Home Asis Aynan: ‘Niemand ontkomt aan een dubbele moraal’

Asis Aynan: ‘Niemand ontkomt aan een dubbele moraal’

Door Johan van de Werken op 19 mei 2008

05-2008 Filosofie magazine Lees het magazine

Filosofiestudent Asis Aynan heropent het debat over de noodzaak van een zwarte Voltaire: ‘Voltaire zou er vermoedelijk weinig bezwaar tegen hebben om ingezet te worden als exportproduct van de Verlichting, zolang hij de royalty’s van zijn boeken maar zou opstrijken’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Asis Aynan, een 28-jarige filosofiestudent en zoon van een gastarbeider uit de Berbercultuur, weet nog hoe zijn ouders reageerden toen hij als kleine jongen een Nederlands vriendje mee naar huis wilde nemen. ‘Dat mag niet want die jongen is ongelovig, die gaat straks branden in de hel.’ Aynan, nu: ‘Maar we waren wel dikke maatjes’. Dus wat doe je dan? Op alle vragen van de ouders gaf Aynan het wenselijke antwoord: ‘Nee pa, ik zie hem niet zo vaak meer’. Je hanteert als strategie een dubbele moraal; zijn laatste boek Veldslag en andere herinneringen staat vol met voorbeelden. Over denken aan seks tijdens de ramadan, terwijl je toch een vroom gezicht trekt. Of over een meisje in chador, dat een flesje drank aan haar mond zet terwijl ze danst op een feestje. ‘Prachtig vond ik dat’, schrijft Aynan, want die dubbele moraal spreekt hem zeer aan. Een beetje hypocrisie houdt het leven leefbaar, als dat verstikt dreigt te raken door een te veel aan regels en voorschriften. Óf door een rigide afbakening van de eigen identiteit: Aynan schrijft hoe moeilijk hij het heeft als een moskee in Haarlem, de stad van zijn jeugd, wordt beklad met racistische tekens.

In een column in Het Parool schreef Aynan onlangs over de noodzaak van een zwarte Voltaire. Het is een laat antwoord op Ayaan Hirsi Ali, die in 2001 in Trouw schreef dat een Voltaire nodig is die de islam de Verlichting zou brengen. Erg eenzijdig, zegt Aynan, verwijzend naar de dubbele moraal. ‘Natuurlijk is er behoefte aan iemand met een niet-westerse achtergrond, die zich tegen zijn verstikkende religie en cultuur keert. Maar als je Voltaire gaat lezen, merk je al heel snel dat mensen als Hirsi Ali maar één kant van deze “verlichtingsfilosoof” belichten: met Voltaire kun je alle dominante overtuigingen, culturen en religies moeiteloos wegwuiven. Hij was vooral een slimme vent die van het leven hield en vaak voor zijn eigen gewin ging. Hij wilde rijk worden, zijn boeken laten drukken en in de smaak vallen bij vrouwen. Daar is helemaal niets mis mee, maar het laat wel een andere kant zien van de Voltaire zoals hij bij ons wordt gepresenteerd: als een soort profeet. Een westerse profeet. Dat is weer een typisch voorbeeld van het “wij-zij-denken”. De spottende Voltaire zou er vermoedelijk weinig bezwaar tegen hebben om ingezet te worden als exportproduct van de Verlichting, zolang hij de royalty’s van zijn boeken maar zou opstrijken’, voegt Aynan er lachend aan toe.
 

