Geld speelt geen rol, maar is toch de bron van alle kwaad. Is een verandering van het monetaire systeem de oplossing? Arjo Klamer heeft een ander voorstel: 'Trek geld en eigendom uit elkaar.'
We lanceren een nieuwe munt en verbeteren de wereld. Dat dachten niet alleen de politici die de euro introduceerden. In Abruzzo, één van Italiës armste provincies, is de monetaire revolutie uitgebroken. Professor Giacinto Auriti bestrijdt daar de armoede met zijn eigen munteenheid.
Dankzij zijn simec (simbolo econometrico) verdubbelde plotseling de koopkracht van de bevolking van het bergstadje Guardiagrele. Als bij toverslag maakte de middenstand recordomzetten en leek het schrijnende probleem van de werkloosheid opgelost. Winkels die geen sticker op hun ruit hadden met de tekst ‘ja, wij accepteren simec’, dreigden failliet te gaan. Bij alle andere steeg de omzet tot grote hoogten. Winkeliers uit omliggende plaatsen sloten zich haastig aan.
Het systeem is eenvoudig. De burger koopt bij Auriti voor honderd lire honderd simec. Die honderd simec is in de winkel tweehonderd lire waard, want de middenstander kan de uitgegeven simecs bij Auriti inwisselen voor tweehonderd lire. Met een tussenstap in de winkel krijg je dus dankzij de simec voor honderd lire tweehonderd lire terug.
De Italiaanse justitie fronste haar wenkbrauwen en nam in augustus vorig jaar, vier weken na het begin van het experiment, koffers vol simecs in beslag. Maar twee weken later moest een woordvoerder van de onderzoeksrechter in Chieti schoorvoetend toegeven dat Auriti geen enkel strafbaar feit had gepleegd. Auriti is geen valsmunter, want hij ontwerpt zijn eigen geld, en hij is geen oplichter, want hij maakt geen winst. De middenstanders mogen zelf kiezen of ze meedoen of niet. Auriti bracht meteen na de uitspraak weer vele honderden miljoenen simecs in omloop.
Schuldbekentenis
Arjo Klamer, hoogleraar Economie van Kunst en Cultuur aan de Erasmusuniversiteit, denkt niet dat Auriti’s munt de wereld verbetert. ‘Het stort als een kaartenhuis in elkaar wanneer iedereen zijn simecs tegelijk weer komt omwisselen. Maar het kan heel lang goed gaan als mensen vertrouwen blijven hebben. Dan komen ze niet terug voor hun lires. Winkeliers doen hier alleen aan mee als ze geloven dat zij voor dat papiertje zelf ook spullen kunnen kopen en dat Auriti garant staat voor hun lires.’
In dat opzicht verschilt Auriti’s systeem niet van het normale geldsysteem. Vertrouwen is altijd de belangrijkste voorwaarde. Daarom, grijnst Klamer, zagen banken er vroeger altijd zo klassiek en stevig uit.
Ook het huidige geldsysteem vereist vertrouwen. Iemand geeft iets van waarde bij een bank in bewaring, bijvoorbeeld goud. De bank geeft een schuldbekentenis op papier. Dat papiertje gaat vervolgens als geld functioneren, want je kunt het aan een ander geven en zeggen: ‘Als je hiermee naar de bank gaat, krijg je je goud.’ Maar na enige tijd geloven mensen dat de bank op elk moment de schuldbekentenis voor goud kan inwisselen en komen ze niet meer langs. Het papier functioneert als volwaardig betaalmiddel.
De bankier merkt dat. Hij heeft kluizen vol goud, maar niemand komt het halen. Vervolgens geeft de bankier geen goud, wanneer iemand geld wil lenen, maar schrijft hij een ‘schuldbekentenis’ uit, waarmee de lener kan betalen. Die ‘schuldbekentenis’ moet met rente worden terugbetaald. Op dat moment heeft de bankier uit het niets geld gecreerd, want dat papiertje gaat ongedekt als geld functioneren. En dat is puur op basis van vertrouwen, benadrukt Klamer.
De bankier kan steeds verder gaan. Eerst zorgt hij dat de helft van alle papiertjes in goud gedekt is, maar dat wordt steeds minder. Hoe minder, hoe beter, want des te meer rente incasseert hij. In een ontwikkelde economie kan hij teruggaan tot een dekking van vijftien of zelfs tien procent. ‘Maar als er een run op de bank komt,’ constateert Klamer, ‘als mensen zich en masse afvragen of de bank wel kan uitbetalen, dan moet de bankier zeggen: “Ik heb maar voor tien procent dekking.” Dan is Leiden in last, dan is iedereen door het dolle heen.’
