Home Eufemismen: Marktconform

Eufemismen: Marktconform

Door Bas Belleman op 27 november 2012

04-2007 Filosofie magazine Lees het magazine

De topman van een groot bedrijf maakt soms een salarissprong van een slordige miljoen, terwijl de vakbonden voor de werknemers na lang onderhandelen en een paar spandoeken hooguit een procentje loon erbij weten te ritselen. Hoe kan de topman dat verschil verdedigen?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Met een eufemisme: marktconform. Zijn topsalaris conformeert zich domweg aan de markt. Een ingehuurd adviesbureau kijkt naar het gemiddelde salaris van topmannen en als er eentje voor zichzelf opslag heeft geregeld, dan stijgt het gemiddelde salaris en moeten de andere topbestuurders mee omhoog.
De term ‘marktconform’ speelt alleen wanneer de bedragen stijgen. Niemand zegt: we moeten zijn salaris marktconform verlagen. (Vergelijk bijvoorbeeld het pleidooi voor ‘marktconform collegegeld’ aan de universiteiten: dat behelst altijd stijging van het collegegeld.) Marktconform is daarom een eufemisme voor hoger of te hoog.

Maar zoals altijd klinken er onvermoede boventonen in het eufemisme mee. Eufemismen beperken zich niet tot welluidende synoniemen; ze openen complete denkwerelden.
In de taal van de managers fungeert de markt als de natuur. Vraag en aanbod werken als eb en vloed. Geldstromen en werknemers zoeken de schaarste op, zoals lucht het vacuüm wil vullen. Alleen de best aangepaste bedrijven overleven.

En de natuur kent uiteraard geen moraliteit. Zij staat onverschillig tegenover planten, dieren en mensen. Men moet rekening met haar houden. Hoogmoedig verzet tegen de natuur kan als een boemerang terugslaan. Deemoedige onderwerping aan de natuur vereist daarentegen wijsheid. Men moet erkennen dat de natuur zich in al zijn eeuwigheid verheft boven de sterveling. Daar moet men zich niet aan willen ontworstelen.
‘Marktconform’ leent allerlei bijbetekenissen van de natuur en legt de verantwoordelijkheid voor de salarisstijging bij de markt, oftewel bij een amorele natuur. Als de topbestuurder een hoog salaris accepteert of zelfs afdwingt, leeft hij kennelijk in harmonie met zijn natuurlijke omgeving, de markt.

Verzet tegen die natuur – bijvoorbeeld een salarisplafond – is gedoemd averechts te werken, somberen hardcore liberale economen. Als een bedrijf te weinig betaalt, lekken de echte toppers weg naar het buitenland, waar ze meer betalen, ongeveer zoals de wind van een hoog naar een laag drukgebied stroomt.
De natuur bestuderen is een rationele bezigheid, dus het bestuderen van de markt ook. Onderwerping aan de natuur of aan de markt komt echter niet voort uit die wetenschap, maar uit romantiek en verkeerd begrepen devotie. Marktconformiteit is niet rationeel, zoals raden van toezicht plegen te beweren, maar juist doorgeslagen romantisch.
Romantiek leidt maar al te vaak tot egoïsme.