Home 25 filosofen, 25 inzichten

25 filosofen, 25 inzichten

Door Maaike Korpershoek en René Haerkens van den Brand op 25 oktober 2016

25 filosofen, 25 inzichten
Cover van 11-2016
11-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Filosofie Magazine gaat zijn vijfentwintigste jaargang in! Wat heeft vijfentwintig jaar aan publieksfilosofie ons opgeleverd? Wij vroegen vijfentwintig filosofen naar hun belangrijkste inzichten.


 

Stephan Sanders – filosoof en columnist

‘Aan identiteiten ligt geen essentie ten grondslag; ze worden in en door de geschiedenis gemaakt. Dit inzicht van Foucault is erg belangrijk, want daarin vergissen we ons vaak. In de negentiende eeuw, bijvoorbeeld, zou “de” homoseksueel uitgedokterd zijn: men dacht precies te weten wat een homoseksueel is. In alle tijden waren mannen met mannen en vrouwen met vrouwen. Maar die ene, seksuele identiteit legt iets essentieels vast wat er helemaal niet is. En dat is gevaarlijk: wijs je de échte homo aan, dan bestaan er opeens ónechte homo’s. Identiteit is geen gegeven; die kent een historisch en cultureel traject.
 


 

Tinneke Beeckman – filosoof, docent en columnist 

‘We zijn geobsedeerd door onszelf. Sociale media werken dit in de hand, maar ze weerspiegelen slechts een schijnwereld. Een zelfobsessie staat haaks op een “zorg voor het zelf”, die we uit de klassieke filosofie kennen. Die filosofie leert dat je je kunt afsluiten van de wereld. Dit betekent niet dat je er geen deel meer van uitmaakt, maar dat je een onafhankelijk oordeel over jezelf en de wereld kunt vormen. Je maakt een inschatting van wie je bent en waartoe je in staat bent. Alles wat niet van jou afhangt, laat je los. Zo verover je meer vrijheid tegenover een overheersende beeldcultuur.’


 

Peter-Paul Verbeek – hoogleraar filosofie van mens en techniek 

‘Techniek heeft een sterke invloed op onze interpretatie van de wereld. Neem bijvoorbeeld Google Glass – een virtual reality-bril die iets toevoegt aan je werkelijkheid. Deze brillen moeten niet slechts beoordeeld worden op hun impact op menselijke privacy, maar ook op hun vermogen ons begrip van privacy aan te passen. Google Glass maakt het mogelijk ongemerkt informatie over je gesprekspartner op te zoeken terwijl je met hem in gesprek bent. Wat doet dat met onze omgang met elkaar wanneer alle informatie die op internet te vinden is als een soort laag over onze werkelijkheid heen geplakt wordt?


 

Bas Haring – filosoof en informaticus

‘Na een reeks nederlagen en een gebrek aan sponsors besloot de Japanse slalomkanoër Kazuki Yzawa monnik te worden. Maar dankzij discipline wist hij zich dit jaar toch voor de Olympische Spelen te plaatsen. De “baas” van het klooster werd in een interview gevraagd wat hij ervan zou vinden wanneer Yzawa deze keer wél een medaille zou winnen. “Dat zal dan erg belangrijk voor hem zijn”, was alles wat hij te melden had! Hij had kunnen zeggen dat zo’n medaille een beloning is voor het harde trainen, of af zou stralen op het klooster. Maar dat zei hij allemaal niet. Deze beschouwende, oordeelloze houding maakt telkens — als ik hem tegenkom — diepe indruk. Ik ben ervan overtuigd dat deze houding de wereld veel goeds kan doen.’


