Home ‘Gewetensbezwaren zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen’

‘Gewetensbezwaren zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen’

Door Johan van de Werken op 26 november 2012

03-2007 Filosofie magazine Lees het magazine

Is het toelaatbaar dat een ambtenaar van de burgerlijke stand om principiële redenen geen homohuwelijk sluit? Herman Philipse: ‘Het is de eerste taak van een ambtenaar zijn eigen opinies ondergeschikt te maken aan de wetgeving van de rechtsstaat.’ Anders Schinkel:  ‘Diversiteit is geen kwaad, de dwang tot conformisme wel.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In meer dan de helft van de Nederlandse gemeenten wordt bij het aannemen van nieuwe ‘trouwambtenaren’ de eis gesteld dat zij – naast gewone huwelijken – ook huwelijken sluiten tussen homoseksuelen, zo blijkt uit een inventarisatie van homo-belangenvereniging COC Nederland. Terecht, meent Herman Philipse, universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Utrecht en onder andere auteur van Atheïstisch Manifest: ‘Je moet uiterst voorzichtig zijn met het toelaten van gewetensbezwaren bij ambtenaren. Het is de eerste taak van een ambtenaar zijn eigen opinies ondergeschikt te maken aan het beleid en de wetgeving van de rechtsstaat. Als iemand daar principiële bezwaren tegen heeft, moet hij geen ambtenaar van de burgerlijke stand worden. Er is namelijk geen enkele reden om mensen die toevallig een andere seksuele geaardheid hebben op zo'n wrede manier te discrimineren, zoals eeuwenlang is gebeurd. Wel vind ik dat er een vorm van overgangsrecht moet zijn om trouwambtenaren te ontzien die er al waren toen het homohuwelijk nog niet mogelijk was, mits er wordt voldaan aan de ijzeren voorwaarde dat er in elke gemeente altijd iemand is die zo’n huwelijk wel wil sluiten.’
 
Hoewel gewetensbezwaren niet per definitie gehonoreerd moeten worden, moet er volgens Anders Schinkel wel ruimte zijn én blijven om ze te uiten. Schinkel promoveerde in februari dit jaar aan de Vrije Universiteit op de wijsgerige fundering van gewetensbezwaren. ‘Gewetensbezwaren zijn bezwaren die wortelen in een gewetenservaring: een diepe ervaring waarin iemand geconfronteerd wordt met een absoluut gebod, of juist geïnspireerd wordt door een moreel ideaal. Kort gezegd geven mensen door het uiten van gewetensbezwaren te kennen dat zij een bepaalde handeling niet kunnen rijmen met wat voor hen van absoluut belang is. Als je vervolgens geen ruimte laat voor gewetensbezwaren, brengt dat met zich mee dat je mensen op bepaalde gebieden het recht ontzegt te leven naar hun idee van wat het is om een goed mens te zijn. Men wordt als het ware gestraft voor zijn of haar poging een betekenisvol leven te leiden.’ Het erkennen van de mogelijkheid tot gewetensbezwaren levert voor overheden weinig problemen op, concludeert Schinkel in zijn onderzoek: ‘Het gaat om uitzonderingen die in feite de regel bevestigen. Iemand die een beroep doet op gewetensbezwaren erkent daarmee wel de legitimiteit van de claim die de staat hem oplegt.’
 
Als het aan de Amsterdamse burgemeester Job Cohen ligt is die ruimte voor gewetensbezwaren er niet. Bij de onthulling van een plaquette die herinnert aan het eerste homohuwelijk ter wereld – door Cohen zelf gesloten op 1 april 2001 – betreurde hij dat het nieuwe kabinet de rechtszekerheid van gewetensbezwaarde ambtenaren garandeert: 'Wij zijn nu zes jaar verder en kunnen constateren dat het homohuwelijk geheel is ingeburgerd. Dan is het op zijn zachtst gezegd jammer dat in het regeerakkoord (zie kader – red.) staat dat ambtenaren het homohuwelijk mogen weigeren. Ik vind juist dat zij de wet horen te volgen.’

Gedoogbeleid

Philipse mist in het regeerakkoord op zijn beurt ‘een even zware nadruk op de rechtszekerheid van homoseksuelen’ en kan zich prima vinden in de uitspraak van Cohen. ‘Ik vind dat je erg voorzichtig moet zijn met mensen die hun eigen opvattingen zwaarder laten wegen dan hun beroepsverplichtingen. Dat holt uiteindelijk de rechtsstaat uit, op eenzelfde manier zoals het huidige gedoogbeleid het gezag van de rechtsstaat ondermijnt. Ik geloof dat er een groot verschil is tussen de persoonlijke vrijheid die iedereen in zijn privéleven geniet en de vrijheden die iemand bezit als hij uit vrije wil een bepaald beroep uitoefent. Je kunt zeggen: “Ik wil nooit een kogel op iemand afschieten, omdat dat in strijd is met mijn moraal en levensovertuiging”. In dat geval moet je niet in het leger of bij de politie gaan. Fair enough. Maar stel nu dát je in het leger gaat, dan kun je niet in Afghanistan zeggen dat je niet wilt schieten. In het persoonlijke leven is er ruimte genoeg voor gewetensbezwaren: je kunt ervoor kiezen bepaalde beroepen niet uit te oefenen. Toch zijn er ook daar grenzen gesteld aan het uiten van gewetensbezwaren. Als je gewetensbezwaren hebt tegen het betalen van belasting – zoals de meeste mensen in meerdere of mindere mate hebben – wordt dat terecht niet erkend.’

‘Het gaat mij te ver te zeggen dat je maar een andere baan moet nemen als je gewetensbezwaren ervaart tijdens het uitoefenen van je functie', reageert Schinkel. ‘Er wordt te gemakkelijk gezegd dat het homohuwelijk “volledig ingeburgerd” is. Cohen stapt voor het gemak maar even over het gegeven heen dat heel Nederland in een recent verleden enkel de gedachte van een homohuwelijk absurd had gevonden. Dan zeg ik: “Diversiteit is geen kwaad, de dwang tot conformisme wel”. Sommige mensen lijken niet te willen erkennen dat er verschillend gedacht wordt over dingen. Er gaat een zekere dwang van uit: als je je bedenkingen hebt bij een relatief nieuw verschijnsel als het homohuwelijk, moet je haast wel achterlijk zijn. Dat staat mij erg tegen. Verder wordt er erg zwart-wit gedacht in dit debat. Cohen wekt de indruk dat andere partijen van mening zijn dat de wet zomaar aan de laars gelapt kan worden. Dat is natuurlijk lariekoek. Het gaat hier om zeer uitzonderlijke gevallen. Wat steeds onderbelicht blijft in de reacties op het regeerakkoord is dat voor het eerst expliciet de garantie wordt gegeven dat er in elke gemeente een homohuwelijk gesloten moet kunnen worden.’
 

Passage VI.11 uit het regeerakkoord

‘Overeenkomstig het destijds geformuleerde beleid brengt zorgvuldige omgang met gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand met zich dat in onderling overleg in plaats van de gewetensbezwaarde een andere ambtenaar van de burgerlijke stand een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht voltrekt, mits in elke gemeente de voltrekking van een dergelijk huwelijk mogelijk blijft. Mochten er in de gemeentelijke praktijk problemen ontstaan, dan zullen initiatieven worden genomen om de rechtszekerheid van gewetensbezwaarde ambtenaren veilig te stellen.’

 
Bron: www.kabinetsformatie20062007.nl/dossiers/coalitieakkoord/Inhoudsopgave.jsp