Home Filosofie en beeld: Carneades vandaag

Filosofie en beeld: Carneades vandaag

Door Mariëtte Willemsen op 04 juni 2015

Filosofie en beeld: Carneades vandaag
Cover van 02-2015
02-2015 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Gedachte-experimenten en paradoxen zijn ogenschijnlijk belangrijke hulpmiddelen in de filosofie om bepaalde problemen in kaart te brengen, of om, zoals Daniel Dennett zegt, intuïties aan het licht te brengen over kwesties die ons als filosoof kunnen bezighouden. Zeno van Elea bedacht in de vijfde eeuw voor het begin van onze jaartelling de paradox over Achilles en de schildpad om Parmenides bij te staan in diens overtuiging dat verandering een illusie is. John Locke kwam in de zeventiende eeuw met een body-swapexperiment. Stel dat een prins en een schoenmaker van lichaam wisselen, waar moeten we dan zijn als we, na de swap, de prins willen spreken? Bij het lichaam van de schoenmaker, betoogde Locke, want in dat lichaam zitten de gedachten en herinneringen van de prins. Frank Jackson presenteerde in de twintigste eeuw zijn gedachte-experiment over Mary de neurowetenschapper die uit de boeken alles weet wat er maar over rood te weten valt maar die nog nooit rood heeft gezien. Leert Mary iets nieuws als ze haar zwart-witte kamer verlaat en eindelijk echt iets roods ziet? Volgens Jackson doet ze dat wel degelijk en is daarmee gezegd dat de werkelijkheid niet gereduceerd kan worden tot (kennis van) fysische eigenschappen. Judith Jarvis-Thomson, ten slotte, werd vooral bekend vanwege haar artikel over een violist die na een ernstig ongeluk door een genootschap van muziekliefhebbers negen maanden lang wordt vastgekoppeld aan een nietsvermoedend persoon. De organen van deze persoon worden door de comateuze violist gebruikt om in leven te blijven en te herstellen. Thomson gebruikt de analogie om te betogen dat abortus in sommige situaties gerechtvaardigd is, omdat het volgens haar zonder meer begrijpelijk is dat wie plots vastzit aan een violist in coma, hoe beroemd en belangrijk die ook mag wezen, onmiddellijk zou willen worden bevrijd.

Dergelijke experimenten spreken aan omdat ze concreet zijn. Filosofische teksten zijn vaak abstract, maar door schildpadden, schoenmakers, zwart-wit kamers, violisten in coma en wie of wat ook maar voor voorstelbaars, hebben we er makkelijker toegang toe. Bezwaarlijk aan sommige gedachte-experimenten is, dat ze ver van de werkelijkheid lijken af te staan. Dat geldt vooral voor allerlei science fictionachtige voorbeelden die worden aangevoerd in de context van discussies over persoonlijke identiteit. Het wemelt in die voorbeelden van de hersendelingen, of juist hersenfusies en teletransportaties. Anderzijds blijkt dat sommige van die zogenaamd vergezochte voorbeelden juist worden ingehaald door de realiteit. Zo is er een Italiaans chirurg die van plan is om in 2017 een hoofdtransplantatie uit te voeren: het hoofd van een man die ernstig lichamelijk gehandicapt is zal dan worden getransplanteerd naar het lichaam van een donor. Deze body-swap of juist brain-swap ligt in de lijn van het door Locke beschreven experiment over de prins en de schoenmaker.
 
Nog bezwaarlijker aan sommige gedachte-experimenten is dat ze onrecht doen aan de werkelijkheid van de echte gebeurtenissen waarnaar ze wel degelijk verwijzen, en die veel complexer en schrijnender zijn dan een kort hersenspinsel ooit zou kunnen laten zien.
 
Zo is het met het gedachte-experiment dat doorgaans ‘de plank van Carneades’ wordt genoemd. Carneades was halverwege de tweede eeuw voor onze jaartelling een belangrijke figuur in het Atheense filosofische leven. Er zijn geen geschriften van zijn hand, maar er zijn auteurs die naar Carneades verwijzen, zoals Cicero, die in zijn De Re Publica het verhaal over de plank laat vertellen door het personage Philus. Stel je voor, zegt Philus, dat twee mannen het slachtoffer zijn van een scheepsramp. Hun schip vergaat en ze kunnen zich vastklampen aan een plank van het schip. De plank is echter niet groot genoeg voor beide mannen. Als niet een van hen loslaat, zullen ze beiden verdrinken. Wat moet je in zo’n situatie doen, is Philus’ vraag. Stel dat ik mezelf red en de ander wegduw, en stel dat de ander dan verdrinkt, heb ik dan een moord gepleegd? Philus is van mening dat wie in deze situatie voor de dood kiest en de plank aan de ander laat heus nobel en rechtvaardig is, maar niettemin een sufferd omdat het dom is om het leven van een ander te redden ten koste van het eigen bestaan. Voor Philus is het voorbeeld van Carneades belangrijk omdat het ons zou helpen te laten zien dat een regel als ‘je mag niet doden’ niet altijd opgaat. Daarmee keert hij zich tegen een universalistische opvatting van ethiek.
 
Carneades kwam van oorsprong uit Cyrene, een stad aan zee in het noorden van Libië. Hij vertrok naar Athene om zich daar aan filosofie te wijden. Tussen 3 oktober 2013, toen een eerste ongeluk gebeurde met bootvluchtelingen voor de kust van Lampedusa en 19 April 2015, de dag waarop een schip met meer dan 700 vluchtelingen kapseisde vlakbij de Libische kust, zijn duizenden mensen die hun heil wilden zoeken in Europa verdronken in de Middellandse zee, de meesten tussen Libië en Italië. Carneades’ gedachte-experiment over mensen die net als hij de zee trotseerden op weg naar een gedroomde toekomst laat misschien zien dat algemene antwoorden op ethische vragen niet te geven zijn. Maar het laat te veel weg om ons echt iets te zeggen, omdat er geen context is van mensensmokkelaars, religieuze fanaten en machteloze of zelfs kwaadwillende politici. Gedachte-experimenten zijn beelden zonder context, afkortingen of vertekeningen die het, als het erop aankomt, moeten afleggen tegen de werkelijkheid.