 

Coen Simon – filosoof en publicist 

Wanneer we existentiële vragen willen beantwoorden, hebben we meer aan onze verbeelding dan aan ons verstand. Wanneer een kind vraagt waar we blijven na de dood, kun je de oneindige keten van “waarom”-vragen alleen stoppen door een beroep te doen op de verbeeldingskracht. Dit werkt bij volwassenen precies zo. Omdat wij intelligenter zijn dan kinderen, moeten de beelden die de gaten in onze kennis compenseren een stuk complexer zijn. Een voorbeeld hiervan zijn natuurkundige theorieën: ze geven weliswaar kloppende informatie, maar ze zijn geenszins een antwoord op de “waarom”-vraag.’​
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

 

 

Paul Cliteur – hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap 

‘Europa wordt geconfronteerd met toenemende theoterroristische aanslagen. De regeringen van natiestaten blijken niet in staat die te voorkomen of effectief te bestrijden. Het meest rampzalig: bij gebrek aan succes gaan staten over tot juridische vervolging van boodschappers van het slechte nieuws op grond van vreemdelingenvrees, zoals ik uitwerk in Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders (2016). Volgens deze verdachten is hun engagement helemaal niet ingegeven door “haat” of “vrees”, maar een realistische analyse van politieke processen in deze wereld waarvoor onze overheden stekeblind zijn. Wie gelijk heeft kan alleen in een publiek debat worden bepaald, nooit door een rechterlijke uitspraak.


 

Joke Hermsen – schrijver en filosoof  

‘De mens is een Homo melancholicus, die weet heeft van verlies, vergankelijkheid en verlatenheid. Dit heeft twee redenen. Allereerst besef je rond je zevende jaar ineens ten volle dat je een apart individu bent, dat afgescheiden is van de rest. Kinderen compenseren dit met verbeeldingskracht. Daarbij komt het besef van je eigen sterfelijkheid. We proberen deze weemoed om te buigen tot hoop, reflectie of kennis, macht of verstrooiing. Maar wat gebeurt er als het tij tegenzit en onze melancholie door onrust, angst en teloorgang van idealen slechts naar de duistere kant van het verlies getrokken wordt?’


 

Paul Verhaeghe – hoogleraar klinische psychologie en psychoanalyse 

‘Mensen denken niet langer, ze voeren alleen maar uit, en worden daardoor onmensen. Kwaad in de wereld ontstaat niet alleen met voorbedachten rade. Onze gedachteloosheid zorgt voor een alledaags, banaal kwaad, meestal met onze passieve goedkeuring, soms met onze actieve medewerking. Hannah Arendt constateerde dit probleem al in haar eigen tijd, maar vandaag de dag is haar inzicht nog net zo relevant. De vluchtelingencrisis behandelen we niet op een humane manier, sociaal-economische ongelijkheid stijgt: aan alles kun je zien dat kritische reflectie ontbreekt. Structureel ingrijpen is nodig, maar het gebeurt nauwelijks. Kritisch denken over onze werkelijkheid is de opdracht voor iedereen.


 

Erno Eskens – filosoof en mede-oprichter van Filosofie Magazine  

‘Je mag niet discrimineren op basis van een aantal eigenschappen. Artikel 1 van de Grondwet is hier heel duidelijk over. Waarom mogen we dan wel discrimineren op basis van soort? Waarom geldt deze wet niet voor alle levende organismen? Het is een misvatting te denken dat wanneer je weinig belangen hebt, zoals dieren en planten, deze belangen onbelangrijk worden. Toch zijn wij geneigd te denken dat kleine belangen minder belangrijk zijn. Wanneer iemand blind is, heeft hij minder belangen, maar de belangen die hij heeft, zoals goed horen, zijn juist extra belangrijk voor hem. Zo is het met dieren en planten ook.’


 

Ton Derksen – emeritus hoogleraar wetenschapsfilosofie

‘In het strafrecht worden dwalingen begaan die in de wetenschapsfilosofie goed bekend zijn. In de zaak-Lucia de Berk ontkrachtte ik de bewering dat de kans dat ze onschuldig was 1 op 342 miljoen was. Er is in Nederland geen besef dat gerechtelijke dwalingen veel voorkomen, omdat we volledig vertrouwen op de Nederlandse rechtsstaat. Helaas leidt onbegrip van de wetenschapsfilosofische valkuilen tot onterechte levenslange veroordelingen. Dan worden die valkuilen opeens heel relevant. Toch is het aantal correcties op foute inschattingen in rechtszaken minimaal. Dat moet veranderen.’
 


