Ter gelegenheid van de verschijning van de nieuwe editie van het boek Filosofen van deze tijd vond er onlangs in de Rode Hoed te Amsterdam een debat plaats over de vraag welke filosofen thuishoren in een filosofische canon. De Franse filosoof Gilles Deleuze kwam hier niet ter sprake en ontbreekt ook in de selectie van het boek. Deleuze zelf zou er niet mee zitten – integendeel. ‘Er is een filosoof-worden dat niets te maken heeft met de geschiedenis van de filosofie, maar dat eerder verloopt via degenen die de geschiedenis van de filosofie niet in staat is te classificeren’ (Deleuze, Dialogen, 18). De filosofie als discipline vond hij maar een verstikkende aangelegenheid. Desondanks, of wellicht juist daarom, staat het werk van Deleuze, na een periode van populariteit in de jaren tachtig en negentig, de laatste jaren ook in het Nederlandse taalgebied opnieuw in de aandacht (zie de literatuurlijst hieronder). Filosofie behoort volgens Deleuze ‘ontijdig’ te zijn, wat wil zeggen dat ze zich ‘tegen de moderne tijd opstelt om deze tijd hopelijk ten gunste van de toekomst te beïnvloeden’ (Deleuze, Verschil en herhaling, 14).
Wijsgerig Perspectief wisselt thematische nummers geregeld af met een nummer gewijd aan een filosoof, en deze keer is dat Gilles Deleuze (1925-1995). Deleuze is geen makkelijk leesbare filosoof. Dat komt doordat hij zich verzet tegen het conventionele ‘beeld van het denken’. Dit beeld van het denken veronderstelt een subject dat de wereld in ideeën en begrippen vat. De veranderlijke, permanent in wording zijnde materiële werkelijkheid wordt hier ondergeschikt gemaakt aan de representatie, aan de waarneembare en/of denkbare vorm ervan. Filosoferen komt voor Deleuze weliswaar neer op concepten creëren en uitvinden, maar dit gebeurt niet vanuit een intentioneel denkend subject, maar vanuit een onpersoonlijke, pre-individuele ‘intuïtie’. De nieuwe concepten in de filosofie van Deleuze zijn een effect van de ontmoeting met gebeurtenissen. Ze zijn geen reflectie op of representatie van objecten. Zowel het subject, de mens, als het object is van deze concepten een afgeleide.
In dit nummer belichten we een drietal specifieke terreinen, te weten natuurfilosofie (ecologie), literatuur en film/digitale cultuur, waarvoor het denken van Deleuze vruchtbaar kan zijn. We openen met een algemene inleiding op het werk van Deleuze door Arjen Kleinherenbrink. Vertrekkend vanuit L’Anti-Oedipe en Mille plateaux introduceert Kleinherenbrink Deleuzes uiteenzetting van het machinale denken. Alles is een machine, omdat alles machineert – dat wil zeggen, alles wordt geproduceerd en produceert ook zelf. De machinefilosofie, zo wordt geconcludeerd in deze openingsbijdrage, leert ons allereerst de heterogeniteit van machines te erkennen en de illusie van meesterschap op te geven.
Rick Dolphijn schetst vervolgens de natuurfilosofie van Deleuze en zijn co-auteur Félix Guattari, een filosofie die een aanvulling kan zijn op de hedendaagse ecologische discussies. Waar het ecologische denken oordeelt over de natuur, is de natuurfilosofie van Deleuze en Guattari immanent aan de natuur. Dolphijn affirmeert in zijn bijdrage de radicale verwerping van Deleuze en Guattari van elke vorm van dualistisch denken.
Denken is niet alleen voorbehouden aan de filosofie. Het komt ook tot uitdrukking in wetenschap en kunst. Birgit Kaiser bespreekt in haar bijdrage de wijze waarop kunst – in dit geval literatuur – volgens Deleuze opvattingen ontmantelt en affecten en percepten teweegbrengt. Affecten en percepten zijn aandoeningen en gewaarwordingen die elke identificatie overstijgen en dus om een andere dan de traditionele literatuurbenadering vragen.
Patricia Pisters bespreekt tot slot het belang van Deleuze voor het denken over de hedendaagse film en digitale cultuur. Deleuze beschouwde de hersenen als een scherm, en cinema begreep hij in termen van hersencircuits die de film in gang weet te zetten. Geïnspireerd door Deleuze munt Pisters voor onze digitale cultuur het concept ‘neuro-beeld’.
Literatuur
• Bolle, L. de, en S. van Tuinen, ‘Gilles Deleuze’, in: De nieuwe Franse filosofie. Denkers en thema’s voor de 21ste eeuw Amsterdam: Boom, 2011, 39-58.
• Deleuze, G., Francis Bacon. Logica van de gewaarwording. Octavo publicaties, Amsterdam, mei-juni 2014 (nawoord Sjoerd van Tuinen) Vertaling van: Francis Bacon: logique de la sensation. Parijs: Éditions de la différence, 1981.
• Deleuze, G., Kritisch en klinisch. Essays over literatuur en filosofie. Octavo publicaties, Amsterdam, mei-juni 2014 (nawoord Sarah Posman). Vertaling van: Critique et clinique. Parijs: Éditions de Minuit, 1993.
• Deleuze, G., Verschil en herhaling. Amsterdam: Boom, 2011 (vert. Walter van der Star en Joost Beerten). Vertaling van: Différence et répétition. Parijs: PUF, 1968.
• Deleuze, G., en C. Parnet, Dialogen. Kampen: Kok Agora, 1991. Vertaling van: Dialogues, Parijs: Flammarion, 1977.
• Deleuze, G., en F. Guattari, Anti Oidipus. Kapitalisme en schizofrenie, deel 1. Kampen: Klement, 2010. Vertaling van: L’Anti-Oedipe. Parijs: Éditions de Minuit, 1972.
• Deleuze compendium (red. Ed Romein, Marc Schuilenburg en Sjoerd van Tuinen). Amsterdam: Boom, 2009.
• Graeve, P. de, Gilles Deleuze en het materialisme. Kampen: Klement, 2012.