Dit artikel is exclusief voor abonnees
In werkelijkheid – en Tutu had tijdens het Apartheidsregime al de moed om dit te zeggen – hadden de zwarten nooit een kans tegen het Europese vuurwapen. En nog erger: ze hadden geen enkel referentiekader op grond waarvan ze de Europeanen konden begrijpen. Wanhoop kenmerkte daarom de strijd die de zwarten hebben gevoerd om een gemeenschappelijk referentiekader te vinden of zelfs te scheppen, waarin een geschiedenis, en mede daardoor, een politieke strijd kan plaatsvinden. Want – en dat is de kern van dit verhaal – zonder een geschiedenis kan er nooit een politieke strijd om rechten plaatsvinden.
Boeren
Dit is een tragedie, omdat tijdens de Boerenoorlogen deze Afrikaners ook op geen enkele manier konden onderhandelen met de Britten. Het drama van De Boeren drong ook op geen enkele manier door tot de Britse gezaghebbers. De gevolgen waren verwoestend.
De ironie wil dat diezelfde Britse annexatie kansen bood aan de zwarten. De Britse wereldpolitiek was gebaseerd op drie C’s: Commerce, Christianity en Civilization. De veroverde wereld moest voor deze drie heilige C’s veranderen. De zwarten komen daardoor voor de eerste keer, op een serieuze en grootschalige wijze, in aanraking met taalcultuur, politiek, recht en literatuur van de veroveraars. De tragedie van de Boer impliceerde het begin van de zwarte bewustwording, waardoor er een kans was een eigen plaats in de geschiedenis te verwerven.
Een leger van Methodische missionarissen bracht de Bijbel, het Engels en de daaraan gerelateerde civilisatie. De zwarten ontdekken Shakespeare, Messias, Bill of Rights, en hun eigen positie als rechteloze subjecten. Weliswaar hebben de Engelsen de grondslagen van de segregatie van rassen, grond, rechten en plichten gelegd, toch wilden de Engelsen van de Afrikanen “zwarte Engelsen”, “Black Gentleman” maken. Terwijl de Afrikaners in de zwarten nog steeds die kaffers zagen, zagen de Engelsen in hen de nieuwe politieke Butlers. Nog steeds geen benijdenswaardige positie, maar wél een waarbij onderdrukkers en onderdrukten een gemeenschappelijk kader delen. De zwarten kwamen uit een a-historische verhouding met de onderdrukker in een geschiedenis terecht waarin en waardoor naar universele principes en waarheden gezocht kon worden. De zwarte politieke bewustwording was sindsdien een pijnlijk proces. Daarin zochten de zwarten wanhopig naar een discours dat licht kon werpen op de relatie tussen de zwarte en witte mensen.
Ubuntu, communisme en Gandhi
Jacques Derrida schrijft over Mandela, zijn terechtzitting en verdediging dat: ‘In all senses of this term, Mandela remains, then, a man of the law. He has always appealed to the law even if, in appearance, he has to oppose himself to such-and-such specific legality, and even if certain judges have made of him, at certain moments, an outlaw’. Ja, deze bevrijdingsstrijders waren letterlijk de mensen van het recht. Mandela sprak namens het recht dat nog moest komen en gelden. Op 26 juni 1955 werd The Freedom Charter door het ANC afgekondigd: “We, the people of South Africa, declare for all our country and the world to know: that South Africa belongs to all who live in it, black and white, and that no government can justly claim authority unless it is based on the will of all the people; that our people have been robbed of their birthright to land, liberty and peace by a form of government founded on injustice and inequality(…)’. Hier zien we de eerste verzoeningsacte in de geschiedenis van Zuid-Afrika.
De verzoening was een noodzakelijk proces voor zover men wilde streven naar het stichten van een rechtsstaat en rechtsvrede. Het was echter niet vanzelfsprekend dat dit doel ook bereikt zou worden, omdat de conflicterende partijen het zelf moeten willen. Verzoening is immers niet afdwingbaar. Een Waarheids- en Verzoeningscommissie is niet het doel van dat noodzakelijke proces van verzoening, het is slechts een weg, een manier waarop men bij het stichten van een rechtsstaat in Zuid-Afrika kan afrekenen met de politieke misdrijven die in het verleden zijn gepleegd. Een andere manier om af te rekenen met het verleden zou een Straftribunaal zijn geweest, maar Zuid-Afrika koos voor een Waarheids- en Verzoeningscommissie. Waarom?