 

Henk Oosterling – universitair hoofddocent filosofie  

‘De eenentwintigste eeuw vraagt om een ander soort bewustzijn. Een groot probleem van onze tijd is klimaatverandering. Dat betekent voor de filosofie een transformatie naar ecosofie. De achttiende-eeuwse Verlichting bracht een grote technologische ontwikkeling, en comfort zonder politiek-economische aandacht voor wat deze technologische middelen met lichaam en natuur doen. Ecosofie is de sleutel tot een tweede Verlichting: zij maakt ons ervan bewust wat de technologie met ons lichaam doet, en brengt zo het lichaam terug in ons denken. Onze geletterdheid moet zich dus richten op ecowijsheid, maar ook op mediawijsheid – van de basisschool tot aan de universiteit.’


 

Marli Huijer – Denker des Vaderlands 

Beweeglijkheid wordt in de westerse wereld overgewaardeerd. De Europese cultuur is diep doordrongen van het idee dat we de wereld in moeten trekken, onze horizon moeten verbreden. Onbeweeglijkheid is onwenselijk, iets voor verliezers. Deze tegenstelling confronteert ons met de nodige problemen. Neem de vluchtelingenproblematiek: Europeanen hebben zichzelf eeuwenlang een grote beweeglijkheid toegestaan, maar diezelfde beweeglijkheid accepteren wij niet van niet-Europeanen. Als je ziet hoe lastig het voor vluchtelingen is om Europa binnen te komen – en als ze al binnengelaten worden: om een goed bestaan op te bouwen –, dan zie je daar een enorme onevenwichtigheid in beweeglijkheid.’


 

Arjen Kleinherenbrink – promovendus filosofie

‘We zijn te vaak geneigd om zaken te reduceren van iets complex tot iets te simpels. Het gaat fout als we aannemen dat we één model op de werkelijkheid kunnen plakken waarmee we alles kunnen verklaren. Een sterk voorbeeld is het snijvlak van economische en ecologische problemen. Zelfs klimaat-sceptici kunnen niet ontkennen dat onze industrie ontzettend vervuilend is. Miljoenen mensen per jaar worden daardoor ziek of sterven zelfs. Dit betreft een cluster van problemen: niet zuiver ecologisch, economisch of politiek, maar juist een vervlochten geheel. Het is van groot belang dat we pluralistische denkmodellen ontwikkelen om deze problemen aan te pakken.


 

Joep Dohmen – emeritus hoogleraar wijsgerige en praktijkgerichte ethiek en mede-oprichter Filosofie Magazine

‘Nu we in tal van opzichten geëmancipeerd zijn, is het aan elk individu om een eigen levensstijl te ontwikkelen. In de jaren zestig hebben de meeste individuen zich losgemaakt van overkoepelende kaders van gezin, Kerk en Staat. In de jaren tachtig en negentig werd duidelijk dat mensen nog altijd de behoefte hebben aan vormen van gemeenschap. Je vormt je identiteit niet alleen door je los te maken, maar ook door je te hechten. De kunst om je leven vorm te geven is zowel een persoonlijke als een sociale aangelegenheid. Filosofie Magazine is zelf de belichaming van deze actuele problematiek: het gaat telkens om het samen vormgeven van onze positieve vrijheid.’


 

Herman Philipse – hoogleraar wijsbegeerte 

De opwarming van de aarde – sinds 1880 al met circa 1 graad Celsius – is alleen tegen te gaan als alle grote landen van de wereld samenwerken. Een goede maatregel is het belasten van onze CO2-uitstoot. Landen willen dat echter niet doen, omdat ze bang zijn dat bedrijven daardoor vertrekken naar landen waar er geen of minder belasting is. Zonder een internationaal afdwingbaar emissieverdrag wordt het probleem niet opgelost. En als we wachten totdat het voor iedereen voelbaar wordt – bijvoorbeeld doordat mensen uit het Nabije Oosten naar Europa vluchten omdat het veel te warm wordt –, zijn we al te laat.’


