Home Lief web

Lief web

Door Marianne van Dijk op 18 augustus 2015

Lief web
Cover van 09-2015
09-2015 Filosofie magazine Lees het magazine
Hoe kom je tot een zinvolle interpretatie van een werk? Kunstfilosoof Derek Matravers legt het uit aan de hand van het werk Maman van Louise Bourgeois.
 

Angst voor spinnen staat op nummer 1 in de lijst van meest voorkomende fobieën. Het schijnt dat bijna de helft van de vrouwen en 10 procent van de mannen eraan lijdt. Een 9 meter hoog exemplaar, al is het gemaakt van brons en roestvrij staal, zal bij de gemiddelde kijker wellicht dan ook een wee gevoel in de buik veroorzaken. De sculptuur van de Franse kunstenaar Louise Bourgeois (1911) heeft echter een naam die best geruststellend klinkt: Maman. Hoe moeten we dit werk interpreteren?

Filosoof Derek Matravers, verbonden aan de Open University in Milton Keynes, Engeland: ‘Voor de meeste toeschouwers is een spin eng, maar Bourgeois ziet hem als beschermend. Wat mij interesseert is de vraag of toeschouwers die dit werk als angstaan­jagend interpreteren ernaast zitten met hun interpretatie. Wat maakt een interpretatie van een werk juist of zinvol?’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Waar begin je als je een kunstwerk wilt interpreteren?
‘Ik zou zelfs nog een stap terug willen gaan: vraag je eerst af of iets überhaupt een object van interpretatie is. Stel dat een kunstenaar sterft en dat in zijn atelier een doek met verfklodders wordt gevonden. Hoe bepaal je of dit een object is dat we kunnen interpreteren als ware het een kunstwerk? Moeten we de intentie van de kunstenaar kennen, of is het genoeg dat de gemeenschap dit een kunstwerk vindt? In het geval van Maman wist ik dat Louise Bourgeois het als kunstwerk bedoeld heeft, waardoor het voor mij duidelijk was dat ik dit object niet moest zien als een grote vogelverschrikker of iets dergelijks.
 
De tweede vraag die ik zou stellen, is: waar houdt het kunstwerk op? Bij een schilderij is dat misschien simpel, maar toen ik Maman zag, stonden er allemaal pilaar-achtige sculpturen omheen. Horen die erbij? Ook hierbij ga ik uit van de intentie van de maker: voor Bourgeois is dit een sculptuur die op zichzelf staat, geen installatie die interactie met de omgeving beoogt.’
 
Wat zou je op basis hiervan zeggen over de betekenis van Maman?
‘Je kunt dat op twee manieren achterhalen: door ervan uit te gaan dat de betekenis in de intentie van de auteur ligt, of door ervan uit te gaan dat de betekenis in het werk zelf ligt. Voor beide valt wat te zeggen. De intentie is van belang, omdat een kunstwerk een communicatiemiddel is. Bij communicatie draait het om de intentie van de zender: als je de boodschap goed wilt begrijpen, moet je die intentie kennen. Als je een werk interpreteert zonder ook maar iets van de intentie te begrijpen, dan zegt die interpretatie alleen maar iets over jou. Daardoor is die minder van algemene waarde.
 
Daar kun je echter tegenin brengen dat een werk nog steeds betekenis kan hebben als we de intentie van de maker niet kennen. Soms is kunst geen helder communicatiemiddel: al makend kan een kunstenaar er onbewust elementen in hebben gestopt die iets betekenen. En als een werk ambigu is, kan het meerdere betekenissen krijgen in de ogen van de toeschouwer. In die zin zou je kunnen zeggen dat de betekenis in het werk zit. Ik zou willen pleiten voor de theorie van hypothetisch intentionalisme, dat het beste van deze ideeën verenigt. Dat houdt in dat je de beste gok doet naar wat de auteur bedoeld heeft. “Beste gok” betekent: een geïnformeerde gok, waarbij je je eigen interpretatie ook meeneemt.’
 
Ik twijfel zelf soms hoeveel ik wil lezen over een werk voor ik het zie. Hoeveel informatie is genoeg voor een geïnformeerde gok?
‘In het geval van Bourgeois zou ik drie dingen interessant vinden om te weten: dat Bourgeois geïnteresseerd was in psychoanalyse, dat ze meerdere spinnen maakte waarvan sommige duidelijk goedaardig, en dat haar eigen zoon, die jong stierf, spinnen waardeerde omdat ze hem beschermden tegen muggen. 
 
Als ik dat allemaal meeneem, kom ik tot de gedachte dat die combinatie van angst voor spinnen, en het idee dat ze ook beschermend zijn, de kijk op onze ouders in onze vroege kinderjaren weerspiegelt – een gedachte uit de psychoanalyse. Zo bezien toont Maman onze dubbele houding naar onze ouders. Het is dus zoeken naar een balans tussen intentie en ons eigen verhaal: we ontdekken de betekenis niet, maar construeren die. Een interpretatie van een werk is daarmee nooit incorrect, hoogstens minder geschikt.’