Filosoof en taalkundige Wouter Kusters maakte tot twee keer toe een psychotische episode door, werd opgenomen en belandde zelfs in de isoleercel. In Filosofie van de waanzin probeert hij deze psychotische episodes vruchtbaar te maken. In deze breedvoerige studie zet hij de filosofie in om de waanzin theoretisch te ontwarren en gebruikt hij tegelijkertijd de waanzin om de filosofie tot zijn uiterste consequenties te dwingen. Op deze manier wordt er een parallel getrokken tussen ‘filosofisch doordenken’ en ‘praktisch doordraaien’. Zoals Kusters stelt: ‘waanzin is in de praktijk uitgeleefde filosofie.’ (37) Hij bedoelt daarmee dat filosofische stromingen als idealisme, solipsisme of determinisme niet langer zuiver theoretische posities zijn, maar belichaamd worden in de concrete ervaring van de waanzinnige.
Dit artikel is exclusief voor abonnees