‘To-morrow, and to-morrow, and to-morrow, Creeps in this petty pace from day to day, To the last syllable of recorded time;
And all our yesterdays have lighted fools
The way to dusty death. Out, out, brief candle! Life’s but a walking shadow; a poor player, That struts and frets his hour upon the stage, And then is heard no more: it is a tale
Told by an idiot, full of sound and fury, Signifying nothing.’
MACBETH (V. 5: 18-28)
Kunnen we nihilistisch zijn? Kunnen we het nihilisme beleven? Waarom niet? Kunnen we het echter denken en geloofwaardig verwoorden? Dat wordt moeilijker. We hebben niet veel moeite om, zoals Macbeth in de gelijknamige tragedie van Shakespeare, veel negatiefs over het menselijk bestaan in de wereld te vertellen. Maar ondanks alles vinden we ons leven goed genoeg om het te aanvaarden en om ‘ja’ te zeggen. Dat zien we ook rondom ons: nagenoegalle mensen die we kennen hebben hun bestaan in de wereld aanvaard – voorlopig toch. Heel zelden vernemen we dat iemand uit onze omgeving zelfmoord pleegt, nadat hij of zij toch vele jaren dat leven – soms moeizaam, soms met veel zelfbeklag – wel had aanvaard. Leven wil zeggen dat we de wereld accepteren, al zeggen we daarom niet onmiddellijk dat de geboorte een geluk is en het sterven geen drama.
Dit artikel is exclusief voor abonnees