Home Damiaan Denys: ‘Abnormaliteit is de stront van onze begrijpelijkheid’
Waanzin

Damiaan Denys: ‘Abnormaliteit is de stront van onze begrijpelijkheid’

Door Lianne Tijhaar op 19 augustus 2015

Damiaan Denys: ‘Abnormaliteit is de stront van onze begrijpelijkheid’
Cover van 09-2015
09-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

We noemen steeds meer mensen abnormaal in Nederland. Maar niet omdat meer mensen psychisch ziek worden, waarschuwt filosoof-psychiater Damiaan Denys. We kunnen simpelweg niet meer met abnormaliteit omgaan – omdat we álles willen begrijpen.

Neem een willekeurige groep van honderd Nederlanders; 42 voldoen aan de officiële criteria voor een psychische stoornis. Dat is bijna de helft van de bevolking! Hoe kan dat nu? Is onze samenleving dan zo ziek? Natuurlijk niet, stelt filosoof-psychiater Damiaan Denys. ‘Niet het aantal verwarde mannen is toegenomen – die zijn van alle tijden –, maar de manier waarop we ermee omgaan is enorm veranderd. Nederlanders hebben moeite om abnormaliteit te verdragen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Voor Denys is de abnormaliteit het bestaansrecht van zijn vak: zonder abnormaliteit geen psychiatrie. Tegelijkertijd bepaalt hij als psychiater wat als abnormaal geldt. Want wat abnormaal is, ligt zeker niet vast. ‘Pogingen om de abnormaliteit wetenschappelijk te definiëren leveren steevast problemen op’, zegt Denys. ‘Noemen we iemand die afwijkt van de statistische norm abnormaal, dan vallen genieën als Mozart en Einstein buiten de boot. Zeggen we dat het gaat het om mensen die zich niet aanpassen aan de eisen van de maatschappij, dan waren de verzetsstrijders ten tijde van het naziregime abnormaal.’

Inmiddels hebben we volgens Denys een nieuwe norm gevonden waaraan we abnormaliteit afmeten. ‘Alles moet efficiënt zijn. Snel en makkelijk oplosbaar. Wat daarbuiten valt is niet acceptabel en proberen we onder controle te houden. Jongetjes die te druk zijn krijgen Ritalin om ze in dat sociale keurslijf te drukken. Maar als die jongens op vakantie zijn, dan gebruiken ze helemaal geen Ritalin! Dat is natuurlijk absurd. De criteria die we gebruiken zijn zo rigide geworden, dat heel veel mensen er niet aan voldoen en als abnormaal worden bestempeld.’

Betekenis

‘Die ontwikkeling naar efficiency zagen we al opkomen in de jaren zestig, waarin we afstand namen van religieuze betekenissystemen en politieke ideologieën in de overtuiging dat wij als individu het centrum van het heelal zijn en alles zelf doen. Die individualisering is alleen maar toegenomen. We zijn allemaal Mark Ruttes geworden: individuen die zichzelf centraal stellen en met een glimlach alles snel en pragmatisch oplossen. Zo ziet de Nederlandse samenleving eruit.’

Wat maakt onze samenleving zo problematisch? Voor Denys is het helder: ‘We kunnen niet in een wereld leven zonder dat daar betekenis aan is toegekend. En omdat we zo geïndividualiseerd zijn moeten we plots zélf betekenis aan de wereld toekennen. Maar dat lukt niet, omdat betekenis het individu overstijgt. Dat maakt dat we angstig reageren met controle om toch nog een beetje vat te krijgen op dingen. We willen de wereld en onszelf voortdurend begrijpen. En we denken dat begrijpen een neutrale wetenschappelijke daad is, maar wat we niet doorhebben is dat we daarmee een norm stellen. We begrijpen dat iemand een gek dansje doet tijdens carnaval, maar niet tijdens een wetenschappelijke presentatie. Begrijpen is niet passief, maar actief: met het begrijpen voegen we actief betekenis toe aan een van zichzelf betekenisloze werkelijkheid.’

En daar betalen we een prijs voor. ‘Zoals we zuurstof inademen en koolstofdioxide uitademen, zo nemen we betekenis op en laten we betekenisloosheid achter. Door het begrijpen creëren we voortdurend normaliteit, maar ook abnormaliteit. Abnormaliteit is een restproduct van onze maatschappij. Het is de stront van onze begrijpelijkheid. Hoe meer normaliteit we vreten, hoe meer abnormaliteit we schijten. We hebben het begrijpelijke verengd tot een smalle strook waarop slechts een minderheid zich wankel staande kan houden. En wie buiten deze functionaliteit valt, die is abnormaal.’ We moeten niet onze wenkbrauwen fronsen om de abnormaliteit, concludeert Denys, maar om ons onvermogen om met abnormaliteit om te gaan.