Mijn streven is om mezelf op te heffen, zei ik tegen mijn collega’s. Jezelf overbodig maken is het zinvolste wat er is. Ik stond er niet bij stil dat dit verkeerd kon worden opgevat. Ik dacht aan mijn favoriete gifje: Homer Simpson die met zijn gele hoofd en bolle buik achteruit de bosjes in verdwijnt. Het is op zoveel momenten van toepassing. Als je iets doms doet en door de grond kunt zakken, als je al bij het begin van de werkdag liever terug in bed kruipt, als je er een potje van hebt gemaakt en geen verantwoordelijkheid wil nemen. Niets Homer Simpsons is mij vreemd.
Maar dat zachte oplossen in een bed van bladeren verbeeldt ook de wensdroom niet meer nodig te zijn omdat ik mezelf heb ‘weggewerkt’. Een terugtrekken in de coulissen, terwijl de acrobaten op het podium zonder enige hulp hun toeren uithalen.
Even tussendoor …
Meer columns lezen van Miriam Rasch? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Geruisloos verdwijnen is niet populair. Vaker zie je dat iemand verbeten vasthoudt aan zijn positie. Overbodigheid of opheffing associëren we met mislukking, hoogstens met een koopje. Filosofisch gesproken is opheffing ook vooruitgang. De spanning tussen these en antithese wordt opgeheven in de synthese. Die vindt vervolgens weer een nieuwe tegenstrever, waarna het spel opnieuw begint. Eindeloze beweging, als een gifje.
