Home Waarheid in jonge meisjes

Waarheid in jonge meisjes

Door Ronald van Raak op 05 maart 2013

02-2003 Filosofie magazine Lees het magazine
Wie de waarheid wil leren kennen, heeft niet genoeg aan verstand alleen, aldus Multatuli. Daarvoor is de vervoering van de liefde nodig, die aan het onbezield verstand de juiste intuïtie schenkt. Multatuli werd vervoerd door zijn nichtje Sietske – maar moest afscheid van haar nemen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Filosofie betekent letterlijk ‘liefde tot de wijsheid’. Wie werkelijk zijn liefde aan de wijsheid wil betuigen volstaat niet met de rede, maar moet beseffen dat bij de mens ook stemmingen, verlangens en emoties een belangrijke rol spelen om grip te krijgen op de werkelijkheid. Deze overtuiging heeft in ieder geval Multatuli, voor wie kennis en liefde als drijfveren van de mens nauw met elkaar verbonden zijn.

 Die liefde en verlangens zijn echter bijzonder subjectief – niet alleen heeft ieder mens andere verlangens, ook de verlangens van één en dezelfde mens veranderen door de tijd. De liefde die gisteren alles verzengend leek, kan morgen zijn verbleekt. Kortom: relativisme ligt op de loer op het moment dat je zegt dat liefde een belangrijke rol speelt bij het verwerven van wijsheid.

Maar voor Multatuli biedt de liefde wel degelijk iets dat langer meegaat dan vandaag en morgen – er is veel liefde in de waarheid. Hoe dat kan, tonen Multatuli’s gevoelens voor zijn nichtje Sietske, in zijn werk Femke genaamd.
 
Multatuli wijst op de zoektocht van Faust, die eindigde in zijn begeerte naar Greetje, en op Adams verbod om te snoepen van de boom der kennis, dat werd verbroken door Eva. ‘Gy wilt weten? Ziedaar EVA, ziedaar GRETCHEN, ziedaar FANCY, FEMKE, of iets dergelyks ¼ ziedaar de liefde’, zo schreef hij in zijn Ideeën, een serie literaire essays, politieke commentaren en filosofische aforismen die tussen 1862 en 1877 in zeven delen verschenen.

Het is de liefde die aanspoort tot kennis. Daarom schrijft Multatuli: ‘Ge wilt weten ¼ bemin!’. De liefde is een wegbereider. De liefde brengt de denker namelijk ‘fancy’, de juiste stemming, die de weg opent voor ‘Fancy’, de intuïtieve wijsheid, die inzicht geeft in de ‘Logos’, de redelijke eenheid achter de oneindige hoeveelheid aan zintuiglijke ervaringen.

Maar hoe kan het dat de liefde ons in de juiste stemming brengt? De termen ‘fancy’ en ‘Fancy’ zijn afkomstig uit de Engelse literatuurtheorie (ze komen bijvoorbeeld terug bij Coleridge) en bouwen deels voort op de kantiaanse verbeeldingskracht. Wie bestaande verbanden wil blootleggen, komt er niet met het verstand alleen. Er is ook creativiteit voor nodig, verbeelding en lust.

Multatuli was het pseudoniem van Eduard Douwes Dekker (1820-1887) en betekent zoiets als ‘ik heb veel gedragen’ (multa tulet fecitque puer). Twee zaken die de schrijver gedurende zijn leven moest dragen waren geldgebrek, omdat mensen zijn boeken maar niet wilden kopen, en miskenning, omdat lezers zijn werk maar niet wilden begrijpen. Eén van die misverstanden was dat hij een schrijver zou zijn. ‘Ik ben geen schryver’, zo beklaagde Multatuli zich bij voortduring: ‘Hy weerkaatst beelden die niet bestaan. Hy jaagt op pikante tegenstellingen, en moet daaraan de waarheid opofferen.’ Multatuli wilde de werkelijkheid vastleggen, zoals in Max Havelaar (1859), waarin hij de slechte situatie van de inlandse bevolking van Nederlands-Indië aan de orde stelt en de geringe animo van Nederlandse bestuurders om tegen misstanden op te treden.



