Boëthius. Drie sleutelteksten bij de film.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De Hobbits verlaten de Gouw

‘Hobbits zijn hele burgerlijke wezens die niet van avontuur houden en niets met de buitenwereld te maken willen hebben,’ zegt Sander Griffioen, cultuurfilosoof aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. ‘In de Gouw leiden de Hobbits hun eigen veilige leventjes, onwetend van de gevaren die hun van buitenaf bedreigen. Ze leven in een fase van wat Hegel in-de-wereld-thuis-zijn zou noemen. De Hobbits hebben alleen interesse voor hun eigen geschiedenis die laat zien hoe ze zo geworden zijn. Ze herkennen zichzelf in hun omgeving, die volledig naar hun hand gezet is, er zit geen onvertrouwd element in. Pas als ze buiten de Gouw komen, krijgen ze besef van de wereld om hen heen, die anders is en vol gevaren. Nu worden de Hobbits, tegen hun wil, meegesleept door de wereldgeschiedenis.’

‘Hier moeten we Hegels visie op de geschiedenis dan ook opgeven. Hegel zou het er nooit eens zijn dat een kleine, onbetekenende Hobbit als Frodo de ring weet te vernietigen en daarmee de wereldgeschiedenis voltooit. Hegel geloofde in grote mannen, zoals Napoleon, die ondanks hun egoïsme de wereldgeest verwerkelijken, of bezonnen filosofen, die weten wat er op het spel staat. Het zou dus eerder aan de adellijke Aragorn of de tovenaar Gandalf zijn om de ring te vernietigen. Dat een Hobbit, een gewone man, de held is, of beter gezegd: de anti-held, held tegen wil en dank, is typisch twintigste-eeuws. Bovendien is de christelijke boodschap hier nadrukkelijk aanwezig. De strijd tussen goed en kwaad wordt nooit definitief beslist en gaat altijd gepaard met verlies. Het kwaad zal altijd blijven bestaan en het goede zal nooit heersen. Maar zolang Hobbits en andere stervelingen door een geloof aan het goede boven zichzelf weten uit te stijgen, blijft er echter hoop.’
 

Een hecht reisgezelschap

‘In de film is het goede verenigd in een hecht reisgezelschap’, zegt Bart Veldhoen, historisch letterkundige aan de Universiteit van Leiden. ‘Het kwade lijkt ook verenigd, maar Sauron, het ultieme kwaad, en Saruman de gecorrumpeerde magiër zijn uiteindelijk verwikkeld in een destructieve competitie en wederzijds verraad. Hun dienaren, de orks, strijden meer tegen elkaar dan tegen het reisgezelschap. De associatie van het kwade met disharmonie en het goede met harmonie ontleent Tolkien aan Plato en diens navolger, de vroegchristelijke denker Boëthius.’

‘In De Silmarillion van Tolkien is de invloed van Boëthius zelfs heel letterlijk. Boëthius geeft een schets van het heelal met als centrale thema harmonie, waarin de engelen de wereld scheppen door samen harmonisch te zingen, maar de duivel verstoort deze schepping door vals te zingen. Dit was een heel directe inspiratiebron voor De Silmarillion. Melkor, één van de ondergoden die helpt de midden-aarde te scheppen, wil iets anders zingen dan de andere ondergoden en schept met deze disharmonie het kwaad. Overigens zie je ook heel direct de invloed van Plato in dit boek. Plato spreekt in Timaeus over een scheppende oerkracht die hij Er noemt. In de Silmarillion heet de voornaamste scheppingsgod Eru.’
 

De Ring bedreigt het sociale contract

‘De Ring biedt de ultieme verleiding om voor het immorele leven te kiezen’, zegt de Amerikaanse filosoof Eric Katz. ‘Omdat de ring onzichtbaarheid verschaft, plaatst hij je buiten het sociale contract. Dit wordt duidelijk als je de film vergelijkt met Plato’s mythe van Gyges uit De Republiek, een vermoedelijke inspiratiebron voor Tolkien. Daarin stelt Plato ons de vraag waarom we zouden kiezen voor een moreel leven als een immoreel leven veel meer macht en rijkdom met zich meebrengt. Hij geeft het voorbeeld van een rechtschapen herder die bij toeval een ring vindt die onzichtbaar maakt. Hij gebruikt de Ring om zich onzichtbaar te maken en de koning te doden na diens vrouw verleid te hebben. Gyges laat zich verleiden door een immoreel leven omdat hij door zijn onzichtbaarheid buiten het sociale contact komt te staan. Hij kan zijn daden anoniem plegen. Het sociale contract is een overeenkomst om je aan het goede te houden. Mensen kunnen elkaar daar op aan spreken.’

‘Het reisgezelschap vormt een sociaal contract dat de ringdrager Frodo moet beletten om het sociale contract te verbreken. Als Frodo de Ring toch draagt, is hij gelijk kwetsbaarder voor het kwaad: hij komt in de wereld van de ringgeesten en is zichtbaar voor het oog van Sauron.’

‘Waarom kiest Frodo toch voor een moreel leven, ook al zou de Ring hem heel veel macht kunnen geven? Plato geeft, behalve het sociale contract, een reden die uiteindelijk belangrijker is: een immoreel leven corrumpeert je ziel en heeft een emotioneel bankroet tot gevolg, je verliest vriendschap, respect en liefde. Een moreel persoon heeft vrede met zichzelf en voelt een persoonlijke vervulling, ook al zijn zijn macht en welvaart begrensd.’

‘Waar Plato alleen Gyges’ keuze toont, voert Tolkien verschillende personages op die allemaal op een eigen manier met de verzoeking van de Ring omgaan. Gollem is het ultieme voorbeeld van iemand die een weinig vervullend leven heeft omdat hij voor een immorele bestaan heeft gekozen. Boromir, zoon van de stadhouder van Gondor wil de ring gebruiken om de mensheid te redden en doet daarvoor een poging tot diefstal. Als Frodo Galadriel de ring aanbiedt krijgt zij visioenen van de macht die hij haar zou schenken, maar het lukt haar de Ring te weerstaan omdat ze ziet dat ze door die macht in dienst van het kwade zal komen. Uiteindelijk gedraagt Frodo zich als de rechtvaardige man die Socrates voor ogen had, iemand die bereid is zichzelf op te offeren voor het hogere goede, voor liefde en rechtvaardigheid, hoewel de verleiding hem op het laatst ook bijna te machtig wordt. Daar moet wel bij worden gezegd dat het voor Hobbits makkelijker is om de Ring te weerstaan: ze zijn tevreden met hoe ze zijn en ze zijn zelfs niet eens nieuwsgierig naar de wereld buiten de Gouw.’

The Return of the King, het laatste deel van de trilogie Lord of the Rings, is vanaf 17 december te zien in de bioscopen. De delen zijn los van elkaar te zien, maar er zijn ook marathons die de gelegenheid geven de drie delen achter elkaar te zien. Regisseur is Peter Jackson, de hoofdrollen worden vertolkt door Elijah Wood, Viggo Mortensen en Orlando Bloom.