Nederlandse militairen hebben géén gevangenen gemarteld in Uruzgan. Dat heeft een commissie bepaald en daarmee basta.
De Volkskrant dacht er vlak voor de verkiezingen anders over, maar die sloeg de plank mis, vinden de commissieleden. Er was in Uruzgan hooguit sprake van een ‘vernederende behandeling’ van gevangenen.
De commissie speelde de godin der objectiviteit. Iedereen, van Volkskrant-redactie tot parlement, wachtte haar oordeel vol spanning af. Sloot het woord ‘marteling’ op de werkelijkheid aan of niet?
Neemt u eens plaats op de stoel van een commissielid. Een gevangene nachtenlang wakker houden met herrie, is dat martelen? En als de soldaten hem ook natspuiten? Als ze hem tegelijkertijd blinddoeken en uitschelden? Als ze een wapenstok gebruiken? Waar trekt u de grens?
De commissieleden spreken in hun rapport van een ‘grijs gebied’, maar in dat gebied scheiden zij licht en donker. Marteling, geen marteling. Ze doen alsof ergens in Plato’s ideeënwereld een maatstaf rondslingert voor de martel-idee. Ze moeten hem alleen opscharrelen en dan kijken of de vorm ervan overeenstemt met de gebeurtenissen in de wereld.
Het gebruik van een wapenstok kan nu eenmaal niet worden bewezen, ondanks de geruchten, dus was er geen sprake van marteling, concludeerde de commissie.
Het doet denken aan de paradox van de zandkorrels die een berg vormen: één zandkorrel maakt nog geen berg, twee ook niet, drie niet, enzovoorts. Waar ligt het omslagpunt? Na hoeveel korrels spreken we van een berg? Na hoeveel water en slaaptekort is er sprake van marteling? Alleen commissies weten dat.
Het woord ‘martelen’ is bovendien niet alleen beschrijvend. Het draagt een moreel oordeel met zich mee: martelen mag niet. Soldaten spreken daarom liever van een stevige ondervraging en de commissie van een vernederende behandeling.
Achter die eufemismes schuilen twee misverstanden. Ten eerste dat je nooit kwaad mag doen om het goede te bereiken (‘martelen is altijd verkeerd’) en ten tweede dat er objectieve morele oordelen bestaan (‘dit kun je geen martelen noemen’).
Hebben de Nederlanders nu gemarteld of niet? In ieder geval is ‘vernederen’ een misplaatst eufemisme, ontleend aan de dagelijkse omgangsvormen. ‘Hij voelt zich vernederd’ is van een andere orde dan bijvoorbeeld ‘hij voelt zich geradbraakt’.
‘Mishandeling’ past beter bij de beschreven praktijken. De soldaten hebben gevangenen mishandeld.
Het is dan ook oorlog.