De oercatastrofe van de twintigste eeuw. Het is een even gekende als wrange omschrijving van wat gemeenzaam de Groote Oorlog wordt genoemd. De vier jaren van de Eerste Wereldoorlog hadden inderdaad een rampzalige impact op het leven van miljoenen mensen. In eerste instantie op hen die met een persoonlijk verlies werden geconfronteerd. Uiteindelijk nog veel ruimer, op het onderbewustzijn van verschillende generaties.
Honderd jaar na het begin van de Groote Oorlog blijft deze vuurberg hete lava spuwen, maar ook rijke materialen voor goudzoekers. Minstens nog tot het einde van 2018 zullen in Europa en daarbuiten festiviteiten worden georganiseerd waarin zowel ideologische als mercantiele doelstellingen verborgen zitten, leidend tot een overvolle evenementenkalender en een stroom aan publicaties. Zo verwordt de herinnering aan de grote schok tot een fenomeen dat sommigen de Groote Verhalenmachine zijn gaan noemen.
Merkwaardig hoe juist deze oorlog een bron werd voor schrijvers en denkers. Vaak worden hiervoor dezelfde redenen aangehaald: de Groote Oorlog was niet alleen uiterst bloedig, hij luidde ook het tijdperk in van machinale oorlogsvoering en men beleefde abrupt het einde van oude mythen, humane droomgedachten en sociale utopieën. Bovenal zorgden de cijfers voor consternatie. Op de slagvelden stierven dubbel zoveel Britten, driemaal zoveel Belgen en viermaal zoveel Fransen als tijdens de Tweede Wereldoorlog. Karakteristiek aan deze tragedie was de massale vernietiging van het moderne individu, dat op vurige wijze aan een strijd begon die in enkele maanden tot de overwinning moest leiden, maar uiteindelijk een hel werd.
Dit artikel is exclusief voor abonnees