Als Auriti een run krijgt, gaat het ook mis. Tot zover is er niets nieuws. Het dubieuze aan het verhaal van de simec is alleen dat Auriti ook de koopkracht van de burgers wil verdubbelen. Net als een pyramidespel kan het systeem daardoor alleen blijven werken zolang het groeit. Alleen dan krijgt Auriti de lires binnen waarmee hij de simecs kan blijven wisselen. Het grote verschil met een pyramidespel: de simec is niet commercieel. Auriti wil de wereld verbeteren.
Dankzij geld is het eenvoudig om te meten hoeveel een vulpen waard is ten opzichte van een gesneden tijgerbrood. Als je een vulpen verkoopt, hoef je bovendien niet direct je brood te krijgen, maar kun je de waarde van je vulpen ‘opslaan’ dankzij het geld dat je van de koper krijgt. Wanneer het jou uitkomt, kun je dan bij de bakker je brood halen.
Volgens Aristoteles is het de aard van geld om op die manier als ruilmiddel en rekeneenheid te fungeren. Rente over een lening vragen en zo geld met geld maken, is in zijn ogen ‘oneigenlijk’. Dat is immers geen ruilen. Maar ruil is op haar beurt ook oneigenlijk, want ruilen gebeurt enkel op basis van onpersoonlijkheid en de waarde der dingen. Onpersoonlijkheid is echter niet de aard van menselijk contact. Als we al handelen op de markt, zo meent Aristoteles, zou het op basis van onderlinge gemeenschapsrelaties moeten zijn.
In de achttiende eeuw gaan denkers in tegenstelling tot Aristoteles geld als neutraal instrument beschouwen. Ten onrechte, aldus Klamer. ‘Geld is meer dan “de olie van het marktmechanisme”, zoals David Hume het noemde. Het is ook een identificatiemiddel. Neem de landen die zich van de Sovjet-Unie losmaakten: die voerden na de afscheiding allemaal onmiddellijk een eigen munt in. Waarom bleven ze niet gewoon de roebel gebruiken?’
De uno
De introductie van een gelijke munt is altijd het sluitstuk van een langzaam en intensief eenwordingsproces. In Nederland, bijvoorbeeld, circuleerden tot in de zeventiende eeuw allerlei verschillende munten. Pas zodra het belang van de lokale gemeenschappen afnam ten opzichte van het belang van de grote gemeenschap, werd het noodzakelijk om met gelijke munt te betalen. We voerden de gulden in en lieten zo alle fluctuerende koersen verdwijnen. ‘Dat is niet alleen praktisch, maar heeft ook cultureel betekenis. Met de gulden bevestigen we de gemeenschap Nederland. Dat zie je ook aan de munt. Zo wordt de Nederlandse samenleving gesymboliseerd op onze gulden.’
Of de invoering van de euro een verbetering van de wereld is, betwijfelt Klamer dan ook, want Europa is volgens hem politiek en cultureel veel te verscheiden om een monetaire unie te vormen. ‘We konden voor de euro niet eens een echt Europees symbool bedenken. Die brug die op onze munt komt te staan, symboliseert hooguit het grote compromis waaruit de euro is voortgekomen.’
‘De ideologie van het standaard-economische denken suggereert dat markten onproblematisch grensoverschrijdend zijn. Als je in dat kader denkt, wil je uiteindelijk alle grenzen opheffen en alle munten oplossen in één gemeenschappelijke wereldmunt: na de euro de uno.’
In theorie profiteert iedereen van de daaruit voortvloeiende vrije wereldmarkt, waarin geld ongehinderd door koersen of grenzen kan rondgaan. De rijken nemen initiatieven en de armen hebben werk. In de praktijk blijkt die wereldmarkt echter onevenredige concentratie van rijkdom mogelijk te maken. Tegenover het idee van schaalvergroting staat daarom de aandacht voor de lokale economie. Een betere wereld begint bij jezelf. ‘Local resources for local production for local consumption’, citeert Klamer de econoom Schuhmacher. ‘We moeten niet proberen mee te vliegen op de vleugels van de grote jongens en hopen dat we rijk worden. Nee, we moeten grenzen trekken. Geen hermetische grenzen met hoge muren, maar wel een duidelijk onderscheid tussen binnen en buiten.’
