Home Sprong in het diepe

Sprong in het diepe

Door Marianne van Dijk op 21 juni 2016

Sprong in het diepe
Cover van 07/08-2016
07/08-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

‘De mens is een vraag naar zichzelf.’ Laurens ten Kate over humanisme en de ‘vrijzinnige conditie’ van onze cultuur.

Wat doet een ruimte met je? Deze vraag is onvermijdelijk bij de tentoonstelling Snapshot of a larger order, die plaatsvindt in een kolossale loods. Filosoof Laurens ten Kate wijst er de weg. Samen met kunstenaars Harry Haarsma en Robert Zandvliet heeft hij hier een wand geplaatst met aan weerszijden werken van beide kunstenaars en op de kopse kanten een tekst van zijn hand. De beelden gaan een relatie aan met de woorden en vormen een ruimte waarin je al kijkend tijdelijk verblijft.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Waar gaan de werken op deze wand over?
‘Deze samenwerking is een onderzoek naar verbeelding. De wereld staat niet los van ons, zoals vroeger door filosofen wel werd gedacht, maar wordt mede voortgebracht door de beelden die wij ervan maken. Dat die beelden zelf ook een onderdeel van de werkelijkheid vormen, levert een interessante wisselwerking op. Een Facebookpagina of een app op je telefoon creëren gedeelde beeldruimtes — soms imaginaries genoemd — waarin je een tijdelijk heenkomen kunt vinden. Net zoals andere ruimtes zijn die niet passief of neutraal. Media zijn niet alleen middelen die wij gebruiken; zij doen ook iets met ons. Zodra ik een beeld schep, neemt dat beeld mij in zich op. Zodra wij iets maken, zijn we het kwijt en gaat het een eigen leven leiden.’

Hoe komt dat naar voren in het werk van Harry Haarsma?
‘Al zijn werken hier hebben te maken met kranten. Het is een spel van kolommen, koppen en proppen, kaarten en citaten, spreads en post-its, foto’s en fragmenten. De krant is natuurlijk een venster op de wereld pur sang. Ze geeft ons een beeld van de wereld. Maar zelf scheppen kranten ook een wereld. De krant is een ruimte waarin ik voor even leef, al bladerend, lezend.

Alle gebruikte kranten komen uit Harry’s eigen archief. Het woord ‘archief’ komt van het woord archè, wat ook de titel van het werk is. In het Grieks staat archè voor ‘begin’ of ‘opening’. Elk archief maakt een verzamelende beweging, waarmee het een wereld opent en ontsluit. Maar het werkwoord archein betekent daarnaast ‘besturen’. Wanneer je een wereld in het leven roept, wil je die beheersen, vastleggen — al is dat onmogelijk. Die onzekerheid wordt tegenwoordig vaak vergeten. Politici zetten iets in gang, scheppen een wereld, zonder dat ze precies weten wat de uitkomst daarvan is. Politiek handelen is een sprong in het diepe, zoals Hannah Arendt het formuleert.’

 

Het werk van Robert Zandvliet is dan weer heel anders.
‘Ja en nee. De proporties van Roberts schilderijen zijn precies hetzelfde als die bij Harry — allebei hebben ze de maatverhoudingen van het NRC gebruikt. Die kadering, dat frame, is voor Robert leidend geweest in hoe hij te werk is gegaan. Terwijl hij de maat aftast en technieken afwisselt, komt hij langzaam uit op het beeld dat zich aandient. Dan staat er opeens een oog of een grot op het doek. Maar hij wil dat zo doen dat de toeschouwer dit proces zelf kan navolgen. Van de randen kijk je langzaam naar het binnenste van een grot. Maar als je langer kijkt, zie je dat je niet van buiten de grot inkijkt, maar er zelf middenin zit.’

U bent onlangs benoemd tot bijzonder hoogleraar Vrijzinnige religiositeit en humanisme aan de Universiteit voor Humanistiek. In uw oratie De vreemde vrijheid lijkt u humanisme net zo vragend te benaderen als Robert Zandvliet zijn schilderijen.
‘Als humanisme een antwoord wordt, en met de moderne wetenschap in de arm claimt te weten wat de mens is, dan vergeet het zijn oorsprong. Humanisme komt voort uit een ervaring van leegte en verwondering. Als de goden niet meer zeggen wat we moeten doen, dan moeten de mensen zelf hun wereld scheppen. Ik noem die emancipatie de vrijzinnige conditie van onze cultuur, die leidt tot wat we nu met Charles Taylor de ‘seculiere tijd’ noemen. En in tegenstelling tot sommige humanisten denk ik dat religieuze verhalen, symbolen en begrippen, en zeker de vrijzinnige religiositeit die in de moderne tijd is opgekomen als alternatief voor dogmatische godsdienst, aan die emancipatie bijdragen. Humanisme is vragen naar de mens, maar die mens is zélf een vraag… naar de mens.’