 

Stine Jensen – filosoof en schrijver

‘Pierre Bourdieu onderscheidde drie manieren waarop mensen macht en invloed verzamelen: met economisch, cultureel en sociaal kapitaal. Daar voeg ik intiem kapitaal aan toe: handel in persoonlijke informatie. Een duidelijk voorbeeld is de gezondheidsdiscussie van Clinton en Trump tijdens de verkiezingsstrijd. We schipperen vaak tussen twee strategieën: alles delen of alles verborgen houden. Het is vooral belangrijk dat je zelf de regie hebt over wat je met wie deelt. Let op de gevaren: het instrumentaliseren van het persoonlijke voor commercieel of politiek gewin. Wil je het intieme domein wel zo uitkleden?


 

Ad Verbrugge – universitair hoofddocent sociale en culturele filosofie

‘In onze moderne wereld nemen robots en virtuele werelden een steeds centralere plaats in. Daardoor raken we onze lichamelijke betrokkenheid bij de wereld om ons heen kwijt. Deze wereld van virtuele belevingen heeft veel voordelen, maar er gaat ook een gevaar in schuil. Ze leidt tot een manier van leven waarin we in de kern afgesloten raken van onze medemensen en onszelf, ons eigen lichaam en gevoel. Deze vervreemdingsproblematiek dringt zich op in allerlei maatschappelijke fenomenen. Onze vrijheid moet vorm krijgen. We hebben een nieuwe geestelijke verhouding tot de moderne techniek nodig.


 

Thijs Lijster – universitair docent kunst- en cultuurfilosofie

In de huidige maatschappij wordt de mens steeds meer opgenomen in het productieproces. Het gaat hierbij niet alleen om onze fysieke kracht, maar om onze hele identiteit. Waar je vroeger van negen tot vijf naar je werk ging en daarna vrij was om over je eigen tijd te beschikken, haalt de werkgever van nu je privéleven naar de werkvloer. Neem nu Google – herhaaldelijk uitgeroepen tot Werkgever van het Jaar. Je kunt daar op allerlei manieren ontspannen. Dit lijkt een soort paradijselijke situatie, maar dit doen ze niet voor niks: arbeiders worden zo productiever en leveren het bedrijf meer winst op.’


 

Bert Keizer – arts en filosoof

‘Mensen zijn veel dierlijker dan ze denken. Filosofie moet antropobiologie worden: wij moeten leren om onszelf te interpreteren in termen die helemaal ontleend zijn aan het aardoppervlak. Wij moeten onszelf begrijpen als aardelingen. We hebben altijd gedacht dat er nog iets meer was, maar dat is er niet. We zijn evolutionair bepaald. Groepsgedrag, fatsoenlijk doen, nuttig handelen – het komt niet uit filosofie, het komt uit Artis. Wij zijn apen met een opvallend heldere oogopslag.’


 

Nanda Oudejans – universitair docent rechtsfilosofie

‘In heel Europa rukt het nationalisme weer op en raken mensen bevangen door de gedroomde eenheid van het volk. Volgens Jacques Lacan ervaren we onszelf pas als eenheid als we ons spiegelen aan ons zelfbeeld, aan de verhalen die over ons de ronde doen. Lacan noemde dit het “spiegelstadium”. Eerst is er het spiegelbeeld, dan pas het zelf. Maar we kunnen nooit volledig samenvallen met het beeld waaraan we onze identiteit ontlenen. Jezelf zijn betekent: leren dat je niet samenvalt met je identiteit. Dat geldt ook voor collectieve identiteit. We kunnen onze identiteit niet verabsoluteren. Er zit een barst in onze identiteit die beangstigend is, maar ook licht doorlaat waardoor we open kunnen staan voor anderen.’
 


