Home Afleiding

Afleiding

Door Damon Young op 23 december 2014

Afleiding
Cover van 01-2015
01-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Gebrek aan concentratie is vooral een keuzeprobleem, meent de Australische filosoof Damon Young. We moeten prioriteiten stellen. ‘Te veel afleiding betekent dat we niet goed weten wat onze aandacht verdient.’
 

Toen mijn zoon pas geboren was, kon ik hem vaak heel eenvoudig sussen. Het enige wat ik hoefde te doen was zachtjes op zijn rug kloppen en ‘shhh’ in zijn oor fluisteren. Hij werd daar altijd meteen rustiger van. Zijn snerpende uithalen veranderden in snikjes en uiteindelijk viel hij als een opgerold bundeltje in slaap op mijn schouder. Ook zong ik weleens Arabische toonladders, zo laag mogelijk, met heel veel vibrato. Dan opende hij onmiddellijk zijn vuistjes, hield op met huilen en staarde me aan met zijn enorme blauwe ogen. Ik heb gelezen dat dit komt doordat baby’s hun aandacht slechts tot een paar dingen tegelijk kunnen bepalen. Als ze huilen, huilen ze. Als ze luisteren hoe hun vader probeert te klinken als Nusrat Fateh Ali Khan, dan is dat hun wereld. Met andere woorden, innerlijke verdeeldheid is hen zo goed als vreemd.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Naarmate baby’s ouder worden, beginnen die beperkingen geleidelijk te verdwijnen. Kinderen zijn op een gegeven moment in staat hun aandacht op verschillende dingen tegelijk te richten. Soms kan ik ’s nachts zingen wat ik wil zonder het onbeheerste, door een boze droom veroorzaakte gebrul van mijn peuter tot bedaren te brengen. (Arm manneke, nou moet hij het gejammer van ons allebei aanhoren.) Nu zijn blauwe ogen donkerder zijn geworden, is zijn brein in staat zich te laten leiden door zijn eigen grillen, in plaats van de mijne. Zoals ieder kind leert hij heel veel dingen tegelijk zien, horen, ruiken en proeven, en laat hij daarbij nu elke gewaarwording en emotie aan bod komen. Het voordeel hiervan is dat hij een volkomen nieuwe wereld ontdekt. Het nadeel is dat hij heel gauw afgeleid is: het avondeten wordt onderbroken door lego, lego door een voorbijrijdende vuilniswagen, en zo gaat het tot bedtijd door. Met het opgroeien verandert dit natuurlijk. Wanneer hij straks ouder is, komt er meer variatie in zijn beleving van de wereld, en zal hij tegelijkertijd de gerichte aandacht uit zijn vroegste jeugd hervinden. Want dat is onlosmakelijk verbonden met volwassen worden: terwijl we steeds meer dingen ontdekken om ons mee bezig te houden, herontdekken we het vermogen van de zuigeling om zich op één ding te concentreren.

Toch kan het heel lastig zijn dat concentratievermogen op te brengen. Zelfs als volwassene zijn we niet in staat onze volle aandacht aan een heleboel dingen tegelijk te schenken. Algauw is onze waarneming verdeeld, fragmentarisch en onbetrouwbaar. Psychologen noemen dat een single channel bottleneck: we kunnen slechts een beperkte hoeveelheid informatie tegelijk tot ons laten doordringen. En zelfs wanneer het ons wel lukt meer zaken tegelijk waar te nemen, speelt die bottleneck ons opnieuw parten zodra we proberen denken en doen te combineren: dan raken we in de war, maken fouten, worden trager of verdringen sommige zaken gewoon. Of we het nu leuk vinden of niet, het komt erop neer dat onze waarnemingen beperkt zijn en ons vermogen er handelend op te reageren begrensd is.

Kort gezegd: aandacht is een schaars en kostbaar goed. Hoe frustrerend dat ook moge zijn, we moeten er slim mee omgaan. Wanneer we dat niet kunnen, zijn we zogezegd ‘afgeleid’. Iemand afleiden betekent ‘hem ervan weerhouden ergens zijn volle aandacht aan te schenken’, aldus het woordenboek. Een voorbeeld: toen ik bezig was aan mijn boek Afgeleid en mijn vrouw Ruth de eerste twee alinea’s las, wilde ze het onmiddellijk over ons zoontje hebben. Volgens de definitie van het woordenboek ‘weerhield ze haar echtgenoot ervan zijn volle aandacht aan zijn boek te schenken’. Met haar begrijpelijke interesse voor onze zoon leidde ze me af: het was een prikkel die mijn waarneming vernauwde.
 

Geen valse ambities

Maar afleiding is niet alleen een aantasting van cognitieve begrenzingen. Psychologische blokkades maken deel uit van een veel grotere verzameling beperkingen: die van het vergankelijke bestaan zelf. Het aantal beroepen, seksuele partners, huizen en soorten vermaak of ontspanning is eindig – even eindig als het aantal dagen dat we aan elk daarvan kunnen besteden. Wanneer we ons wijden aan deze baan, deze eega, dit tijdverdrijf, dit speeltje, onttrekken we tijd, energie en middelen aan een andere mogelijkheid. Deze afbakening strekt zich uit van de meest uitgesproken, scherpst omlijnde levenskeuzen tot aan de onvoorspelbare, onsamenhangende besluiten die we elk uur van de dag nemen. Om het simpel te stellen: we zijn als mens beperkt – ‘in begrenzing geboren’, om met Goethe te spreken. Als we goed willen leven, zullen we dan ook voortdurend moeite moeten doen om duidelijk te krijgen wat belangrijk is en dit welbewust en hartstochtelijk na te streven. Daarbij mogen we ons niet laten afleiden door valse ambities of in de luren laten leggen door een lichtzinnige geest. Dit dilemma ligt besloten in de Latijnse oorsprong van ‘distractie’, een synoniem van ‘afleiding’, dat letterlijk betekent ‘het uit elkaar trekken of verscheuren’. Wanneer we worden afgeleid, worden we weggesleurd van al wat de moeite waard is.
 
