Vijfentwintig jaar na zijn dood wordt Sartre nog steeds gevierd als advocaat van de menselijke vrijheid, maar als politiek denker wordt hij toch vooral verguisd. Ten onrechte, betoogt Ruud Welten in zijn reconstructie van een van Sartres meest omstreden politieke daden: zijn bezoek aan de terrorist Andreas Baader in diens cel in de Stammheimgevangenis.
Op woensdag 4 december 1974 bezoekt Jean-Paul Sartre Duitslands Staatsfeind Nr.1: Andreas Baader, de man achter de Rote Armee Fraktion (RAF). De wereld verbaast zich over de zoveelste rebelse daad van de dan wereldberoemde filosoof. Wat bezielt hem? Sartrebiografen besteden niet veel woorden aan het bezoek. Het wordt meestal afgedaan als een fatale misser. De recente onthullingen van de inmiddels gepensioneerde gevangenisbewaarder Horst Bubeck, die bij het bezoek aanwezig was, bevestigen dit oordeel alleen maar: was er wel sprake van ‘Isolationsfolter’, zoals de RAF-gevangenen en ook Sartre claimden, of waren de gevangenen ondergebracht in luxe cellen waar zelfs fitnessapparatuur aanwezig was, zoals Bubeck nu zegt? Zur Vorstellung des Terrors, de kunsttentoonstelling in Berlijn over de RAF, heeft de discussies over de ‘Isolationsfolter’ weer doen oplaaien. Wat zijn nu de feiten over Sartres bezoek? En kan het gerechtvaardigd worden?
Dit artikel is exclusief voor abonnees