Home Filosofen Hildegard von Bingen
Herbert Marcuse filosoof Frankfurter Schule
Vorige

Herbert Marcuse

Hildegard von Bingen

Hildegard von Bingen

1098 - 17 september 1179
Hipparchia van Maroneia
Volgende

Hipparchia van Maroneia

Quote

“"Zoals een boom zijn sappen heeft, zo heeft het lichaam een ziel."”

“Toen God de wereld schiep, had hij al vastgesteld dat hij mens wilde worden.”

Hildegard von Bingen wordt wel een twaalfde-eeuwse homo universalis genoemd. Zij was hoofd van een benedictijns klooster, mystica, filosoof, en componist. Ze hield zich bezig met kosmologie, theologie, plantenkunde, geneeskunde en sterrenkunde.

Al van jongs af aan zag Hildegard visioenen. In haar trilogie met beschrijvingen van die visioenen geeft ze een filosofisch-theologisch beeld van de wereld en de kosmos. In haar kosmosvisioenen neemt de mens een centrale plek in: de mens is het middelpunt van het universum, de hele schepping staat in dienst van de mens.

Kenmerkend is haar eenheidsdenken. Hildegard gaat uit van een organische samenhang tussen mens en heelal: de mens en de kosmos zijn hetzelfde. De onderlinge verhoudingen zijn gelijk en er heersen dezelfde krachten. Diezelfde eenheid is eveneens te vinden binnen de mens tussen lichaam en ziel. Zo beschrijft zij gemoedsbewegingen binnen de ziel, die een weerspiegeling zijn van bewegingen in het heelal. De menselijke microkosmos is dus als een spiegelbeeld van de macrokosmos: ‘De mens draagt de hemel en de aarde en de hele schepping in zich. In hem is alles al aanwezig.’

Een terugkerend begrip in haar werk is viriditas: ‘groenheid’. Dit is een metafoor voor alles wat leeft en leven geeft. Het staat voor energie, vruchtbaarheid en vitaliteit, en in figuurlijke zin voor hoop. Hildegard ziet dit principe van het leven overal terug: in de menselijke ziel, de natuur, de aarde.

Haar taal in de visioenenbeschrijvingen is beeldend: ze gebruikt veel metaforen en vergelijkingen, geeft beschrijvingen van kleuren. Opvallend is de grote hoeveelheid van vrouwelijke allegorieën en beelden die ze gebruikt. Zo vergelijkt Hildegard de kerk met een reusachtige vrouw, en personifieert zij de liefde als vrouw.

Hildegard van Bingen is de eerste christelijke denker die zich op positieve wijze bezighoudt met de vrouw. In haar geneeskundige werken heeft zij relatief veel aandacht voor zaken zoals menstruatie, de geboorte en de menopauze. Daarbij schrijft ze op een vanzelfsprekende, objectieve wijze over seksualiteit – opmerkelijk voor een non.

Naast vijftien boeken schreef Hildegard ruim driehonderd brieven en bijna tachtig composities. Ze correspondeerde met pausen, koningen en keizers en gaf hun raad, hulp, troost en kritiek. Die status kon zij als vrouw bereiken als ‘ziener’ – het was immers het woord van God dat via haar sprak.