11 september, het begin van de kredietcrisis, maar ook het eind van een langdurige relatie of het verlies van een naaste – een echte shock dringt op het moment zelf niet tot ons door, het is ‘alsof je door een kaasstolp naar de gebeurtenissen kijkt’. Geschiedfilosoof Frank Ankersmit keert terug naar het ontstaan van de shock, naar de ervaring van verlies, naar het inzicht dat de wereld definitief veranderd is.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
‘Een gat in de taal’ noemt geschiedfilosoof Frank Ankersmit het. De beelden van de aanslagen van 11 september roepen ook nu nog, na eindeloze herhalingen, een scala aan tegenstrijdige gevoelens op, die zich niet in woorden laten uitdrukken. Verbazing, ongeloof en afschuw, maar ook ontzag. De twee torens stortten in met ‘malign majesty’, zoals de Britse schrijver Ian McEwan het twee weken na de aanslagen noteerde in een essay in de Guardian. Volgens hem was de visuele overrompeling zo groot dat het dagen duurde voordat de vraag opkwam: ‘Wat nu?’
Van Ankersmit verscheen in 2007 het boek De sublieme historische ervaring. De belangrijkste stelling van het boek is dat in de geschiedschrijving de ervaring van historische gebeurtenissen ten onrechte wordt genegeerd. Het gaat historici om te verifiëren feiten en met feiten onderbouwde analyses. Ervaringen zijn subjectief – iedereen kan een gebeurtenis op zijn eigen manier ervaren –, terwijl de geschiedschrijving streeft naar objectiviteit.
Ankersmit: ‘Die objectieve geschiedschrijving is uiteraard van grote waarde. Maar tegelijkertijd mogen we de ervaring zelf, hoe ongrijpbaar en persoonlijk ook, niet zomaar vergeten. Dat geldt in het bijzonder voor uitermate schokkende of traumatische ervaringen, zoals de aanslagen van 11 september.’
Natuurlijk, de beelden van de gebeurtenis zelf worden herhaald, tal van commentatoren voorzien ze van betekenis, en politici zullen handelen. Maar dat is nog wat anders dan de traumatische ervaring daadwerkelijk onder ogen zien, aldus Ankersmit. ‘De oorlogen die Bush voerde in de jaren na de aanslagen kun je heel goed zien als pogingen om de ervaring van het trauma te verdringen dat de Verenigde Staten niet langer onaantastbaar zijn. Maar die droom van onaantastbaarheid was nu juist definitief uiteengesprongen – en daar had Bush beter naar kunnen handelen. Zich kwetsbaar kunnen tonen, diplomatieke banden aanhalen.’
Overigens kent ook Nederland zijn traumatische ervaring: het oude, gezellige, autochtone landje is door globalisering, internationale concurrentie en migratie verloren gegaan. Populisme is voor Ankersmit eveneens een manier om deze schok niet onder ogen te zien. Maar daarover later meer. Eerst: hoe ontleedt Ankersmit de schokkende ervaring?
Subliem
Volgens de geschiedfilosoof is er een parallel tussen het psychologisch begrip van trauma en wat in de filosofie bekendstaat als ‘het sublieme’. Ankersmit spreekt van ‘sublieme historische ervaringen’. Een verwarrende term, omdat ‘subliem’ in het dagelijkse taalgebruik verwijst naar iets positiefs. Maar achttiende-eeuwse filosofen als Edmund Burke en Immanuel Kant gebruikten het woord anders. Voor hen drukt het sublieme een ervaring uit die het voorstellingsvermogen te boven gaat. Ervaringen die te overweldigend zijn om te bevatten, laat staan in woorden uit te drukken.
