Het geloof in de utopie is weer terug bij voormalig Denker des Vaderlands Hans Achterhuis. Maar dan wel in een utopie zonder geweld.
De utopische samenleving. Het idee dat de mens een perfecte maatschappelijke orde kan creëren waar ieder mens volmaakt gelukkig is. Hans Achterhuis heeft altijd gewaarschuwd voor deze manier van denken. In zijn boek De erfenis van de utopie beschrijft hij de totalitaire aspecten die telkens gepaard gaan met utopische staatsvormen. De Sovjet-Unie is een traditioneel voorbeeld van een mislukte utopie, maar ook de hedendaagse, westerse samenlevingen vertonen volgens Achterhuis verschillende utopische trekjes.
‘De data van onze telefoons, OV-chipkaarten en internetgeschiedenis kunnen gebruikt worden om een behoorlijk gedetailleerd beeld van ons gedrag te schetsen. Deze bijna totale transparantie is zonder twijfel een stukje gerealiseerde utopie. Daarnaast heb je ook nog het heersende arbeidsethos. Vandaag de dag word je veroordeeld als je in je vrije tijd maar een beetje rondhangt en niet probeert om jezelf te verbeteren. Het idee dat je elk moment van de dag zinvol moet gebruiken kun je terugvinden in praktisch elke utopie. Dit was wezenlijk anders in de Middeleeuwen, waar juist werd gestreefd naar een soort Luilekkerland.’
Achterhuis’ standpunt ten opzichte van utopieën is de afgelopen decennia weinig veranderd, tot afgelopen januari. Het is dit jaar precies 500 jaar geleden dat Thomas More zijn boek Utopia publiceerde, dat geldt als het startschot van het utopische denken, en Achterhuis werd gevraagd om een paar lezingen over het werk te geven. Tijdens zijn herlezing van het boek begon het te knagen. Was Utopia eigenlijk wel een echte utopie? Dit idee leidde negen maanden later (‘Ja, je kunt het boek natuurlijk niet een jaar na het jubileumjaar uitbrengen’) tot zijn nieuwe boek Koning van Utopia, waarin hij niet alleen tot een nieuwe, originele lezing van Utopia komt, maar ook zijn eigen kritiek op de utopie behoorlijk nuanceert.
In een oud interview hebt u eens gezegd dat Utopia het meest gevaarlijke filosofische boek aller tijden is. Staat u daar nog steeds achter?
‘Nee, niet meer, en dat komt doordat ik er steeds meer van overtuigd raak dat Utopia een satire is en niet een serieus bedoelde blauwdruk voor een ideale staat. Thomas More was goed bevriend met Erasmus, en ik denk dat More zijn eigen Lof der zotheid wilde schrijven. Erasmus is ook de bedenker van het woord “utopia”, dat een combinatie is van de woorden outopia, “nergensplaats”, en eutopia, “goede plaats”. De oorspronkelijke titel was nusquam, dat “nergens” betekent, en ik vraag me af of de invloed van dit boek net zo groot geweest was als het zijn originele titel gehouden had.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees