Home Joke Hermsen: ‘Durf je te vervelen’
Tijd

Joke Hermsen: ‘Durf je te vervelen’

Joke J. Hermsen kon zich in haar kinderjaren grenzeloos vervelen. ‘Talloze middagen heb ik hangend op mijn bed een beetje naar buiten zitten staren, naar een verregend nieuwbouwpleintje.’ Geen verspilde tijd zegt ze achteraf: juist die ervaring stelt je in staat je ‘binnenwereld te verkennen’.

Door Anton de Wit op 26 oktober 2009

Joke J. Hermsen filosoof Ron Zwagemaker beeld Ron Zwagemaker

Joke J. Hermsen kon zich in haar kinderjaren grenzeloos vervelen. ‘Talloze middagen heb ik hangend op mijn bed een beetje naar buiten zitten staren, naar een verregend nieuwbouwpleintje.’ Geen verspilde tijd zegt ze achteraf: juist die ervaring stelt je in staat je ‘binnenwereld te verkennen’.

09-2009 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Joke J. Hermsen (1961) is net verhuisd. ‘Het is vreemd om vijfentwintig jaar aan herinneringen in dozen te stoppen’, vertelt de schrijfster en filosofe. Een van de dingen die ze in een verhuisdoos stopte was een schriftje met aantekeningen. ‘De tijd’, stond er voorop, en een jaartal: 1999. Nu, tien jaar later, ligt het boek in de winkel dat in dat schrift zijn aanvang vond: Stil de tijd.

Het is een essaybundel die tijd nodig heeft gehad om te rijpen, bevestigt Hermsen. ‘Dit onderwerp draag ik al jaren met me mee. En niet alleen in dat schriftje, ik ben er ook onbewust veel mee bezig geweest. Mijn debuutroman Het dameoffer uit 1998, bijvoorbeeld, is doordrenkt van de thematiek van de tijd. Dat ontdek ik nu, destijds was ik me daar niet bewust van.’

Waarom laat de tijd haar maar niet los? Wat boeit haar zo aan dit onderwerp? Hermsen: ‘Tijd is zo complex en ongrijpbaar. Iedere zichzelf respecterende filosoof heeft erover geschreven. Augustinus schreef bijvoorbeeld dat als hij de tijd peilde, hij zijn eigen ziel peilde. Toch heeft niemand ooit echt kunnen beschrijven wat die tijd nu eigenlijk is. Tijd onttrekt zich voor een belangrijk gedeelte aan onze beschouwingen. Natuurlijk, dankzij de klok kunnen we de tijd precies benoemen: het is nu halfvijf. Maar de kloktijd is een abstractie, een afspraak. Onze ervaring van de tijd is vaak anders dan de wijzers van de klok: minder regelmatig of lineair. De tijd kan rennen, vliegen, stilstaan; je kunt de tijd verliezen… Deze opvatting van tijd geeft, met andere woorden, ruimte aan hoe we tijd ervaren. Je kunt bijvoorbeeld in een ervaring komen die je tijdloos kunt noemen. Dat vind ik fascinerend. Hoopgevend ook; het betekent dat de ervaring van de mens meer is dan we kunnen meten en benoemen.’

Want de afgelopen eeuw heeft de kloktijd zich steeds nadrukkelijker in onze levens proberen te manifesteren, zegt Hermsen. ‘In 1884 werd de Greenwich Time als internationale standaardtijd ingeroepen, eigenlijk puur om het trein- en handelsverkeer te kunnen regelen. Maar sindsdien heeft de kloktijd langzaam die andere tijdservaring opgeslokt. Vanaf dat moment was er een eenheid waarbinnen een bepaalde hoeveelheid werk verricht moest worden, en die hoeveelheid werd steeds groter. Daarmee heeft het economische denken gezegevierd, en leuzen bedacht als “Tijd is geld” om ons steeds langer aan het werk te houden, om ons steeds meer te laten consumeren. Je mobieltje is binnen een paar maanden alweer verouderd; je hebt een videorecorder, maar moet al die banden weggooien omdat er dvd’s zijn gekomen. Producenten drijven de tijd op door technologische ontwikkelingen elkaar steeds sneller te laten opvolgen. Als consument heb je het idee dat je voortdurend achter de feiten aan loopt. Dat versterkt het gevoel van tijdsversnelling.’

‘We zijn daardoor in een tredmolen van steeds meer consumeren en produceren beland. Geen tijd hebben is de meest fundamentele ervaring van onze tijd geworden. Luister maar eens naar de telefoongesprekken in de trein: hoe vaak hoor je mensen niet zeggen dat ze “geen tijd” hebben? We hebben met een oververmoeide, psychisch zeer gespannen mens te maken. Jaarlijks worden er in Nederland 2 miljoen recepten voor antidepressiva, stressstoornissen en slaapmiddelen uitgeschreven. Dat geeft te denken: ondanks alle tijdsbesparende machines die erbij zijn gekomen, hebben we het drukker dan ooit en zijn we moe. Velen snakken naar een bestaan waarin niet louter de economische eisen van de kloktijd gelden.’

Provence

De grote vraag is: hoe kunnen we zo leven? We zullen allemaal weleens uit de tredmolen willen stappen om ons terug te trekken op een rustiek boerderijtje in de Provence – maar ja, er zijn rekeningen te betalen, er is een hypotheek af te lossen, er zijn knorrende kindermagen te voeden. Hermsen benadrukt echter dat het haar niet te doen is om een radicale breuk met het moderne leven. ‘Het gaat me er niet om de kloktijd in te ruilen voor een andere tijdsbeleving. Dat is onmogelijk; de wereld is helemaal volgens de klok gestructureerd. Maar ik wil die andere tijd – zeg maar de innerlijke tijd – weer in het vizier krijgen, er de verschillende aspecten van tonen, zodat we in ieder geval weer iets van een evenwicht tussen beide kunnen hervinden. Dat is noodzakelijk, omdat onze vrijheid en onze creativiteit juist in die innerlijke tijd schuilen, zoals filosofen als Henri Bergson en Ernst Bloch laten zien. Vandaar mijn pleidooi voor een langzamer toekomst, waarbij die andere tijd meer aan bod kan komen.’

‘Het klimaat vraagt om minder, de mensen vragen om minder, maar de economie vraagt om steeds maar meer. Ik denk dat we echt toe zijn aan een serieuze herbezinning op dat steeds maar opdrijven van de productie. De huidige economische crisis zou in theorie een prima moment zijn voor die bezinning. Maar als ik dan op Prinsjesdag naar de debatten in de Tweede Kamer kijk, zakt de moed me in de schoenen. Zelfs Femke Halsema van GroenLinks had niet veel meer in te brengen dan: “Meer werk, meer werk.” Ik zou zeggen: waarom niet nu de 25-urige werkweek invoeren? Zijn we meteen van een deel van de werkloosheid af, van een hoop stress en burn-out verlost, en kunnen we weer wat meer aandacht voor onszelf en de wereld opbrengen. Waarom komt men nu niet met dergelijke wat meer idealistisch getinte voorstellen, in plaats van alleen maar “meer, meer, meer”?’

Reis

Haar boek wil een alternatieve benadering van de tijd bieden. Ze kiest nadrukkelijk niet voor een doortimmerd academisch betoog, maar voor een losse verzameling toegankelijke essays, die qua vorm en inhoud zeer ongelijksoortig zijn. Zo laat Hermsen andere opvattingen over tijd zien, zoals de tijd als hoop, en schrijft ze beschouwingen over tijdservaringen in kunst, literatuur, mythologie en muziek, maar ook over reisverslagen uit Frankrijk, Italië en Griekenland. ‘Op reis raak ik eerder van het regime van de kloktijd verwijderd. Je wordt er niet opgejaagd, hebt geen afspraken, geen verplichtingen, geen overvolle agenda. En het gekke is: juist dan lijkt het alsof ik veel meer gedaan heb aan het einde van de dag, veel meer echt beleefd heb, dan wanneer ik hier in Amsterdam een dag gewerkt heb.’

Toch heb je die zonnige zuidelijke streken niet per se nodig om in contact te komen met je innerlijke tijd, voegt ze eraan toe. Het kan ook hier in ons drukke kikkerlandje. ‘Het is lastiger, maar zeker niet onmogelijk. Begin gewoon eens met een paar uur in te plannen waarin je niets moet. Ga mediteren, of een lange wandeling maken, naar muziek luisteren of een boek lezen. Dat laatste werkt bij mijzelf erg goed: je voelt die andere tijd als het ware door de zinnen heen stromen. Vermijd visuele prikkels, want die jagen je alleen maar op – dat wordt ook gestaafd door neurologisch onderzoek. Ik merk het bij mijn zoon van dertien, die graag computergames speelt. Allemaal prima en prachtig, maar als hij er drie uur achter heeft gezeten, is hij chagrijnig en down. Als hij drie uur een boek leest, is hij echter opgewekt en vrolijk. Montaigne zei het al: hoe slecht het ook met je gaat, na een uur lezen gaat het altijd beter.’

‘Zelfs onze vrije tijd plannen we vaak tot in detail vol. Waarom? Probeer eens niets te doen. Ik denk dat de mens daar veel meer bij gebaat zou zijn. Je vrije tijd moet je niet doelmatig opvullen, je ontspanning moet in de breedste zin belangeloos zijn. Dus niet gaan nordic walken met het doel drie kilo af te vallen. Of: ik moet en zal die dertig kilometer halen. Laat die vooropgezette doelen eens varen. Staar uit het raam, doe niets. Dat maakt je geest ontvankelijk voor nieuwe impulsen, die leegte is noodzakelijk voor de creativiteit. Wist je dat ons woord “school” van het Griekse woord scholè komt, dat “rust” of “nietsdoen” betekent? Rust is een voorwaarde voor het denken. Dat zou je niet zeggen als je vandaag de dag op het schoolplein staat. Ouders houden aparte agenda’s voor hun kinderen bij, sleuren ze na school van het ene clubje naar de andere activiteit. Laat kinderen toch gewoon spelen, gun ze na school wat rust.’

Haar eigen jeugd in Amstelveen was wat dat betreft heel anders, herinnert ze zich. ‘Er was toen uiteraard geen MSN, geen internet, geen mobiele telefoons, geen televisie overdag. En ik kon me grenzeloos vervelen. Talloze middagen heb ik hangend op mijn bed een beetje naar buiten zitten staren, naar een verregend nieuwbouwpleintje. Maar achteraf denk ik wel dat er toen veel gebeurd is, qua verwerken van ervaringen, qua verkenning van een eigen binnenwereld. De jongeren van nu lijken ook erg verveeld, maar op een andere manier. Doordat ze overvoerd worden met prikkels worden ze murw, onverschillig, apathisch. Ze zouden zich eens écht moeten vervelen, in de zin van: nietsdoen.’

‘Er bestaan meerdere soorten verveling: een vanbuiten opgelegde verveling en een vanbinnen opwellende verveling. De eerste is bijvoorbeeld als je gedwongen wordt uren te wachten omdat je je vliegtuig gemist hebt. Maar verveling van binnenuit is een meer existentiële verveling, het aandurven van de leegte en leeg worden, tijdelijk niets meer willen. Die verveling moeten we leren omarmen. Maak een dag in de week helemaal geen afspraken, en kijk wat er gebeurt. En dan natuurlijk ook geen mailbox openen – dat jaagt maar op, hoort bij de verslavingen die we ons razendsnel eigen hebben gemaakt. Durf je te vervelen. Durf te luieren. Het is zoals de Romeinse stoïcijnse denker en staatsman Cato ooit schreef: “Nooit is de mens actiever dan wanneer hij niets doet.” Want pas vanuit die rust en ervaring van een innerlijke tijd kan de menselijke geest tot nieuwe inzichten komen.’

Meer lezen over technologie? Bestel nu de speciale uitgave Technologie. De kunstmatige natuur van de mens.