Het overweldigende van de sublieme historische ervaring zit ’m niet alleen in de schokkende gebeurtenis op zichzelf, benadrukt Ankersmit. Sterker nog: bijzonder schokkende of gewelddadige gebeurtenissen hoeven nog geen historische sublieme ervaringen te zijn. Het onderscheidende criterium is het inzicht dat er opeens zoiets is als een voltooid verleden tijd. Het verleden heeft zich losgemaakt van het heden, en is daarmee onherstelbaar verloren gegaan. Er is een wereld voor 11 september, voor de val van de Muur, voor het uitbreken van de kredietcrisis – een wereld die nooit meer terugkomt. Maar ook gebeurtenissen die niet op één moment zijn vast te pinnen, zoals de opkomst van China, kunnen een sublieme historische ervaring oproepen. Een kleine, meer persoonlijke gebeurtenis kan je doen beseffen hoe de wereld is veranderd. Een fabriek die wordt gesloten, omdat ze de concurrentie met Azië niet meer aankan. Of opeens valt op hoe China het nieuws en dagelijkse gesprekken domineert. Ankersmit: ‘Het werkt bij dergelijke, meer diffuse veranderingen als met een elastiek dat langzaam en ongemerkt wordt uitgerekt en opeens – door een minieme toename van de spanning – knapt.’
‘En altijd beseffen we pas achteraf wat verloren is gegaan. Dan is het opeens geschiedenis. De geschiedenis wordt geboren uit de mythe, schrijft Thomas Mann. Veel mythes handelen over hoe de mens van een wereld van overvloed naar een gebrekkige wereld wordt verbannen. Dat is ook de thematiek van de zondeval: de verbanning uit het paradijs, boven alle tijd verheven, naar de wereld van geschiedenis. De grote sublieme schokken zijn in onze ervaring in feite een voortdurende re-enactment van deze oermythes.’
‘Je ziet het bij de Franse Revolutie. Het Ancien Régime waande zich in een dergelijk paradijs, in een soort van tijdloze zaligheid. En opeens is alles anders. Niet alleen Frankrijk, maar de wereld was veranderd: de adellijke stand was op slag een relikwie uit het verleden. Die schok voel je terug in De la démocratie en Amérique van Alexis de Tocqueville [onlangs in het Nederlands verschenen als Over de democratie in Amerika (Lemniscaat), LH], het verslag van zijn reis in 1831 door Amerika. De aristocratische denker Tocqueville ziet daar dat de toekomst aan de democratie is. Het vervult hem met melancholie over wat verloren is gegaan – zíjn wereld is verdwenen –, maar ook met bewondering voor wat de democratie vermag.’
‘Voor mij is dat een goede omgang met wat voor Tocqueville persoonlijk ongetwijfeld traumatisch moet zijn geweest. Hij verdringt dat trauma niet, maar ziet het verlies onder ogen en richt zich op de toekomst. Hij is weliswaar kritisch over de democratie; hij vreest onder meer een tirannie van de meerderheid, die ten koste kan gaan van minderheden. Maar hij keert zich niet tegen de democratie; zijn kritiek is juist in de geest ervan.’
Kaasstolp
‘Het verwerken van een historisch verlies begint bij spreken over wat precies verloren is gegaan. Dat is niet eenvoudig. Een interessante overeenkomst tussen het trauma en wat filosofen schrijven over het sublieme is de ervaring van afstand tot de gebeurtenis. Edmund Burke spreekt van “tranquility tinged with terror”, een merkwaardig soort gemoedsrust die ons kan overvallen juist als de dood en vernietiging dichtbij zijn. Psychologen weten dat een trauma gepaard kan gaan met een eigenaardige verdoving. De traumatische ervaring lijkt jou niet aan te gaan. Het is alsof je door een kaasstolp naar de gebeurtenissen kijkt, of alsof een ander het meemaakt. Kenmerkend voor een trauma is het onvermogen om te lijden aan een traumatische ervaring.’
‘Die afstand is heel goed voorstelbaar, en op het moment zelf wellicht noodzakelijk. Maar na enige tijd, zoals ook bij de aanslagen van 11 september, komt toch de vraag: wat nu? Tocqueville geeft een antwoord op die vraag, zonder het traumatische of sublieme uit de weg te gaan. Hij weet dat het verleden verloren is gegaan, maar ook dat hij dat verleden pas echt kan vergeten als hij in staat is om het volledige verhaal te vertellen over wat hij opgeeft. Je moet eerst weten om te kunnen vergeten, om daadwerkelijke afstand te kunnen nemen tot het verleden.’