In Nederland is Multatuli zelden gezien als een filosoof, met uitzondering misschien van Domela Nieuwenhuis, die hem waardeerde als een wegbereider van het atheïsme. In de Duitstalige gebieden werd het filosofische belang van Multatuli echter al vroeg erkend. Freud bijvoorbeeld zegt in zijn denken over seksualiteit direct te zijn beïnvloed door de ‘grote denker en mensenvriend Multatuli’. Parallellen werden ook getrokken met Nietzsche, omwille van zijn atheïsme en zijn ironische stijl, maar ook om zijn mensbeeld.

Multatuli wil in de kennisleer ruimte maken voor de individuele eigenschappen van mensen. Het gevaar van relativisme pareert hij met een beroep op de specifieke taak van de mens. ‘Uw plicht en roeping is, wel verbanden te begrypen … Een paard verdient de haver met schoft en poten. Een koe, haar gras met de melk die ze geeft. En gy, mens, d.i. denkdier, kunt en moet betalen met gedachten’, schrijft hij in zijn Miljoenenstudiën (1870). In het kennen staan de gesteldheid en de oordelen van ieder mens centraal, maar dit ontslaat hem of haar niet van de plicht de waarheid te leren kennen; dat maakt de mens pas tot mens. Daartoe heeft de mens wel de juiste stemming nodig, een toestand die voor Multatuli mogelijk wordt dankzij de liefde voor zijn nichtje Sietske, de achttienjarige dochter van zijn zuster Catharina.

   In de nazomer van 1860 liep Multatuli met Sietske door de straten van Brussel, waar hij en zijn gezin toen in armoede leefden. Hij had haar het koosnaampje Fanny gegeven: ‘FANNY – ik noemde haar FANCY – begreep me zo goed. Nooit vraagde zy; hoe leeft ge toch? Hoe betaalt gy de huur van uw kamer? Wat eet gy? Zy vergat dat alles, als-of ze ikzelf was. En ook ik zag in haar persoon van vlees en been, met spieren, pezen, zenuwen… geen aangevuld skelet. Maar ’t duurde niet lang, gy heren met uw schoonheidsgevoel! We spraken – neen, spreken deden we niet – we dachten samen aan onsterfelykheid en wederzien. Ik heb u vaak gezegd dat ik niets weet. Maar op die avend – alleen met myn fancy – meende ik wat te weten.’ En deze stemming, zo wilde Multatuli, mocht nooit meer overgaan: ‘Neen, neen, duizendmaal neen… ik geloofde.’

Maar waarin dan geloofde deze atheïst? Zijn god was Logos, de redelijke eenheid achter de veelheid aan diffuse verschijnselen: ‘Hoe zoeken wy Hem? Door Hem – d.i. de waarheid – te zoeken. Hoe beledigen wy Hem? Door de waarheid te versmaden. Door ’t bederven der middelen die ons gegeven zyn om de waarheid te benaderen. Welke ritus is de geschikste om de godsdienstige zin levendig te houden? Denken, overdenken, redeneren. Wie redeneert dient de REDE, en de REDE “zal u vry maken”.’

De waarheid is volgens Multatuli exact en volgt de regels van de Logos. De rede van de mens is te beperkt om de oneindige hoeveelheid oorzaken en gevolgen te overzien, maar de vervoering van de liefde geeft hem de juiste intuïtie: ‘“Ons leven is te kort om op alles te letten”, zegt men. Ons leven is veel te kort om alles te verwaarlozen, is myn antwoord. Juist de aanhoudende pogingen om ’t verband tuschen alles en alles, te vatten – ziehier het punt waar POËZIE en WYSBEGEERTE ineensmelten – zyn nodig om ons iets van de onderdeelen te doen begrijpen.’

De wijsheid is weliswaar eeuwig, maar blijkt niet zaligmakend. Fausts liefde voor Greetje maakte hem gevoelig voor de listen van de duivel en Eva’s ongehoorzaamheid kwam Adam te staan op verbanning uit het paradijs. De liefdesstemming van Multatuli, die de schrijver verbanden deed zien die voor zijn onbezielde rede verborgen bleven, was helaas niet blijvend: ‘toen ik afscheid nam van fancy, noemde ik haar FANNY, zo-als ze thuis genoemd wordt door haar ouders en broers, die haar naam niet kennen. Ik had m’n fancy verloren voor lange tyd.’
 
Dit is het tweede deel in een serie over Nederlandse denkers uit het verleden.