‘Voor mij bestaat het universum uit botsingen van liefde en haat’, zegt een kunstenaar.
‘Voor mij zit de wereld heel simpel in elkaar’, zegt een activist.
‘Voor mij is dit een teken dat de partijleider overweegt op te stappen’, zegt een partijbons.
Dit is er eentje waarover ik aarzel. Je hoort het zo vaak dat het wellicht normaal Nederlands moet heten. Toch klinkt het eufemistisch. Waarom sluipen de sprekers om het gebruikelijke ‘volgens mij’ heen?
De kunstenaar, activist en partijbons doen alsof ze hun ideeën krijgen aangereikt. Ze zeggen: dit idee is voor mij, ik heb het gekregen, het is me geschonken. En een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.
Ze sluiten niet uit dat het ‘voor een ander’ wellicht anders ligt. Die ander laten ze in zijn waarde. Die mag vinden wat hij vindt; daar zijn ze heel tolerant in. De ene mening mag naast de andere bestaan, ja, kan ook daadwerkelijk naast de andere bestaan: meningen sluiten elkaar helemaal niet uit, volgens de voorzeggers.
Of hun toehoorders het idee zelf ook zouden kunnen verwerven, doet niet ter zake. De kunstenaar, activist en partijbons genieten van hun inzicht. Al zouden ze de enige op de hele wereld zijn, voor henzelf hebben ze gelijk. Ze trekken zich terug in een cocon: ideeën van buiten zullen nooit meer invloed hebben.
De kunstenaar, activist en partijbons ontglippen dus het taalspel van ‘waar of onwaar’. Zelfs het iets relativistischer ‘eens of oneens’ krijgt geen vat op hen. Ze zijn er te narcistisch voor.
Wie daarentegen zegt: ‘Volgens mij is dit…’, nodigt uit om te volgen. Die formulering veronderstelt een actieve toehoorder, een alerte ander: iemand die kan volgen. Er lopen verschillende paden door de discussie en mensen kunnen elkaar over die paden achternahollen, mits ze elkaar uitleggen welke afslagen ze precies nemen. Je kunt elkaar bijbenen.
‘Volgens’ duidt dus op één werkelijkheid, waarbinnen mensen elkaar kunnen ontmoeten en begrijpen. De volgens-zegger schuift aan bij het waarheidsspel: waar of onwaar zijn geen loze woorden.
De keerzijde daarvan is de ruzie. Wie ‘volgens mij’ zegt, erkent de mogelijkheid van onenigheid. De ‘voor mij’-zeggers willen de ruzie bij voorbaat smoren. ‘Voor mij’ klinkt daarom ook altijd een beetje angstig, in plaats van zelfverzekerd.
En toch aarzel ik. Misschien zoek ik er te veel achter. Misschien sla ik wartaal uit en is ‘voor mij’ alleen voor mij een eufemisme.
Dit artikel is exclusief voor abonnees