Moet je nu wel of geen hoop koesteren? Wezenlijke vraag, zeker vandaag. Tommy Wieringa en Joke Hermsen stelden onlangs de kwestie op scherp. Tommy ging op zoek naar ‘optimisme zonder hoop’, Joke beschouwde hoop daarentegen als ‘een voorwaarde voor verandering’. Ze kwamen er niet uit. Dat hoefde ook niet. De mensheid komt er al drieduizend jaar niet uit.
Hoop is een centraal begrip in de drie grote Abrahamitische godsdiensten. Joden hopen op de komst van de messias, christenen op zijn terugkeer en moslims op Allahs genade.
Even tussendoor …
Meer columns lezen van de Denker der Nederlanden? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Hoop is wellicht eigen aan elk monotheïsme: ‘geloven in’ komt altijd neer op ‘geloven dat’. Die hoop is verticaal. Heel anders kijken oosterse spirituele tradities hiernaar. Als hoop naar hunkeren neigt, is het bron van ongeluk, zegt de boeddhist. En kan het moeiteloze, vloeiende handelen verstoord raken, zegt de taoïst. Harmonie staat hoger dan hoop bij hem. Voor de confucianist kan de wereld beter worden door deugd, studie en toewijding. Zijn hoop is hooguit horizontaal.
Misschien hoef je niet eens te kiezen. Jean Monnet, de cognac-handelaar die de ‘vader van Europa’ werd zei, ooit: ‘Het gaat er niet om optimistisch of pessimistisch te zijn, maar vastberaden.’
Nu ik eraan denk: het mooiste aan hoop koesteren is misschien niet de hoop, maar het koesteren.
Wat drukt op jouw gemoed? Leg het voor aan Denker der Nederlanden David Van Reybrouck met een e-mail aan denker@denkerdernederlanden.nl.