Vermoord

De thema’s die Voltaire in zijn filosofische stukken, satirische verhalen en toneelstukken aansnijdt, zijn nog altijd actueel, stelt Aynan. ‘In Traité sur la Tolerance (1763) beschrijft hij hoe de opgehitste katholieke menigte de dood eist van Jean Calas. Het gerucht ging dat hij, een hugenoot, zijn tot het katholicisme bekeerde zoon zou hebben vermoord. Later bleek het op niets gestoeld, maar toen was de man al conform het vonnis door marteling ter dood gebracht. Zo gemakkelijk is de menigte dus te mobiliseren. Maar bij Voltaire vind je vervolgens niet een algemene morele regel. Hij spreekt zichzelf constant tegen en haalt voortdurend zijn eigen en andermans stellingen onderuit. Het is zelfs onduidelijk of hij zelf belijdend was christen is of niet.’ Volgens Aynan is deze stijl van kritiek en humor ook volop aanwezig onder Marokkanen. ‘Ik ben niet anders gewend: er is veel kritiek op de religie. Ook doen er veel grappen over God en de Profeet de ronde, bijvoorbeeld over iemand die bij de hemelpoort komt en het aan de stok krijgt met God over de hoogte van het te betalen smeergeld. Ayaan Hirsi Ali komt uit een volledig andere cultuur. Ik voelde me door haar uitspraken vaak in de hoek gedrukt: “Jij vindt dat niemand de islam mag bekritiseren!” Terwijl van mij de islam zeker aangevallen mag worden. Jammer vind ik het wel dat Hirsi Ali ons het idee geeft dat moslims nooit twijfelen. Dat gebeurt aan de lopende band! Haar kritiek is primair gericht op de instituties, maar ze spuide haar kritiek ook op het schoolplein tegen kleine kinderen. Het is niet eerlijk om daar iemand van acht jaar mee te vermoeien.’
 

Halal

Aynan steunt Hirsi Ali wel als zij vecht voor de wilsvrijheid van ieder individu: ‘Ik vind het slecht dat een islamitische overheid of een religieuze orde tegen mij zegt dat ik niet mag twijfelen, niet mag nadenken, geen condoom mag gebruiken en zeker geen seks voor het huwelijk mag hebben. Dat zijn allemaal zaken die in mijn privé-sfeer liggen. Binnen de islam is dringend behoefte aan ruimte voor kritiek. Andere moslims kunnen zeggen dat dat niet mag van God, maar ik néém die ruimte. Je kunt zeggen wat je wilt, maar je kunt mij niet beperken in mijn wilsvrijheid. Het staat iedereen vervolgens vrij om mij mee te delen dat ik zal branden in de hel, maar dat is niets anders dan een goedkope manier om angst te zaaien. Die wilsvrijheid behoort iedereen toe. Toch moet je ook realistisch zijn: er zullen altijd mensen zijn die een dergelijke boodschap niet willen of kunnen slikken. Het grenst aan het zinloze om die mensen te willen overtuigen. Wat moet je zeggen tegen iemand die ervan overtuigd is dat je niet mag twijfelen? Je kunt moeilijk zeggen: “Lees Voltaire, you fool!” Voltaire zou wellicht zeggen: “Dat broodje kip dat je eet is niet zo halal als je denkt dat het is.” Kijk naar je eigen leven: je bent besmet door de keuzes die je maakt, die niet helemaal in de lijn liggen van je overtuiging. Niemand is perfect en het heeft geen zin om te geloven in een droom. Niemand ontkomt aan een dubbele moraal, ook Voltaire niet. Sterker nog: misschien zou de zwarte Voltaire een voorbeeld kunnen nemen aan de dubbele moraal van de echte Voltaire: zorg dat je rijk bent en veel goodwill kweekt door mensen werk, zorg en vermaak te bieden. Dan zal niemand je kwaad doen en is men eerder geneigd je te geloven.’
Humor en kritiek maken net zozeer onderdeel uit van het wezen van de mens als religie, vervolgt Aynan. ‘Zij die menen dat humor en kritiek niet samen kunnen gaan met religie, onderschatten de mens. Ik kan als mens religie toelaten in mijn leven, maar ik kan ook openstaan voor kritiek, humor of homoseksualiteit. Ik wil niet de profeet zijn die zegt dat je kritisch of humoristisch móet zijn, maar ik kan wel zeggen dat al die eigenschappen in ieder mens verscholen ligt.’

Asis Aynan schreef onder meer Veldslag en andere herinneringen, Uitgeverij Atlas, 2007