@plat = Vergelijk het met een gezin. ‘Als je zegt: “Dit is ons gezin”, dan betekent dat: “Onderling doen we het anders dan in ons contact met de buitenwereld.” Als jij ontzettend succesvol bent en veel geld binnenbrengt, dan verdelen we dat een beetje. Misschien mag jij wel die snelle computer of die dure schoenen hebben, maar jij gaat niet de superdeluxe jongen uithangen, want dan pikken we jou niet meer. Onderlinge verschillen masseren we een beetje weg. Nederland is een gezin: we proberen te voorkomen dat sommigen heel rijk zijn en anderen heel arm. Dat soort herverdelingsmechanismen, waarin bedrijven ten goede van de gemeenschap een deel van de winst afdragen, kun je alleen organiseren als je grenzen stelt.’
Met het invoeren van een lokale munt, zoals de simec, kun je zulke grenzen bevestigen. Auriti’s simec moet je in Abruzzo besteden, want geen bank in Milaan zal hem wisselen. Je kunt daardoor gemakkelijk onderscheid maken tussen het filiaal van de landelijke supermarktketen, die de munt niet accepteert, en de kleine middenstander, die de munt wel accepteert en die zijn spullen bij lokale boeren en producenten koopt. ‘De kruidenier op de hoek is misschien wat duurder, maar hij houdt het geld wel in de lokale economie, die daardoor sterker wordt.’
We trekken een grens en verbeteren de wereld. Dat geldt misschien ook op mondiaal niveau. ‘Ontwikkelingslanden zouden niet zo hun best zouden moeten doen om bij het rijke Westen aan te haken,’ meent Klamer, ‘maar juist meer moeten handelen met hun collega-ontwikkelingslanden. Dat kun je stimuleren met een munt die je alleen daar kunt besteden.’
Fusiehypes
Maar als je het systeem grondig wilt wijzigen, moet je volgens Klamer niet zozeer nieuwe munten introduceren, alswel de rechten en plichten rondom geld veranderen. ‘Trek geld en eigendom uit elkaar. Is het niet vreemd dat je een bedrijf jouw eigendom mag noemen als jij er alleen kapitaal in hebt gestoken, maar verder niets uitvoert?’
De geldschieters – en dus de eigenaars – zijn volgens Klamer vaak onbekend. ‘Ga maar na: van wie is Philips? Boonstra doet net alsof het van hem is. Kul. Het is van de aandeelhouders. Maar wie zijn dat? Jij en ik, als we geld in een pensioenfonds hebben zitten. We weten dus niet meer van wie Philips is. Het bedrijf is in elk geval niet van de werknemer. Maar als wij onze arbeid inzetten, zouden wij ook het recht moeten hebben om het bedrijf van ons te noemen.’ Advocatenkantoren tonen aan dat het kan. ‘Die zijn gewoon het eigendom van de advocaten die daar werken, en niet van één of andere investeerder.’
Werknemers werken soms hun hele leven bij hetzelfde bedrijf. Als zij eigenaar worden, gaan er logischerwijs andere belangen spelen. ‘Er zitten veel haken en ogen aan, maar je krijgt dan een maatschappelijke verandering die duurzamer is dan door de invoering van, zeg, de simec. Je zult bijvoorbeeld minder fusiehypes en korte-termijnstrategieën zien.’
Een radicaal ander geldsysteem, zoals Auriti propageert, zal de ongelijkheid niet zomaar elimineren. Lokale munten werken goed, maar lossen op globaal niveau niets op. Geld speelt geen rol. Het draait om eigendom.
Auriti’s denkbeelden
De bejaarde hoogleraar Giacinto Auriti publiceert al jaren over ‘de grootste zwendel uit de geschiedenis’. De banken scheppen geld uit het niets door meer uit te lenen dan ze feitelijk hebben. En over dat zelf gecreëerde, niet bestaande bedrag vragen ze rente. Auriti meent dat het scheppen van geld niet aan de banken mag worden overgelaten.
Sinds bankbiljetten niet meer voor goud inwisselbaar zijn, is de burger bovendien beroofd van zijn eigendom en is hij zelfs schuldenaar geworden. Het geld dat de burger in zijn beurs heeft, is volgens Auriti een schuld, omdat het geld eigendom van de banken blijft. En banken geven alleen geld uit in de vorm van een lening.
Toen geld nog van goud was, was de schaarste het grote nadeel. Nu hoeft geld dankzij de drukkunst niet meer schaars te zijn, maar is de burger door de ‘zwendel’ niet langer de eigenaar. Auriti’s ideaal: geld in overvloed dat van het volk is. Welke functie geld krijgt als iedereen er veel van heeft, of waarom we dan niet gewoon met zand betalen, is onduidelijk.
De nationalistische Noord-Italiaanse beweging Liga Noord van Berlusconi heeft interesse getoond in de simec. Een franciscaner college is van plan in L’Aquila, de hoofdstad van Abruzzo, een School voor Monetaire Waarden te openen, die gewijd zal zijn aan Auriti’s theorie.