Bij afleiding draait het daarom uiteindelijk om de waarde der dingen. Wanneer we zeggen dat we afgeleid zijn, geven we toe dat we onze geestelijke en lichamelijke kwaliteiten verspillen. Iets waar we minder waarde aan hechten, leidt ons in daad en gedachte af van iets waaraan we meer waarde (zouden moeten) hechten. Waarden staan voor wat we het belangrijkst, begeerlijkst of noodzakelijkst achten. Wanneer we zeggen dat iets waardevol is, bedoelen we eigenlijk: ‘Ik heb maar zoveel tijd en zoveel energie – dít is het beste.’
 
Maar welke criteria moeten we aanleggen om afleiding te vermijden? Wat ís het beste? Het Engelse woord voor ‘waarde’, value, geeft een aanwijzing. Het komt van het Latijnse valere, dat ‘sterk zijn’ of ‘waardevol zijn’ betekent, een betekenis die we ook terugvinden in ons woord ‘valide’. Wie valide is, is krachtig en capabel. Bij de Romeinen wilde valere niet alleen zeggen dat je over lichamelijke kracht beschikte, maar ook iets kostbaarders bezat: gezondheid en welzijn. Wanneer je bijvoorbeeld tegen een vriend zei: ‘Te valere iubeo’, betekende dat: ‘Ik wens je vaarwel.’ Al die woorden – value, valide, valere – weerspiegelen een ruimere opvatting van het begrip ‘kracht’: een robuuste, energieke, levendige en vruchtbare hoedanigheid. Dit vinden we terug in onze huidige kijk op waarde, ook al wordt die vertroebeld door vaste begrippen als ‘economische waarde’ of ‘familiewaarden’. Iets waardevols verkrijgen, betekent kracht opdoen, in de beste zin van dat woord: capaciteit, potentie, energie en enthousiasme. Iets waardevols geeft ons het vermogen het beste leven te leiden dat in de door ons geërfde of geschapen omstandigheden mogelijk is. Het zorgt voor onafhankelijkheid, vrijheid van dwang en een waarborg tegen zelfbedrog en waanideeën. Eenvoudig gesteld is iets waardevol als het onze vrijheid vergroot.
 

Existentieel avontuur

Het is belangrijk te bedenken dat deze vrijheid niet bestaat uit rechten en juridische privileges – al kunnen die natuurlijk ook helpen. En het is ook niet een kwestie van ‘met rust gelaten worden’, alsof jezelf vrijmaken betekent dat je je overgeeft aan zelfzucht of solipsisme. Nee, het gaat om de vrijheid je geestelijk te ontwikkelen, jezelf met geduld en overgave te verbeteren in een onvolmaakte wereld: vrijheid als een existentieel avontuur. Waardevol is voor mij alles wat deze ambitie stimuleert, verrijkt en richting geeft.
 
De implicaties hiervan zijn betrekkelijk eenvoudig, maar enorm belangrijk. Aan afleiding ligt geen neurofysiologische oorzaak ten grondslag, maar een voortdurende worsteling om te kunnen gedijen binnen de begrenzingen van onze sterfelijkheid. We hebben maar één leven, dat wordt gekenmerkt door allerlei ontberingen, voldongen feiten en ingesleten gewoonten. En dikwijls moeten we ons daardoorheen slaan terwijl de tijd ons door de vingers glipt en we aan het eind zijn van onze krachten. Daarom is het van belang dat we eerlijk en verstandig kiezen welke verplichtingen we in ons leven willen aangaan en erop toezien dat we elk daarvan ook tot een goed einde brengen. Afgeleid worden betekent niet alleen dat er te veel prikkels zijn, maar ook dat we niet goed weten wat onze aandacht verdient en waarom dat zo is. Afleiding is precies het tegenovergestelde van bevrijding, omdat die ons het zicht beneemt op wat belangrijk is in het leven en ons van de vermogens berooft daarnaar op zoek te gaan.
 
Natuurlijk kunnen we van mening verschillen over wat de nuttigste keuzen voor ons zijn, maar we moeten ze hoe dan ook maken; we kunnen ons niet onttrekken aan de verplichtingen van het bestaan. Toch schuilt er iets hoopvols in deze boodschap: het is niet onvermijdelijk dat we onze kostbare dagen verspillen. We kunnen ons ook vol overgave storten op alles wat vrijheid bevordert en al even resoluut de dingen afwijzen die ons verzwakken, verwarren of afhankelijk maken. In Afgodenschemering vatte Nietzsche deze filosofie op zijn gebruikelijke beknopte wijze samen: ‘Formule van mijn geluk: een ja, een nee, een rechte lijn, een doel.’