Home Kees Vonk over ‘Scapegoats’ van Aernout Mik

Kees Vonk over ‘Scapegoats’ van Aernout Mik

Door Marianne van Dijk op 03 januari 2012

Cover van 01-2012
01-2012 Filosofie magazine Lees het magazine

Zonder het hapklare verhaal dat het journaal ervan maakt wordt een oorlog of conflict heel ongrijpbaar. De video Scapegoats van de Nederlandse kunstenaar Aernout Mik laat dit zien. Filosoof Kees Vuyk zag het werk: ‘Op een gegeven moment kun je de overheersers niet meer goed onderscheiden van de slachtoffers.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.


Een sporthal met een honderdtal mannen, sommige gewapend, andere met een blik die hetzelfde effect heeft. Weer andere mannen staan bedeesd in rijtjes. Er worden wat commando’s gegeven door de gewapende mannen, waarop de bedeesde mannen zich verplaatsen. Er worden sigaretten aan hen uitgedeeld. Een van hen krijgt een duw.
Het zijn beelden uit de video Scapegoats van Aernout Mik. Met dit werk mocht hij Nederland in 2006 representeren op de Biënnale van Venetie. Sindsdien is hij de internationaal meest succesvolle kunstenaar van Nederland. Kees Vuyk, psycholoog en kunstfilosoof aan de Universiteit van Utrecht, zag de video van Mik: ‘Terwijl de camera om de mannen heen draait, bekruipt je als kijker na een tijdje het gevoel dat er iets niet klopt.’

Namelijk dat er eigenlijk niks gebeurt?
‘Dat is een belangrijk element, ja. Dit werk is een vervolg op de video Raw Footage (2006). Daarin zocht Mik in media-archieven filmmateriaal van de oorlog in voormalig Joegoslavië. Hij gebruikte echter alleen restmateriaal, beelden die niet op het journaal waren getoond. Die beelden laten de momenten zien waarop er vrijwel niets gebeurde, waarbij soldaten een beetje rondhangen, kinderen op straat rennen en je alleen in de verte wat geschiet hoort. Er blijken veel van die lege momenten te zijn, terwijl we altijd denken: oorlog is sensatie. Door Raw Footage weet je niet meer zo goed wat de aard van conflictsituaties nu is, of die situaties wel altijd luid en gewelddadig zijn.
Scapegoats is geënsceneerd, dus dat in dat opzicht anders. Maar hier is er ook een conflictsituatie terwijl er weinig gebeurt. Op een gegeven moment lijkt er een man in elkaar te worden geschopt – dat is even schrikken –, maar over het algemeen is de halfuur durende video best langdradig. Totdat je het idee krijgt dat er iets verschuift in de verhoudingen tussen de groepen. Degene die eerst overheerst werden, lijken ineens aan het woord te komen. En je denkt: zijn dat nou de overheersers die op hun hurken gaan zitten? In die zin gaat Scapegoats verder dan Raw Footage: niet alleen blijken conflicten niet sensationeel, er blijken ook niet altijd zo duidelijk twee partijen tegenover elkaar te staan. Wie zijn de scapegoats of zondebokken hier eigenlijk, ga je je afvragen.’

De deelnemers aan de video wisten zelf ook niet altijd wat ze waren. Een aantal mensen kreeg regieaanwijzingen van de kunstenaar, maar de rest niet. Wat voor invloed heeft die aanpak?
‘Het laat een realistisch beeld zien van hoe mensen op elkaar reageren in een conflict. Je ziet dat mensen blindelings iemand volgen en dat ze elkaar nadoen. Wie je bent en wat je doet in een conflictsituatie wordt bepaald door de massa, zo vertelt Mik. Keuzes komen daarmee niet uit een dieper innerlijk; het liberale idee van eigen keuzes maken raakt op de achtergrond. Strijd is dan niet langer iets wat vanuit persoonlijke overtuigingen gevoerd wordt, maar een meer willekeurige conformatie aan een subgroep.’

Dit is een conflictsituatie. Zijn er elementen van toepassing op ons dagelijks leven?
‘Als ik naar mijn studenten kijk, zie ik die conformatie ook. We kunnen alle soorten kleren kopen, en toch ziet iedereen er bijna hetzelfde uit. Maar de vraag is of dat erg is. Als je het gedrag in de video van Mik uitvergroot, krijg je natuurlijk een extreem conformisme, iets wat ons meteen aan de Tweede Wereldoorlog doet denken. Of aan het populisme van nu. Maar de extreme variant van het tegenovergestelde is ook niet wenselijk. In de jaren zeventig wilde iedereen tot zijn ware zelf komen door zich los te maken van geloof, familie en beroep. We probeerden onszelf af te pellen tot er een soort zuivere kern van eigenheid zou overblijven. Maar als je blijft pellen houd je alleen maar leegte over. We kunnen die leegte alleen maar vullen door verbanden aan te gaan met anderen. Je keuzes zijn altijd een reactie op anderen, ook als je ervoor kiest om juist het tegenovergestelde te doen als de rest. Als je die verbanden te weinig aangaat, en alleen maar zelf blijft denken, word je op een gegeven moment depressief. Je hebt dan geen verband meer met je omgeving. Mik geeft dan ook geen waardeoordeel over onze volgzaamheid. Hij observeert alleen hoe die eruitziet in deze sporthal.’