Home Elke Wiss vraagt zich af of we lichamen van nature langs de lat van perfectie leggen

Elke Wiss vraagt zich af of we lichamen van nature langs de lat van perfectie leggen

Door Elke Wiss op 19 november 2021

Cover van 12-2021
12-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Net als menig andere Nederlander vind ik weleens van die catalogus-achtige situaties in mijn brievenbus. Niet zelden is dat een catalogus met kleding, van een winkel waar ik ooit eens een keer iets heb besteld. Doorgaans vliegen ze direct richting oud papier, soms blader ik er wat doorheen.

In dit geval bladerde ik eens door de badpakkencollectie achterin. Ik werd al wat hebberig van de nieuwe modellen, printjes en kleuren, toen mijn oog viel op een paar pijlen naast zo’n badpakkenmodel. De pijlen wezen op haar middel, met een soort draai. Naast de pijlen twee woorden: ‘licht corrigerend’.

Wat moet er hier gecorrigeerd worden, dacht ik in eerste instantie. Zij ziet er niet per se uit alsof er iets gecorrigeerd moet en ook dat badpak oogt tiptop in orde. En toen wist ik het weer. ‘Licht corrigerend’, dat zijn van die woorden die we gebruiken om aan te geven dat een kledingstuk je optisch een paar kilootjes lichter doet lijken. Maar waarom noemen we dat ‘corrigeren’?

Kun je überhaupt over een lichaam zeggen dat er iets te corrigeren valt? Is dat een logische manier van naar lichamen kijken? Corrigeren impliceert dat er iets incorrect is. Een foutje bevat. Verbeterd moet worden. Uitgegumd, weggemoffeld, dat er iets verwijderd moet of toegevoegd, gerepareerd of verstopt.

En toen ging de gedachtetrein rijden: is dat ook de reden dat we spreken over neuscorrecties en schaamlipcorrecties? Heeft het schoonheidsideaal zozeer voet aan de grond gekregen dat we alles wat ervan afwijkt met het woord ‘corrigeren’ te lijf gaan?

Wanneer zijn we dat normaal gaan vinden?

Zijn we zo gewend aan termen als ‘licht corrigerend’ dat we de absurditeit er niet meer van inzien? Of is het andersom, leggen we lichamen van nature langs de lat van perfectie?

Ik bladerde nog wat door de pagina’s met schoenen, truitjes, jurkjes en handtassen.

En nog een keer.

Bij geen enkele afbeelding van een mannenmodel met mannen­kleding zag ik de twee woorden. Is daar alles al perfect? Geen foutjes, niks uit te gummen, niks te verstoppen of optisch te beïnvloeden? Uiteindelijk blijf ik met één vraag achter: moeten we lichamen optisch corrigeren, of ons eigen denken erover?