‘Dat is het probleem geweest met Bush: hij weigerde onder ogen te zien wat verloren is gegaan, maar trachtte vooral het beeld van de almachtige Verenigde Staten te handhaven. Goede geschiedschrijvers, zoals Tocqueville, die naast een objectieve geschiedschrijving ook de ervaring van verlies beschrijven, dragen bij tot traumaverwerking. Bush reageerde overtrokken om het trauma juist uit de herinnering te verdrijven, alsof het nooit had plaatsgevonden. Uiteraard keert het daardoor juist als een boemerang terug.’
‘Overigens is een dergelijke overtrokken reactie ook mogelijk indien een gebeurtenis ten onrechte als een sublieme ervaring wordt gezien. Dat dreigde mijns inziens na de aanslagen in Oslo. De discussie brandde los wie of wat verantwoordelijk was voor de aanslagen. Was Breivik een product van deze tijd, van de samenleving? Of het gevolg van de schrille toon waarop politici als Wilders het debat voeren? Er worden allerlei causale verbanden gelegd die volgens mij niet kunnen worden bewezen. Het schokkende en sublieme van de aanslagen wordt benadrukt om de schuldvraag te kunnen stellen en te eisen dat op een andere manier politiek moet worden bedreven. Maar misschien – en dat denk ik – is Breivik niets meer dan een gek. Daarmee zijn de aanslagen uiteraard nog steeds zeer schokkend. Maar dat daarmee ook politiek van alles moet veranderen, daar kan ik me niet in vinden – althans niet hierom.’
‘Van Emily Dickinson zijn de mooie dichtregels “The Heart cannot forget/ Unless it contemplates/ what it declines.” Je moet volledig onder ogen zien of, en zo ja wat, je bent kwijtgeraakt, anders word je melancholisch of zelfs reactionair. Dat is volgens mij ook aan de hand met Wilders en de PVV. Hun omgang met het verleden is door en door melancholisch. Niet alleen meent Wilders dat het verleden – dat kleine, autochtone landje – ooit weer kan terugkeren, hij ontkent ook dat migranten nu eenmaal deel zijn gaan uitmaken van de Nederlandse identiteit. In beginsel snap ik dat wel; de Nederlandse bevolking heeft de laatste decennia heel wat voor de kiezen gekregen en er is nooit geluisterd naar haar klachten. Terwijl je het toch met enig recht ons eigen trauma kunt noemen: het verdwijnen van de overzichtelijke en ogenschijnlijk veilige verzorgingsstaat door globalisering, migratie en neoliberalisme. Mensen voelen zich onveilig in deze nieuwe wereldorde. Ik begrijp ook goed waarom een slogan als “geen halal maar zuurvlees”, waarmee de PVV campagne voerde in Limburg tijdens de verkiezingen voor Provinciale Staten, succesvol is. Die verwijst, al dan niet terecht, naar een alledaagse ervaring van een verloren wereld. Zo’n moment waarop het elastiekje knapt en je beseft dat alles anders is geworden. Authentieke streekproducten worden verdrongen door shoarma.’
‘Maar het punt is natuurlijk dat het verleden definitief verdwenen is. De Nederlandse identiteit is veranderd. Er zijn nu eenmaal nieuwe bevolkingsgroepen bij gekomen, en ook dat maakt deel uit van de Nederlandse identiteit. Die identiteit eindigt niet bij 1900, maar gaat door tot de dag van nu. Op de vraag “Wie ben ik?” antwoordde Augustinus: “Ik ben wat ik me herinner.” Welnu, die herinneringen houden niet op bij je jeugd. En we herinneren ons nu eenmaal hoe migranten zich hier vestigen. Dat negeren is dus slechte geschiedschrijving.’
