In wat voor tijd leven we? P.C. Hooft-prijswinnaar Bas Heijne vond in het essay de juiste vorm om die vraag te beantwoorden.
Het boekje leest als een coming of age. Eerst was er bij Bas Heijne het vertrouwen in de mens, zegt hij in zijn korte essay Onbehagen. De mens was goed en rationeel. De wereld zou zelfs steeds beter worden. Man en vrouw gelijker. Minderheden geaccepteerd als gelijken. Honger, ziekte en armoede de wereld uit geholpen… En toen was er de twijfel, de deceptie zelfs.
Het is een Werdegang die parallel loopt met de tijdgeest. Want onze cultuur is de mal die ons vormt, weet Heijne. Het vertrouwen in een betere wereld is kenmerkend voor de generatie van Heijne, die zich lieten motiveren door het optimisme dat twee decennia na de Tweede Wereldoorlog weer heerste. De mens had na de duistere oorlogsjaren de wereld weer opgebouwd, nu zou de wereld zelfs beter worden.
Heijne schrijft dat hij zijn toenemende twijfel aan die goede mens aanvankelijk nog als een correctie zag op zijn optimistische mensbeeld uit zijn jeugd. Om echt te gaan twijfelen was iets anders nodig. Dat was de aanslag op Charlie Hebdo, op de dag dat Heijne in Parijs was. Niet zonder pathos schrijft Heijne dat er die dag iets in hem stierf.
Aanslag
Heijne bevindt zich met zijn essay precies op de plek waar ons leven plaatsvindt. Ergens tussen de cijfers, het leven en de dood, de literatuur en de filosofie. In de tijdgeest komen denken, zien en voelen samen. Door zijn literaire essayistiek weet Heijne recht te doen aan dat concreet-symbolische karakter van de wereld.
Heijne probeert niet alleen de tijd in gedachten te vatten. Te beschrijven. Hij verkláárt de wereld ook, al is dat minder belangrijk in dit werk. Daartoe wendt hij tot Freud, en zijn these over het onbehagen van de mens. Kan die het geweld verklaren, van de zelfmoorterrorist, maar ook van de Trump-aanhanger? Zijn we te narcistisch geworden? Accepteren we Freuds realiteitsprincipe niet meer? Heijne weet die hypothese griezelig aannemelijk te maken.
Laat die verklaring nog wel ruimte voor enige hoop? Ik denk het wel. In ieder geval is de wereld nog bewoonbaar bij Heijne: juist door het verhaal van de wereld te vertellen, laat hij zien dat de wereld niet betekenisloos is. En zelfs als de wereld in brand staat, kunnen we er nog over nadenken. Om het pathetisch te zeggen: voorlopig hebben we onze menselijkheid nog niet verloren.
Dit artikel is exclusief voor abonnees