Home Filosofie vertaald naar architectuur

Filosofie vertaald naar architectuur

Door Lianne Tijhaar op 20 maart 2013

Filosofie vertaald naar architectuur

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Radicale vernieuwer’ mag filosoof Erik Rietveld (Universiteit van Amsterdam) zich tegenwoordig noemen. Die titel kregen hij en zijn broer Ronald Rietveld (architect) deze maand toegewezen door weekblad Vrij Nederland en Kennisland. De broers werken samen onder de naam Rietveld Landscape.

Wat maakt jullie werk radicaal vernieuwend?
‘We hebben een internationale reputatie opgebouwd dankzij onconventionele denkbeelden, innovatief onderzoek en maatschappelijk relevante interventies. Vernieuwend aan ons werk is ook dat wij multidisciplinair werken. Zo vertalen we inzichten uit mijn fundamenteel filosofische onderzoek en de sociale wetenschappen naar architectonische ontwerpen. Veel unieke publieke en overheidsgebouwen in Nederland staan momenteel leeg, zoals kerken, psychiatrische inrichtingen, scholen en gevangenissen. Wij zien tijdelijk gebruik hiervan als een enorme bron van mogelijkheden; die gebouwen kunnen voor allerlei innovatieve initiatieven benut worden. Dat laten we zien met ons project Vacant NL.’

In teksten over Rietveld Landscape wordt vaak de term affordances gebruikt. Wat wordt hiermee bedoeld?
‘Dit begrip staat centraal in mijn filosofische onderzoek naar vaardig handelen zonder na te denken. Affordances is een technische term voor de handelingsmogelijkheden die de omgeving ons biedt. Zo biedt een stoel de mogelijkheid om op te zitten, een beker de mogelijkheid om uit te drinken, etc. Maar een stoel biedt meer mogelijkheden dan er alleen op te zitten. Je kunt de stoel bijvoorbeeld ook gebruiken als opstapje, om een hoger liggend object te bereiken.’

‘Architecten geven de omgeving vorm, en beïnvloeden zo de affordances die mensen hebben. Wij vinden het belangrijk om gebruik niet voor te programmeren, maar veel gebruiksmogelijkheden open te laten. Onze ontwerpen bieden altijd meerdere affordances, en verlenen de gebruiker daarmee een bepaalde vrijheid.’

‘Een mooi voorbeeld is Panorama 10000, een 200 meter lange asfaltduin aan het einde van de A15 met panoramisch uitzicht op het mooiste punt van de Rotterdamse haven. De asfaltduin kan op verschillende manieren gebruikt worden. Sommige gebruiksmogelijkheden liggen voor de hand; je kunt er met je auto op rijden om van het uitzicht te genieten of in de winter vanaf sleeën, maar de hoge duin zal vast ook op manieren gebruikt gaan worden die wij niet voor ogen hadden. Deze verscheidenheid aan affordances nodigt uit tot spontane vormen van gebruik.’

U haalt ook ideeën van filosoof Ludwig Wittgenstein aan in uw filosofische werk.
‘Dat klopt. Wittgenstein beschrijft in zijn Lectures on Aesthetics een architect die aan het werk is. Hij beschrijft een fenomeen dat ik herkende bij mijn broer: gerichte ontevredenheid. Een architect die aan het werk is, ziet bijvoorbeeld dat een deur niet goed is. Hij zegt dan “De deur is te laag, hij moet hoger.” Het is niet zo dat de architect eerst kijkt, dan ontevreden is en vervolgens bedenkt wat er kan veranderen. Filosofen en cognitiewetenschappers hebben vaak de neiging om te intellectualistisch te denken, alsof we eerst een doel hebben en dat vervolgens gaan uitvoeren. Bij Wittgenstein zie je dat de ontevredenheid van de architect zich toont in zijn expressie en handelen; hij ziet en doet onmiddellijk wat er gedaan moet worden om de situatie te verbeteren: het verhogen van de deur.’

Is ontwerpen dus vooral intuïtief?
‘Ja, ik denk dat intuïtief het juiste woord is wanneer we het over vaklieden hebben, maar mensen vatten het vaak verkeerd op. Alsof intuïtie iets is dat uit de lucht komt vallen. Dat is niet zo. Het betreft expert-intuïtie. De jarenlange ervaring van een architect maakt dat hij de vaardigheden ontwikkeld heeft die het mogelijk maken om intuïtief op situaties te reageren.’

Erik en Ronald Rietveld werken momenteel aan hun boek Vacancy Studies over de potentie van de duizenden leegstaande overheidsgebouwen. Daarnaast werkt Erik aan een nieuw project, waarin hij samen met etnografen beschrijft en analyseert hoe architecten in de praktijk problemen oplossen.

(Foto Alva Noë)