Home De correspondenten: originalism

De correspondenten: originalism

Door Benda Hofmeyr en Willem B. Drees op 29 oktober 2014

Cover van 02-2009
02-2009 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

In Nederland kunnen we de Grondwet wijzigen. In de Verenigde Staten voegen ze amendments toe, maar blijven eerdere teksten staan. Slavernij is er afgeschaft, maar in de Amerikaanse Grondwet staat het nog. Het verleden wordt hier meegetorst. Het is alsof nieuwe afspraken in een huwelijk ertoe leiden dat het huwelijk ontbonden wordt. Je kunt opnieuw trouwen, maar dat is niet vanzelfsprekend. De Grondwet is fundamenteel voor de continuïteit van de Verenigde Staten.

Doordat de Grondwet niet opnieuw vastgesteld kan worden, wordt de interpretatie ervan van groot belang. Het Hooggerechtshof speelt daarin een grote rol.

Wijsgerig gaat het dan over betekenis. Sommigen, onder wie de rechter Scalia, verdedigen dat de betekenis voor ons vandaag de betekenis is die de woorden hadden toen de tekst werd opgesteld. Onder huwelijk werd in de achttiende eeuw een van een man en een vrouw verstaan, en dus is een huwelijk van twee personen van hetzelfde geslacht begripsmatig onmogelijk. Partners mogen van elkaar erven en elkaars zaakwaarnemer kunnen zijn bij ziekte, zo luidt dan de redenering, maar dat maakt de relatie geen huwelijk, want het woord betekende dat toen niet en dus vandaag ook niet.

Het hoogste gerechtshof van de staat Connecticut heeft onlangs anders beslist. Daar bestond een civil union, een samenlevingscontract dat dezelfde rechten geeft als een huwelijk. Omdat in de beleving een huwelijk symbolisch meer gewicht heeft dan een samenlevingscontract is het echter discriminatie indien het huwelijk beperkt zou zijn tot man-vrouwparen, zo meenden de rechters in Connecticut. Is er ruimte voor de houding van Wittgenstein, dat betekenis van termen blijkt uit het gebruik dat we ervan maken, de betekenis zoals die nu beleefd wordt, of is betekenis gefixeerd toen de wet werd vastgesteld, originalism?

In een rechtsstaat is het belangrijk dat burgers weten waar ze aan toe zijn en dan moet de betekenis van wetten en overeen- komsten niet afhankelijk zijn van veranderlijke gevoelens of creatieve interpretatie. Als we originalism willen hanteren, wiens oorspronkelijke betekenis telt dan? De wetgever bestaat uit veel personen en die hadden niet allemaal dezelfde betekenis in gedachten. En de burgers ook niet. En is originalism alleen maar een theorie over betekenis, semantiek? Waar komt dan de normatieve impact voor nieuwe situaties vandaan? Destijds werd een verbintenis van een man en een vrouw bedoeld, maar is dat voor ons bindend? Mogen wij niet dezelfde rechten en plichten toekennen aan andere verbintenissen? Stabiliteit pleit voor de visie van de originalist bij de uitleg van betekenis van wetten, maar relevantie in een almaar veranderende wereld vereist vernieuwing, in de wetten zelf of in de rechtspraak. De combinatie van originalism in betekenissen en een statische grondwet met symbolisch en feitelijk gewicht is een lastige.
Ook in Amerikaanse confrontaties over religie en evolutie zouden we gebaat zijn bij een bescheiden vorm van originalisme. De schrijvers van de Bijbel, duizenden jaren geleden, dachten niet aan evolutie, maar wij hebben andere kennis en andere morele intuïties. Helaas gaat originalism als theorie over betekenis te vaak voorbij aan die afstand tussen toen en nu en wordt een normatieve theorie over dat wat wij nu zouden moeten vinden. Daarbij laat ook de originalist teksten buikspreken; uitleggen is inleggen met de pretentie dat de gepresenteerde betekenis oorspronkelijk bedoeld is.

