Niets is zo natuurlijk als een geboorte. ‘Natuurlijk’ en ‘geboorte’ zijn trouwens woorden met een verwantschap: ons woord ‘natuur’ komt immers van het Latijnse nasci en wil zeggen ‘geboren’ worden. Blijven we op een naïeve manier bij de notie ‘natuur’ stilstaan, dan denken we aan ‘natuurlijke’ processen die zich ‘overal’ voordoen, zodat ‘geboren worden’ de gewoonste zaak van de wereld lijkt. Maken we van ‘natuurlijke processen’ nu niet gemakkelijk ‘fysiologische processen’ waardoor we even gemakkelijk verschillen tussen allerlei ‘levende wezen’ uitwissen en nog minder aandacht schenken aan de zorgen die we bij elke geboorte kennen? Zo beleven we dat niet.
In een wijsgerig perspectief op wat zich concreet in de wereld afspeelt, kunnen we ver- schillen en hun eigenschappen niet zomaar negeren. Zo’n voorbijgaan aan het concrete sluit nog minder aan bij de ervaring van de ontelbare vrouwen die een kind baren. Zij ‘voltrekken geen fysiologisch proces’, zij doen niet wat alleen maar gewoon is. Zij geven leven aan een kind, daar in de slaapkamer of daar in die of die kraaminrichting, een kind dat hun dochter of zoon is, en dat voor de ‘buitenwereld’ een naam zal dragen, onderscheiden van elk ander kind.
We hebben eigen taalspelen voor de gebeurtenis van het ter wereld brengen van een kind. Het is, naast de taal van de verwachtingen en de vreugde, ook de taal van de zorg, samen te vatten in de vraag: ‘Is alles goed gegaan?’ Daarover gaan de bijdragen van Merle van
de Reep en Simone van der Burg. Zij blijven stilstaan bij de omstandigheden van het ter wereld komen van een kind (de plek van de geboorte: thuisbevalling of ziekenhuisbevalling) en bij de eerste vragen naar de gezondheid van het kind – twee vragen met verre- gaande maatschappelijke implicaties die bovendien opties verraden met betrekking tot de levens- en wereldbeschouwing. In beide artikelen gaan de auteurs in op de bestaande paradox en spanning in onze verwachtingen: enerzijds menen we dat een geboorte tot de ‘natuurlijke’ gang van het leven behoort, maar anderzijds stappen we niet uit de cultuur en de maatschappij waarin we leven, en doen we in toenemende mate een beroep op ‘medicalisering’.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De twee praktisch-filosofische bijdragen over de keuzes in de concrete zorg krijgen een algemeen wijsgerige omlijsting. In de slotbijdrage situeert Dirk De Schutter aan de hand van het denken van Hannah Arendt – overigens een van de weinige filosofen die echt op de wezenlijke betekenis van ‘geboren worden’ is ingegaan – de betekenis van de geboorte in het kader dat werkt als mensen steeds opnieuw iets beginnen en aan het nieuwe – ook aan de nieuwkomers – een politieke draagwijdte verbinden. In de eerste bijdrage daaren- tegen schets ik ‘gewoon fenomenologisch’ de wereldlijkheid van de geboorte.
Denken over ‘onze geboorte’ is uiteindelijk denken over wat het betekent dat we het licht kunnen zien in een wereld die ons onthaalt.