Nationale eenheid
Een sociaal-politiek stichtingsacte is daarentegen een historisch, bijna mythisch moment dat een voortvloeisel is van vele voorafgaande (weliswaar nog niet geslaagde) stichtingshandelingen. Denk hierbij aan de mensenrechtenverklaring van het ANC in de jaren vijftig; de strijd van Steve Biko voor de bewustwording van zwarten en blanken of de religieus democratische strijd van de kerken onder leiding van Desmond Tutu voor de menselijke waardigheid. Deze stichtingshandelingen waren weliswaar niet gerealiseerd, maar ze hebben de voorbereidende functie ingenomen voor de nog tot stand te brengen definitieve acte. De constitutie als een plechtig maatschappelijk contract is de realisatie van de stichtingsacte van het democratisch Zuid-Afrika. Het maatschappelijk contract omvat ook de beloftes van de stichters aan de toekomst en toekomstigen. De toekomst als een open ruimte bevindt zich in tweeërlei bewegingen: enerzijds zijn er de mensen die zich telkens, na alle tegenslagen toch weer opnieuw naar het mogelijke willen begeven, en anderzijds is er altijd een horizon die door de menselijke bewegingen steeds dichterbij komt. Deze dubbele openheid van de mens en zijn horizon brengt de geschiedenis voort. De totalitaire regimes hebben juist geen geschiedenis omdat de totalitaire toekomst een gesloten geheel van een reeds vastgestelde werkelijkheid is. Totalitaire regimes hebben bijgevolg evenmin een toekomst.
In Het labyrint der eenzaamheid schrijft Ocatvio Paz: ‘De mens is niet alleen het resultaat van de geschiedenis en de krachten die haar bewegen, zoals men tegenwoordig beweert; evenmin is de geschiedenis uitsluitend het resultaat van menselijke wil- een stelling waarop het systeem van het Noord-Amerikaans leven impliciet gebaseerd is. Mijn inziens is de mens niet in de geschiedenis: hij is geschiedenis.’ De mens is geschiedenis, omdat hij, en alleen hij kan spreken. De mens kan tevens worden aangesproken en om aangesproken te worden, moet er in de aanwezigheid van anderen gehandeld zijn. Om geschiedenis te blijven, moet hij telkens kunnen beginnen. Hij moet een onafgebroken begin zijn. De mens moet de eeuwige beginneling zijn. Het labyrint der eenzaamheid is de onverzoenlijkheid waarin de gesprokene, toegesprokene en aangesprokene wordt gedwongen in de stilte van alle stemmen, ronddwalend in niets te zwijgen. Het labyrint der onverzoenlijkheid heeft geen geschiedenis, ook geen mens.
Cynthia Negwu
Verzoening bevordert de menselijke waardigheid en is afhankelijk van waarheid. Er bestaat ook een inherente relatie tussen waarheid en rechtvaardigheid. Dit is diep verankerd in de westerse cultuur. Aan de Romeinse of Griekse cultuur was evenmin vreemd dat er een relatie tussen recht, rechtvaardigheid en waarheid bestaat. Daar gold ook dat de rechtvaardigen waarachtig dienen te handelen. Nietzsche zag reeds in zijn essays over Nut en nadeel van de geschiedenis voor het leven deze relatie tussen waarheid en rechtvaardigheid. Ondanks het feit dat volgens Nietzsche weinigen de waarheid waarachtig dienen, merkt hij op dat het streven naar waarheid in rechtvaardigheid wortelt.
Er zijn nu heel wat factoren beschreven die bijdroegen tot verzoening in Zuid-Afrika. Het oordeel of zoiets nu ook mogelijk is in de islamwereld, moet hard zijn. De politieke en culturele omstandigheid waarin de volkeren van de islamwereld verkeren, verschilt nauwelijks van die van Zuid-Afrikaanse Boeren. Deze volkeren missen immers eveneens de verbondenheid met een geschiedenis die zich telkens naar rechtvaardigheid en vrijheid toebeweegt. Het drama van Afrikaners was de wortelloosheid; het drama van de moslimvolkeren is de bedorvenheid van de wortels. De Afrikaners konden niet voorbij ‘ras’ denken, waardoor een verzoening met zwarten, en daarmee een deelname aan de geschiedenis, ondenkbaar was. De islamwereld kan niet voorbij Allah denken, waardoor verzoening al even onmogelijk is. Beide volkeren waren of zijn kortom te statisch om deel te zijn van een bewegende en veranderende geschiedenis. Zij konden of kunnen niet – zoals Mandela of Cynthia Negwu aan die grote tafel – inzien dat ‘mens’ een universeel begrip is. Daarmee is verzoening onmogelijk. Daarentegen waren de zwarten door de Britten wel een deel geworden van een stromende geschiedenis. Zij konden, hoe moeilijk en zwaar de strijd ook was, hun eigen lot bevechten. De zwarten werden door de Britten (uiteraard onbewust) tot de ware Afrikaanse erfgenamen van de Verlichting. De Verlichting moet nog ingang vinden in de islamwereld. De constitutie als een maatschappelijk contract, wat in Zuid-Afrika een wezenlijk element van verzoening bleek, ontbreekt in de Oriënt. Deze historische invaliditeit is een onoverkomelijke hindernis voor verzoening. Wat veel moslims rest is een ondraaglijke en vaak misdadige toestand, dorstend naar de Verlichting, naar de rede, naar een geschiedenisbesef zonder Allah als alfa en omga.