Willem B. Drees, correspondent in Princeton, de Verenigde Staten

Umuntu ngumu ntu ngaban tu ⁄ ‘een persoon is slechts een persoon door (andere) personen’

‘Veel intellectuelen en filosofen hebben zich slechts over de wereld verwonderd (…) zonder van invloed te zijn geweest op haar verandering, maar enkelen hebben er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat hun ideeën de wereld ten goede kwamen.’ Met deze woorden opende dr. Mvuyo Tom, vicekanselier van de Universiteit van Fort Hare in Zuid-Afrika, afgelopen januari de jaarlijkse conferentie van de Philosophical Society of Southern Africa. Fort Hare wist een aantal beroemde Zuid-Afrikaanse publieke intellectuelen voort te brengen, onder wie Nelson Mandela, Govan Mbeki en Oliver Tambo (alle drie ironisch genoeg door Fort Hare geschorst vanwege hun deel- name aan een studentenstaking). Met zijn visie op de intellectueel maande de vicekanselier zijn publiek om Marx’ en Gramsci’s overtuiging serieus te nemen dat filosofen de wereld niet alleen zouden moeten interpreteren, maar er ook naar zouden moeten streven deze te veranderen. De filosoof moet met andere woorden naar buiten gericht zijn en zich bezighouden met wat de humanistische filosofie van Ubuntu als de essentie van de mens beschouwt: zijn onderlinge verbondenheid met andere mensen.

Hoewel uit het conferentieprogramma inderdaad een dergelijke insteek blijkt, laat het lokale politieke landschap iets heel anders zien. De vrijheidsstrijd mag dan wel gewonnen zijn door publieke intellectuelen en een stroom van sociale verandering en emancipatie op gang heb- ben gebracht, hun opvolgers gaat het aan de vooravond van de verkiezingen dit jaar minder goed af: behalve het feit dat Jacob Zuma, presidentskandidaat en leider van de heersende partij anc, is aangeklaagd voor fraude en corruptie en voormalig president Thabo Mbeki is beschuldigd van betrokkenheid bij de wapendeal van 1999, is de beste barometer van het huidige politieke klimaat wellicht de toegangsweigering van de Dalai Lama, die door de Nobelprijslaureaten Desmond Tutu, F.W. de Klerk en Madiba was uitgenodigd de historische Vredesconferentie bij te wonen. De Zuid-Afrikaanse regering is hiermee gezwicht voor politieke (dus financiële) druk van China in plaats van steun te verlenen aan een medevrijheidsstrijder.
Intellectuele ‘macht’, zo benadrukt prof. Bert Olivier van de Nelson Mandela Metropolitan University, gaat vrijwel nooit samen met andere vormen van macht, zeker niet wanneer die laatste zich als economische of politieke maatregelen verhult. In De Staat gaf Plato al aan dat de filosoof of intellectueel alleen maar getolereerd zou worden door andere macht- hebbers als hem een ‘neutrale’ plek zou worden toegewezen van waaruit hij zou kunnen spreken (zoals ook blijkt uit de ondertekening van Socrates’ doodvonnis door hen wiens macht door zijn filosofisch discours bedreigd werd). Vanaf de late middeleeuwen hebben de westerse universiteiten deze neutrale plaats voor zichzelf bedongen en zijn de geesteswetenschappen de hoeders geworden van de filosofische, kritische of intellectuele macht die Socrates voorstond. Dit machts- potentieel is nu echter zwakker dan ooit, gegeven de immense kloof die er vandaag de dag bestaat tussen de kritische en emancipatoire kennis van de wetenschappers in dit vakgebied en de machtsuitoefening in de hedendaagse samenleving. Het intellectuele verleden van Zuid- Afrika heeft aangetoond dat de ubuntu-maxime umuntu ngumuntu ngabantu de condities van onze sociale werkelijkheid wel degelijk kan herijken. Het is echter de vraag of de volgende generatie van Zuid- Afrikaanse intellectuelen weerstand weet te bieden aan de wereldwijde economische en politieke machten en het kritische potentieel van de geesteswetenschappen opnieuw weet op te eisen.

Benda Hofmeyr, correspondent in Zuid-Afrika

Meer weten over Ubuntu? Kom naar het Ubuntu Filosofie evenement op 20 januari 2018 in TivoliVredenburg.