Home Ten geleide: De Verlichting

Ten geleide: De Verlichting

Door Koo van der Wal en Antoon Braeckman op 30 januari 2014

Cover van 02-2006
02-2006 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De verlichting is weer volop in discussie. Vooreerst wordt zij ter sprake gebracht in debatten rond maatschappelijke problemen ten gevolge van de instroom van migranten met niet-westerse (met name islamitische) achtergrond in de moderne samenleving. Die problemen worden dan toegeschreven aan het feit dat de nieuwkomers ideeën en praktijken meebrengen die niet stroken met ‘de moderniteit’, die wezenlijk door de denkbeelden van de verlichting is bepaald. De oplossing van genoemde problemen zou er dan in bestaan dat de ‘allochtonen’ alsnog door de verlichting heen gaan. Daarmee is de noodzaak gegeven van een nieuwe gespreksronde over wat ‘verlichting’ en modernisering meer precies inhouden. In zijn inleidende bijdrage schetst Koo van der Wal de contouren en aandachtspunten van een dergelijke nieuwe gespreksronde.

Een tweede motief voor zo’n discussie zijn de aanhoudende twijfels of de denkbeelden van de verlichting volstaan voor een adequate interpretatie van de menselijke ervaring over de hele breedte. Is het uitgangspunt terecht dat de werkelijkheid en het menselijk bestaan met behulp van de rede te doorgronden en te ordenen zijn? En liggen eventuele tekorten in dat opzicht alleen aan een nog onvoldragen redebegrip? Of is de rede een te beperkt orgaan om recht te doen aan het hele spectrum van de menselijke ervaring? In die richting wijzen de pijnlijke ervaringen met het moderne proces van ‘vooruitgang’ dat zijn eigen negatieve reacties oproept of de hulpeloosheid tegenover het fenomeen van het kwaad. De bijdrage van Jan Hoogland over de ‘dialectiek van de verlichting’ en die van Donald Loose over het probleem van het kwaad proberen die uitdagingen aan de klassieke verlichting scherper in het vizier te krijgen.

Zoals bekend plaatste de romantiek reeds het gevoel naast, ofbeter: boven de rede. Pascal had eerder al naast de rede het ‘hart’ geplaatst ‘dat redenen heeft die de rede niet kent’. Opmerkelijk genoeg komen tegenwoordig soortgelijke geluiden uit de hoek van notoire verlichters en aanhangers van het ‘project van de moderniteit’ zoals Habermas. Enerzijds kunnen wij niet achter de verlichting en haar fundamentele verworvenheden zoals rechtsstaat, democratie, mensenrechten en tolerantie terug. Anderzijds is zij een veel weerbarstiger en problematischer fenomeen dan vele verlichtingsgelovigen hebben aangenomen. Hoe we vandaag met die erfenis van de verlichting kunnen omgaan, is onderwerp van het artikel van Antoon Braeckman.