 

Tamar de Waal – promovendus filosofie  

‘Het grootste gevaar in crisissituaties is passiviteit. Hannah Arendt waarschuwde al: na de uitspraak “Waar iedereen schuldig is, treft niemand blaam” stopt kritische analyse. Neem de vluchtelingencrisis: we zien dat andere landen niet ingrijpen en denken dat wij ook niets hoeven te doen – een spiraal van passiviteit. Machtsbekleders kunnen zichzelf beschouwen als “een klein radartje in een veel groter systeem” (Arendt). Wij als filosofen wijzen erop dat het toch veel uit kan maken als je zélf kritisch nadenkt en ergens voor staat. De stem van de innerlijke dialoog met jezelf mag niet doven.


 

Luuk van Middelaar – politiek filosoof en historicus

‘Mensen zijn vrij: we maken onze eigen keuzes en kiezen zelf wat we doen. Een gevolg hiervan is dat de wereld onvoorspelbaar is. Je weet nooit precies welke situaties uit al die individuele menselijke vrijheden ontstaan. Om greep te krijgen op al die verrassingen hebben we de politiek. In Nederland bedrijven we regelpolitiek: we maken wat kleine aanpassingen in de bestaande orde. Maar met dit systeem zijn we niet in staat te reageren op grote klappen uit de buitenwereld. Op dit soort momenten moet gebeurtenissenpolitiek worden bedreven: we moeten – soms pijnlijke – keuzes maken, die er uiteindelijk voor zorgen dat we onze manier van leven kunnen waarborgen.’


 

Paul van Tongeren – emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek  

De wil – het idee van een autonome instantie die zelf kan kiezen – is ooit uitgevonden. Die heeft niet altijd bestaan. De oude Grieken, bijvoorbeeld, kenden deze wil niet. Maar waarom is de wil ooit uitgevonden? Om een nieuwe vorm van het kwaad – dat via het christendom en het jodendom onze cultuur binnengekomen is – te verklaren. Dit kwaad is het willens en wetens doen wat niet goed is: het kwaad van de zonde, van de opstand tegen God. Hoe kunnen we dit begrijpen? Om op deze manier kwaad te doen, moet een mens wel autonoom zijn. Vandaar de wil.’ 


 

Hans Achterhuis – emeritus hoogleraar filosofie  

‘Er bestaat een nauwe relatie tussen monotheïstische religies en de uitoefening van geweld. Dit zie je tegenwoordig vooral bij de islam. Dit betekent niet dat geweld islam-eigen is. Wanneer je het christendom onder de loep neemt, zie je ook een zeer gewelddadige geschiedenis. Natuurlijk komt geweld ook terug in polytheïstische religies, maar dit zijn andere geweldsvormen. De monotheïstische godsdiensten hebben drie nieuwe vormen van geweld met zich meegebracht: het martelaarschap, de – met geweld gepaard gaande – bekering en het uitroeien van ongelovigen. Deze vormen van geweld zou je in bijvoorbeeld het oude Griekenland niet tegengekomen zijn.’


 

Elize de Mul – promovendus techniekfilosofie 

‘Het vooruitgangsdenken is diepgeworteld in onze cultuur. We willen alles beter, groter en sneller. De nog altijd groeiende wereldbevolking wil steeds meer produceren en consumeren. Stilstand is achteruitgang, dus we blijven maar rennen. Het is ondertussen duidelijk dat die voortdurende groei ook nadelen kent: overbevolking, milieuvervuiling, ontbossing enzovoort. Het is niet enkel een schaalprobleem waarmee we kampen, maar ook een hardnekkige vooruitgangsmentaliteit. Trends als slowfood en lokale teelt onderzoeken voorzichtig of “achteruitgang” soms ook positief uit kan pakken. Hier ligt een taak voor de filosofie: het oppoetsen van het imago van de achteruitgang!’