Waarheid
Is er dan geen hoop? In mijn pessimistische beschouwing vormt Iran wellicht een uitzondering. Omdat daar de pre-islamitische cultuur, namelijk de cultuur van de Perzische wijsgeer en profeet Zarathustra, nog steeds sterk aanwezig is. Het is de islam in Iran niet gelukt deze Zarathustraistische traditie volledig te vernietigen. Zarathustra kenden drie basisgeboden: oprecht spreken, oprecht denken en oprecht handelen. Het vuur wat heilig is en nooit opzettelijk gedoofd mag worden, symboliseert bij Zarathustra het licht dat de duisternis moet verdrijven. Het principe van waarachtig denken, spreken en handelen is de verinnerlijking van het eeuwige licht. De wereld is een pluriforme beweging waarin Ahoera Mazda (de oppergod van lichtheid) ook in zijn strijd afhankelijk is van de mens die zich in het vuur van waarheid heeft gereinigd om tegen Ahriman ten strijde te trekken. De waarheid heeft vooral een feitelijk karakter. De waarheid wordt daar begrepen als tegenovergestelde van leugens. In het oude Perzië beval men zijn kinderen aan om nooit geld te lenen, omdat de schuldenaar – in een zwakke positie – grote kans loopt ooit te gaat liegen. Dit is een andere wereld dan die van de islam of het christendom. De wereld van Zarathustra bestaat uit ‘arbeid, gezang en strijd’. Inderdaad, dit is de wereld van Nietzsche, die in Zarathustra een vroege geestverwant zag.
In tegenstelling tot deze waarheidsliefde bestaat het huidige Iran bij gratie van georganiseerde leugens. Als deze tegenstelling op de spits wordt gedreven, bijvoorbeeld als de huidige protesten zich uitbreiden, dan kan daaruit misschien een Waarheids- en Verzoeningscommissie worden geboren – in een proces wat filosofen ‘dialectiek’ noemen. En dit kan dan ook andere islamitische landen beïnvloeden. Een waarheidscommissie is tenslotte een onderdeel van het ontmantelingsmechanisme van een totalitair regime. Dus, de breidwilligheid van het heersende regime bij een zelfontmantelingsproces is de politieke voorwaarde voor het ontstaan van een waarheidscommissie a la Zuid-Afrika. Een dergelijk zelfontmantelingsproces zou de ‘creatio ex nihilo’ – een totale revolutie die kan uitlopen op een bloedbad – voorkomen.
Demon
Ooit zal Iran in politieke transitie terecht komen waar de macht volledig uiteen zal vallen. De macht is de zwaartekracht die de publieke ruimte rond de omloop van verhalen en werken van een taalcultuur behoedt en bijeenhoudt. Daarom moet de macht als een lege plaats en eeuwige kracht onsterfelijk blijven. Dat houdt in dat niemand zich de macht mag toe-eigenen. Een dergelijke bezetting van macht door de ideologie of een persoon is de eenvoudigste manier om haar van zichzelf te vervreemden. Deze vervreemding van macht metamorfoseert haar essentie (de onbepaaldheid) tot een demon (identificeerbaar, denk daarbij aan Stalin of Khomeini). Daar dreigt de tirannie.
Wanneer de macht sterft, sterft ook met haar de zwaartekracht van een wereld. Daarin verwordt de publieke ruimte tot een oord waar de oorlog van allen tegen allen woedt. Dit is ook onze angst voor de nabije toekomst van Iran, Irak en Afghanistan. Het lijk van de dode macht – gesymboliseerd door het omgevallen standbeeld van Saddam Hoessein – verkeert immers in de onmogelijkheid ter aarde besteld te worden door een proces van waarheid en verzoening. Dit is de duisternis die in de politieke overgangsperiode over de mensen van een taalcultuur valt. Men moet dit lijk en dit domein verlaten voordat het lijk het universum van Politiek totaal uiteen laat vallen. Verzoening gedurende een politieke overgangsperiode is een brug naar een opening, waar de macht van onsterfelijkheid de ruimte van het publieke bijeen zal houden. De waarheid van de verzoening biedt de mogelijkheid om in het voortbestaan van het historische besef, in de geschiedenis te kunnen geloven. En als de geschiedenis leeft, dan leeft de mens ook en als de mens leeft, leeft de altijd terugkerende mogelijkheid van het eeuwige begin voor deze kwetsbare unieke beginneling.
Afshin Ellian is strafrechtdeskundige, filosoof en dichter. Eerder dit jaar verscheen zijn proefschrift Een onderzoek naar de Waarheids- en Verzoeningscommissie van Zuid-Afrika bij uitgeverij Wolf Legal, Nijmegen.
Meer weten over Ubuntu? Kom naar het Ubuntu Filosofie evenement op 20 januari 2018 in TivoliVredenburg.