Home Filosoferen met kinderen: Zijn we allemaal gelijk?
Filosoferen met kinderen

Filosoferen met kinderen: Zijn we allemaal gelijk?

Door Sabine Wassenberg op 20 augustus 2015

Cover van 04-2015
04-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Maaike Merckens Bekkers en Sabine Wassenberg runnen samen Wonder-Why, een organisatie met als doelstelling om het filosoferen met kinderen en jongeren te stimuleren. Iedere maand leggen zij een thema voor aan de klas. Deze maand: ongelijkheid.

‘We gaan het vandaag over gelijkheid hebben’, zeg ik op rustige toon tegen groep 8. De gesluierde meisjes van de Islamitische school kijken me verwachtingsvol aan. ‘En de filosofische vraag is: zijn we allemaal gelijk?’
‘Jaaaaa’, galmen de meisjes in koor.
 Een paar vingers schieten de lucht in, want ze weten: nu ga ik vragen waarom wel of waarom niet?
‘Wie denkt: “Nee we zijn niet gelijk”?’ En ik wijs een vinger aan die overeind blijft. Chaima zegt voorzichtig: ‘We zijn niet gelijk, want je hebt bijvoorbeeld een koning en die is niet gelijk.’
‘Niet gelijk aan … ?’ vraag ik.
‘Niet gelijk aan ons’, vult ze aan.
‘Wat is er dan niet gelijk?’ vraag ik.
‘Nou, een koning is heel rijk. Hij woont in een paleis’, zegt Loubna, met een felroze hoofddoek met witte bloemetjes.
‘Is dat het? Is het verschil tussen ons en de koning dat hij rijk is?’
‘Nee’, weet  Fardous, ‘dat is niet het enige. Hij is ook zeg maar meer belangrijk.’
‘En hij hoeft niet te werken!’ roept Yasmeen, dwars door de klas.
Na wat discussie over de precieze taken van het koningshuis, vraag ik naar nog een verschil. Wat is er allemaal nog meer ongelijk?
Een waterval van verschillen komt los en ik maak een lijst op het bord. Arm en rijk, slim en dom, huidskleur, oud en jong, groot en klein, mooie en lelijk, man en vrouw, verschillende religies, verschillende culturen.
Dan vraag ik ze: ‘Maar hoe komt het dat de meeste van jullie riepen dat we wél gelijk zijn, terwijl we hier een waslijst aan ongelijkheden hebben?’
Het is even stil.
Dan steekt Farrah haar vinger op. ‘Juf, kunt u zeggen wat u bedoelt met de vraag ‘zijn we allemaal gelijk’? Want juf, aan de ene kant bedoelen we met gelijk dat ieder mens een mens is. Maar aan de andere kant zijn we ook allemaal anders!’
Zonder dat iemand een woord zegt is het voelbaar dat iedereen het roerend eens is met deze slimme opmerking.
Om uit te leggen waar we het over hebben kom ik met het woord gelijkwaardigheid op de proppen. ‘Dus’, vraag ik, ‘zijn we dan wel helemaal gelijkwaardig, zelfs al hebben we al die verschillen?’
‘Eigenlijk wel’, begint Douha, ‘maar ook weer niet.’
Dat is wijsheid, denk ik glimlachend.
‘Want het helpt toch niks als je evenveel waard bent, maar omdat je arm bent je misschien wel dood gaat van de honger! En bijvoorbeeld een koning zal echt niet dood gaan van de honger. Die kan veel meer met zijn leven doen dan u of ik.’
We filosoferen door. Veel langer dan de bedoeling was.  Over wat een recht is. Over het Pakistaanse meisje Malala, die strijdt voor het recht van meisjes om naar school te mogen. Over de theorie en over de realiteit. En over het rare fenomeen dat een recht aan je gegeven moet worden door de omstandigheden, voordat je er gebruik van kan maken.
En ik ben blij dat voor deze meisjesklas het thema gelijkheid niet over henzelf hoeft te gaan. Niet over hen als vrouw en ook niet als moslim. Ik ben blij dat het gaat over sprookjesachtige onderwerpen als koningen en burgers, en over de dappere Malala die strijdt voor het recht om naar school te gaan. En dat ze zich bevoorrecht voelen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.