Home Hersenkronkels

Hersenkronkels

Door Esther Villerius op 30 januari 2014

Cover van 02-2014
02-2014 Filosofie magazine Lees het magazine

Hoe vrij zijn wij bij het nemen van beslissingen? Ligt alles al vast in onze hersenen of bestaat er een vrije wil? Palmyre Oomen inventariseerde de oudste en nieuwste inzichten op het gebied van de neurofilosofie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Door nieuwe neurobiologische ontdekkingen is de discussie over de vrije wil de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. Veel menselijke gedragingen worden sterk bepaald door de aanleg van de hersenen. Maar wat betekenen deze bevindingen? Zijn wij ons brein? En zo ja, hebben we dan nog wel een vrije wil? Want als alles al in onze hersenen vastligt, bepalen wij zelf dan nog wel wat we willen, weten en doen?

Een vaak gehoorde naam in het debat over de vrije wil is die van neurowetenschapper Dick Swaab, die met de titel van zijn boek Wij zijn ons brein zijn standpunt duidelijk weergaf. Swaab vindt onder meer filosoof Alva Noë tegenover zich. Noë schreef We zijn toch geen brein?, waarin hij betoogt dat bewustzijn en dus de vrije wil blijken uit wat we doen. Theologe en filosofe Palmyre Oomen laat in Vrije wil – een hersenkronkel? bekende en minder bekende (neuro)filosofen aan het woord.

De discussie over de vrije wil is bijna net zo oud als de filosofie zelf. Thomas van Aquino, Desiderius Erasmus en Benedictus de Spinoza lieten zich hier al over uit. Oomen brengt de drie belangrijkste stromingen binnen de neurofilosofie in kaart: het determinisme, het libertarisme en het compatibilisme. Het determinisme stelt dat alle gebeurtenissen in de wereld door eerdere gebeurtenissen veroorzaakt zijn. Dit wordt ook wel causaliteit genoemd: uit verschijnsel a volgt onvermijdelijk verschijnsel b. Hiermee is de menselijke vrije wil uitgesloten, aangezien wij, als alles in causale wetten besloten ligt, niet meer vrij kunnen kiezen. Het resultaat ligt immers al vast. Het libertarisme daarentegen heeft als uitgangspunt dat de vrije wil wel bestaat. Hieruit volgt dat nog niet alles kan vastliggen, juist omdat er keuzes gemaakt moeten worden. Het compatibilisme combineert het determinisme met het libertarisme. Deze stroming gaat ervan uit dat de wereld weliswaar vooraf is bepaald, maar dat dit niet per se een uitsluiting van de vrije wil inhoudt. Oomen wijdt ook een hoofdstuk aan experimenten en geeft hiermee een duidelijk beeld van de stand van zaken op het gebied van de neurowetenschappen. Zo beschrijft ze een beroemd experiment door de groep van Chun Siong Soon, waarin proefpersonen onder een MRI-scanner spontane beslissingen moesten nemen. Wat bleek? Al zeven seconden voor een bewuste beslissing is genomen, is in de hersenen te zien dat deze keuze is gemaakt. Sterker nog: ook welke beslissing dit zal zijn, is al duidelijk. Veel neurofilosofen concluderen hieruit dat de vrije wil niet bestaat. Niet wijzelf, maar ons brein heeft een besluit immers al genomen. De resultaten van het experiment liegen er niet om. Toch golden deze uitkomsten voor slechts 60 procent van de proefpersonen. In Vrije wil worden dit soort snelle conclusies gerelativeerd.

Denken gaat door
Een definitief antwoord op de vraag of de vrije wil bestaat, geeft het boek niet. Maar dat is ook niet de bedoeling van Oomen. Zij wilde alle standpunten in het debat over de vrije wil op een rijtje zetten, en daarin is ze geslaagd. Vrije wil doet aan als een studieboek: prettig leesbaar en puur informatief. In 254 pagina’s biedt Oomen een duidelijk en uitgebreid overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van de neurofilosofie. Daarmee heeft ze haar missie volbracht: ‘Opdat het denken niet stopt.’ Want vrije wil of niet, het denken gaat onverminderd door.