Gedachten en beelden gaan soms met ons op de loop, zegt Denker des Vaderlands René Gude. Wat kan helpen is mediteren, en dat lijkt precies op filosoferen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
In De Ketelfactory in Schiedam staat een vilten cocon van kunstenaar Ton van der Laaken. Bezoekers worden uitgenodigd minstens tien minuten plaats te nemen in de cocon en hun telefoon af te geven. Wat zou u doen als u tien minuten in een vilten cocon moest zitten?
‘Na drie minuten eruit komen met de gedachte: nu heb ik zeven minuten over om nieuwe concepten te ontwikkelen, ik moet iets doen voor de toekomst.’
Betekent dit dat u de waarde van de cocon ontkent?
‘Nee. In een interview over het kunstwerk zei Van der Laaken dat studenten de laatste jaren concentratieproblemen hebben en sterker geneigd zijn tot depressie. Dat zou zeker kunnen komen door een toenemende beeldenstroom, waarmee we allemaal te maken krijgen. Toch denk ik eerder dat Van der Laaken iets beschrijft waarmee wij worstelen sinds we sedentair zijn geworden, op onze kont zijn gaan zitten. Wat hij een probleem van onze tijd noemt, speelt naar mijn idee al 15.000 jaar.’
Welk probleem is dat?
‘Toen we nog niet sedentair waren, wisten we ’s ochtends niet waar we ’s avonds zouden slapen. Nu verandert onze omgeving nauwelijks. We fietsen dagelijks dezelfde route naar ons werk, doen boodschappen in dezelfde supermarkt en als we op reis gaan, keren we na een paar weken keurig terug naar ons eigen huis.’
Dat lijkt me efficiënt.
‘Zeer efficiënt. Uitgedrukt in neurofysiologische termen: wij zijn met slechts 10 procent van onze hersenen betrokken bij onze directe omgeving. De andere 90 procent gebruiken we om te plannen, causale verbanden te leggen, hypothesen te formuleren, of te mijmeren over het verleden.’
Heerlijk.
‘Dat is maar de vraag. Dat krachtige vermogen om niet direct betrokken te zijn bij onze omgeving of bij de vraag wat we over een paar uur moeten eten, heeft ervoor gezorgd dat we ons uit het hier en nu wegdenken. Gedachten en beelden gaan met ons op de loop. Voor je het weet, tuur je bijna constant nostalgisch naar het verleden – dat verleden is ook een mer à boire. En wie het verleden nog niet genoeg vindt, blikt hoopvol in de toekomst: een mer à boire in het kwadraat. Of piekert over het heden, dat toch wel heel negatief te beoordelen valt. Verleden, toekomst, negatieve beelden over het heden – we verliezen heel snel het contact met het directe leven. Gekmakend, is dat. Niet de dingen maken ons in de war, maar de voorstellingen die we ons van de dingen maken. Van die voorstellingen krijgen we concentratieproblemen, neigen we naar depressie.’
Als oplossing biedt Van der Laaken een meditatiecocon.
‘Ja. Naar mijn idee zijn er twee grote stromingen binnen de meditatie. De ene noem ik voor het gemak nu even de oosterse vorm. De meest radicale vorm van boeddhistische meditatie leert ons hoe we onze hersenspinsels kunnen loslaten, om terug te keren in het hier en nu. Je gaat in een vilten cocon zitten, sluit de buitenwereld uit, telefoon weg, je hoeft niets meer. Door je op een simpele omgeving te concentreren verschijnen eerst al die woeste gedachten voor je geestesoog, maar na verloop van tijd komen ze tot rust. Alleen, onze gedachten zijn gedreven, en we krijgen ze moeilijk onder controle; meditatie door ontspanning lukt pas na zeer lange oefening. Maar slaag je daarin, dan kom je in het nirwana. Dan kun je, zoals Meister Eckhart zegt, woordloos bij de dingen staan.
Naast de meditatietraining door ontspanning bestaat er meditatie door inspanning. Daarvoor moeten we bij de Franse filosoof René Descartes zijn.’
Ik wist niet dat René Descartes mediteerde.
‘Er wordt zelden bij stilgestaan, maar de vader van het westerse rationalisme, de man die voor ons denken wetenschappelijk empirische regels opstelde, die het Westen tegenover het Oosten heeft geplaatst, heeft een boek geschreven dat Meditaties heet.’
Waarin hij al zijn regels weer probeerde los te laten.
‘Integendeel. Hij stelt dat we ons dagelijks in de luren laten leggen door onze gedachten. We laten ons wereldbeeld uit de klauwen lopen doordat we veel te wild beelden tot ons laten komen en slordig met concepten omspringen. De filosoof Wittgenstein zou dat later “de beheksing van ons verstand door de middelen van onze taal” noemen.’
We zijn te slordig, we kijken niet goed.
‘Ja, en dat kun je proberen weg te mediteren, maar je kunt jezelf ook leren de beelden op een goede manier tot je te laten komen en een selectie te maken. In dat geval ga je niet in de cocon zitten, in de hoop dat de gedachten langzaamaan vervagen, maar ga je juist onder dat vilt heel hard nadenken over wat bijvoorbeeld beeldvorming is, of oordeelsvorming. Dat is de inspanning die Descartes pleegt.’
Een totaal andere methode.
‘Weet jij wat “methode” betekent?’
Nee.
‘Methodos betekent “weg waarlangs je gaat”, de hobbels die je neemt, de route die je kiest door de chaos van beelden en concepten die dagelijks op je af komen. Jij bepaalt de richting die je opgaat. Dat is wat Descartes doet door heel hard na te denken over de manier waarop ons verstand en onze zintuiglijkheid werken.
Filosofie is in die betekenis meditatie: door ongelooflijke inspanning conceptueel houvast weten te vinden in die kluwen van wilde gedachten. Beeldende kunst zit ook aan die kant: de kunstenaar probeert niet met taal of concepten houvast te vinden, maar met beelden routes uit te stippelen, handvatten te bieden, leuningen te maken die ons helpen grip te krijgen op die chaos. Dat blijkt ook uit het gesprek met Van der Laaken. Hij heeft een enorme ambachtelijke inspanning moeten leveren om de cocon te bouwen, hij is er jaren keihard mee aan het werk geweest. Geen ontspanning, maar inspanning.’
Maar uw methode van meditatie ligt bij Descartes: bij de inspanning.
‘Dat ik moeite heb met ontspanning in de vilten cocon wil niet zeggen dat ik de methode afkeur. Mijn oude moeder zei altijd: je moet het een doen en het ander niet laten.’