Home De Middeleeuwen waren niet zo duister

De Middeleeuwen waren niet zo duister

Door Christopher Assendorp op 26 oktober 2010

Cover van 09-2010
09-2010 Filosofie magazine Lees het magazine

Nog steeds beschouwen we de Middeleeuwen als een periode van duisterheid, van wetenschappelijke stagnatie en zelfs barbaarsheid. James Hannam laat zien dat juist in deze eeuwen de wetenschap en de filosofie bloeiden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Over de prestaties van de middeleeuwse wetenschap is tegenwoordig zo weinig bekend dat we bijna vanzelfsprekend aannemen dat er in de Middeleeuwen geen enkele wetenschappelijke vooruitgang heeft plaatsgevonden’, beklaagt James Hannam zich in de inleiding van Gods filosofen. Historici kenschetsen de periode nog steeds als een van wetenschappelijke stagnatie en van barbaarsheid.

In zijn boek weet wetenschapshistoricus Hannam aannnemelijk te maken dat deze periode ten onrechte geringschat wordt op het gebied van geleerdheid en wetenschappelijke ontwikkeling. Hij wijst vooral de Victoriaanse historici aan als schuldigen voor ons verwrongen beeld van de periode van 500 tot 1500, vanwege het populariseren van de term de ‘duistere eeuwen’. In de periode vlak na de Middeleeuwen valt de humanisten te verwijten dat zij de middeleeuwse filosofie, wis- en natuurkunde niet op waarde wisten te schatten. De humanisten, die hun naam ontlenen aan hun belangstelling voor de humaniora, waren zo verknocht aan een ideaalbeeld van de klassieken dat ze het slordige middeleeuwse Latijn en vrijwel alles wat ermee van doen had verwierpen. Het humanisme zien we vandaag veelal als een positieve ontwikkeling, zegt Hannam, maar ‘de waarheid luidt dat de humanisten bijna kans hebben gezien driehonderd jaar vooruitgang in de natuurfilosofie te vernietigen’. Ze koesterden een geweldige voorliefde voor Aristoteles maar keerden hun rug naar de vele uitvoerige commentaren op zijn werk. Want de vele middeleeuwse denkers die commentaar hadden geleverd op Aristoteles’ werk zouden ‘veel te recent [zijn] om iets te kunnen hebben geschreven dat de moeite waard was’.

Geworpen bal

Als een van de opmerkelijkste filosofen uit de Middeleeuwen roemt Hannam de veertiende-eeuwse Johannes Buridanus. Hij volgde na zijn bul in de vrije kunsten niet een opleiding in theologie en weigerde ook zich aan te sluiten bij de dominicaanse of franciscaanse orden. Tegen de gewoonte van zijn tijd in verwierp hij Aristoteles op meerdere punten en stelde hij zijn eigen theorie tegenover Aristoteles’ theorie van de ‘gewelddadige’ beweging van objecten. Buridanus leek het duidelijk dat ‘niets een geworpen bal voortstuwt nadat deze de hand heeft verlaten die hem heeft geworpen’. Dat de bal blijft bewegen komt door de ‘impetus’ die de bal meekrijgt. Terwijl Aristoteles eerder beweerd had dat een object in beweging stil zal komen te staan wanneer het niet constant voortgestuwd wordt. Buridanus wees Aristoteles af omdat zijn theorieën ‘niet correspondeerden met wat Buridanus in de werkelijkheid zag’. Buridanus staat in een lange lijn van vergeten wetenschappers en filosofen en is een uitstekend tegenvoorbeeld bij het dominante idee dat het in de Middeleeuwen slechts Aristoteles was wat de klok sloeg.

Met dit boek wilde Hannam een brede introductie in de geschiedenis van de Middeleeuwen geven. In die opzet is Gods filosofen overtuigend geslaagd, mede omdat Hannam zijn kennis moeiteloos weet om te zetten in klare taal. Het boek blijft altijd leesbaar en is doorspekt met tal van sappige human interestpassages. Niet de minste daarvan is het verhaal van de veertiende-eeuwse logicus Abelard en zijn Héloïse, dat Hannam terecht ‘een van de grote tragische liefdesaffaires uit de geschiedenis’ noemt. Dit boek is niet alleen een eerbewijs aan de vergeten wetenschap maar ook een ode aan de rijke geschiedenis van de Middeleeuwen.