Home Euthanasie met kinderen met Down gaat te ver

Euthanasie met kinderen met Down gaat te ver

Door H. van Unen Muiderberg op 4 januari 2000

01-2000 Filosofie Magazine Lees het magazine

Uit de bijlage ‘Humane selectie’ van uw in mei verschenen Filosofie Magazine blijkt dat de heer W. Rietdijk eugenetica wil bevorderen via abortus, euthanasie en gentechnologie. Nu ben ik al vele jaren voorstander van positieve en negatieve eugenese, zoals moge blijken uit mijn boekje ‘Eugenese – Het onbegrepen ideaal’, waarvan ik u twee exemplaren toezend (een exemplaar voor de heer Rietdijk).

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Uit genoemd boekje blijkt, dat ik de idealen van de heer Rietdijk in vele opzichten deel, maar zijn voorstel om zogenaamde euthanasie toe te staan op onder andere pasgeboren kinderen met Down syndroom gaat mij beslist te ver. Alleen indien een pasgeboren kind zelf blijvend ernstig zal lijden aan een genetisch gebrek, vind ik een dergelijke euthanasie verantwoord. De door de heer Rietdijk gegeven motovatie, dat een beperking van de bevolkingsgroei nodig is, geldt zeker niet voor Nederland. Volgens het Statistisch Jaarboek 1999 verwacht men voor ons land voor de periode 1995 – 2019 nog een bevolkingsgroei van 0,2 %, maar voor het tijdvak 2010 – 2019 wordt die op 0,0 % geschat.

Er pleit veel voor om eugenese in een zo vroeg mogelijk stadium toe te passen. Een risicoanalyse op een kind met een genetisch defect is vaak al voor de conceptie mogelijk. De kans op een kind met een Down syndroom is in de eerste maanden na de conceptie al goed in te schatten en kan dan door een vruchtwater- of vlokkentest worden geverifieerd. Er zijn ook ernstige afwijkingen, die vlak na de geboorte niet zichtbaar zijn, maar wel via genetische screening in een vroeg stadium van de zwangerschap kunnen worden vastgesteld. Pre-implantatie-diagnostiek en een vroege genetische screening, eventueel gecombineerd met selectieve abortus, zijn betere eugenetische methodes dan euthanasie.
Ik ben voorstander van de oprichting van een Stichting Humane Eugenese en ondanks mijn verschillen van inzicht met de heer Rietdijk op het gebied van eugenetische methode, zou ik met hem willen samenwerken om een dergelijke stichting tot stand te brengen. Er dient op dit vlak niet alleen gediscussieerd, maar ook gehandeld te worden.

Ik ben schrijver van een boek waarvan de appendix is getiteld ‘God volgens natuurwetenschappers’. Daarin worden onderwerpen aangesneden als het zogenaamde ‘anthropic principle’, de kosmologische genealogie van Lee Smolin, de natuurwetenschappelijke denkbeelden van Paul Davies en het determinisme.

Nu roept u uw lezers op een oordeel te geven omtrent de filosofische opvattingen van Wim Rietdijk. Voor mij springen zijn materialisme (onze wil komt voort uit onze hersenen) en zijn opvatting dat een vrije wil niet bestaat (alles is gedetermineerd) het meest in het oog. In mijn filosofie hanteer ik het beginsel van grond en zin, hetgeen onder andere inhoudt dat iets grond in zichzelf heeft en vrijheid bezit of zijn grond vindt in iets anders en in dat geval dus causaal bepaald is.

Het determinisme met zijn causaliteitswet (dat wel van toepassing is op de natuurwetenschappelijk werkelijkheid) leidt onherroepelijk tot een regressus ad infinitum en dus niet tot een uiteindelijke verklaring van de realiteit. Daarvoor is het nodig echte ‘oorsprongen van zijn’ aan te nemen, met name de ‘oneindige Zelfheid van God’ en de ‘eindige zelfheden van mensen’. Deze zelfheden zijn niet-materiële, maar geestelijke substanties, waaruit alle materiele werkelijkheid ontspringt, in hoofdzaak natuurlijk uit die van God. In dit verband spelen natuurlijk de Godsbewijzen een essentiële rol.