Toekomst
In 2007 werd bij de boekpresentatie van De sublieme historische ervaring een debat georganiseerd in De Balie. De laatste vraag aan Ankersmit luidde toen wat zijn verwachtingen waren voor de toekomst. Zijn antwoord luidde: ‘Ik hoop dat het mee zal vallen.’ Volgens Ankersmit bevinden we ons midden in een historische, schokkende omwenteling, te vergelijken met de Franse Revolutie, waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn. Volgens hem is de staat als samenbindende en richtinggevende entiteit ten einde, ingehaald door de neoliberale wetten van de internationale markt.
Zijn gesprekspartners waren destijds terughoudend. Maar goed, het was dan ook een jaar voor het uitbreken van de kredietcrisis. In Nederland ging op 23 september 2008 – zwarte maandag – de AEX onderuit. Ankersmit: ‘Ik had die maandag werkelijk een sublieme historische ervaring. Veel meer dan bij 11 september, wat weliswaar schokkend was, maar als Europeaan ervaar je niet dat Amerikaanse trauma niet langer ongenaakbaar te zijn. Maar in 2008… Ik weet nog precies waar ik was en wat ik deed. Ik was in het zwembad – nu is dat niet zo verwonderlijk, want ik zwem elke ochtend. Maar ik herinner me dat mensen om me heen erover begonnen te praten. Lehman Brothers was al eerder onderuitgegaan, Fortis lag aan het infuus van de overheid – maar de koersen daalden verder. Ik dacht: nu gaan we de afgrond in. Ik voelde me midden in de orkaan van de geschiedenis. Het gevoel geconfronteerd te worden met enorme machten – machten die het hele economische bestel onderuit kunnen halen of juist dat kunnen voorkomen. Ik was getuige van een titanenstrijd, en het was allerminst duidelijk wie ging winnen.’
De uitslag staat ook nu voor Ankersmit zeker niet vast. De kredietcrisis mondde uit in de eurocrisis. Sinds Griekenland onder curatele is gesteld, is definitief duidelijk hoe de staat aan macht heeft verloren. Ankersmit: ‘En zijn burgers. Heel typerend voor de huidige verandering vind ik de protesten van Griekse burgers. Ze kunnen hun woede niet meer vertalen in een alternatief politiek programma. Bovendien: op wie moeten ze hun woede richten? Ze kunnen kwaad zijn op de regering, maar wat voor keuze heeft die? En hetzelfde geldt natuurlijk ook voor Nederland. Wat kunnen we anders doen dan voor miljarden garant staan? Natuurlijk, voor de bühne mopperen politici wat – maar de uitkomst staat van tevoren vast: de miljardensteun komt er, en zal er ook een volgende keer komen. Het is zoals Herbert Marcuse het beschrijft in De eendimensionale mens. We zijn slaven van een economisch systeem; er zijn geen opties meer. Nederland zou niet eens meer terug kunnen naar de klassieke beschermende verzorgingsstaat. Onder het huidige neoliberale gesternte zou de Europese Commissie of de Europese Centrale Bank zeggen: “Tja, dat is toch wel erg duur.” Sociale politiek is niet meer te voeren. Als je dat toch probeert, krijg je het platvoerse argument te horen dat die economisch niet meer haalbaar is.’
‘En dan ligt er nog een aantal crises op ons te wachten. De ecologische crisis. Het verder afbrokkelen van wereldmacht Amerika…’
U bent er sinds 2007 niet optimistischer op geworden.
‘Nee. Zeker niet. Francis Fukuyama beschrijft in zijn laatste boek, De oorsprong van de politiek, hoe naties of beschavingen op een gegeven moment tegen hun plafond aan lopen. Ik deel dat; er is geen rek meer. Dat is de meest schokkende ervaring van dit moment. De enige manier om hier weer uit te komen, is om dat onder ogen te zien. Voor Europa betekent dat het besef dat een gemeenschap niet gebouwd kan zijn op voornamelijk economische belangen. En Europa moet zich zien te redden in een wereld waarin naast de VS andere grootmachten opstaan. Het enige antwoord is verdergaande politieke integratie. Geen populair antwoord; we leven liever in de illusie dat onze landsgrenzen de misère tegenhouden. De schok dat die grenzen niets meer garanderen, is nog niet tot ons doorgedrongen.’